Plan: | Dongen Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001 |
Huidige situatie
De woonbebouwing in het plangebied bevindt zich met name langs de ontginningsbases van het gebied zoals Eindsestraat, Klein Dongenseweg, Vaartweg en Fazantenweg. De situering van de woningen is meestal loodrecht op de weg en evenwijdig aan de kavelrichting van het slagenlandschap.
Een bijzondere plaats wordt ingenomen door Dongen Vaart. Deze kleine kern maakt deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied. De Vaart wordt uitgebreid met de bouw van 54 woningen aan de Meester Janssenweg. Voor de bouw van deze woningen is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld waarin het gewenste ruimtelijke beeld is beschreven (onder andere woningtype) en de ontwikkeling is getoetst op alle relevante ruimtelijke criteria (geluid, luchtkwaliteit, bodem). Voor de eerste fase van 38 woningen is een procedure ex artikel 19.1 WRO gevolgd en is de bouw inmiddels gestart. Voor de tweede fase van 16 woningen heeft de provincie een verklaring van geen bezwaar verleend op 17 februari 2009. De realisering van de tweede fase wordt binnen plantermijn verwacht. Het ruimtelijk beeld zoals beschreven in de 'Ruimtelijke onderbouwing Meester Janssenweg te Vaart' van 5 september 2008 vormt de basis voor de bestemmingsplanregeling.
Toekomstige ontwikkelingen
De woonfunctie in het gebied zal ook in de toekomst blijven voortbestaan en naar verwachting verder worden uitgebreid in verband met de afname van het aantal agrarische bedrijven. Er is veel belangstelling voor wonen in het landelijk gebied (rust, ruimte, groen). Voor wonen geldt dat het in het kader van het bestemmingsplan wenselijk is voldoende mogelijkheden te bieden om de woning en het erf te kunnen moderniseren en aan te passen aan de huidige eisen voor wooncomfort.
Voormalige (agrarische) bedrijfswoningen worden veelal verkocht als burgerwoning.
Als een voormalige agrarische bedrijfswoning in gebruik is genomen als burgerwoning, blijven de voormalige bedrijfsgebouwen aanwezig (schuren, stallen). In toenemende mate zal de gemeente geconfronteerd worden met de vraag of deze bebouwing op enigerlei wijze voor bedrijfsmatige activiteiten mag worden (her)gebruikt.
Ook kan na het beëindigen van het agrarisch bedrijf de situatie ontstaan dat de voormalige ondernemer op de boerderij blijft wonen, waarbij hobbymatig nog wat agrarische activiteiten (het houden van dieren) worden uitgevoerd. Bovendien combineert een toenemend aantal burgers het "buiten wonen" met het houden van paarden of ander vee voor hobbydoeleinden. Mede om die reden betrekken zij veelal vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen.
Voorts zal er in toenemende mate vraag zijn naar speciale vormen van huisvesting zoals huisvesting ten behoeve van mantelzorg.
Bouwstenen voor het bestemmingsplan
Ten behoeve van een groter woongenot is het wenselijk voldoende uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor de woning en het erf. Er is onder andere behoefte aan bouwmogelijkheden voor de stalling van hobbymatig gehouden dieren zoals paarden en schapen. Voorts dragen het behoud en de versterking van de kwaliteit van de woonomgeving en de bestaande groen- en waterstructuren in belangrijke mate bij aan het woongenot. De ontwikkeling van nieuwe landgoederen kan bijdragen aan deze versterking. Tot slot is het gewenst gebruiksmogelijkheden te bieden voor vrijkomende of reeds vrijgekomen agrarische bebouwing en het opnemen van mogelijkheden om in te spelen op de vraag naar mantelzorg.