direct naar inhoud van 6.5 Landbouw
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

6.5 Landbouw

Huidige situatie

Voor een analyse van de land- en tuinbouw is gebruik gemaakt van de landbouwstatistieken zoals deze door het CBS op basis van de landbouwtellingen worden gepubliceerd. Daarbij is gekeken naar de cijfers voor de gemeente Dongen uit 1998 (de cijfers die ook bij de opstelling van de Structuurvisie PLUS zijn gehanteerd) en de meest recente cijfers (uit 2005).

Aantal bedrijven (tabel 6.1)

De landbouw is in de gemeente Dongen de functie met het grootste ruimtebeslag (circa 70% van het gemeentelijk grondgebied). Het merendeel van de agrarische bedrijven is gesitueerd in de bebouwingslinten.

In 2005 telde Dongen 140 geregistreerde agrarische bedrijven. Bij 120 bedrijven is sprake van agrarische bedrijfsvoering als hoofdactiviteit. Vergeleken met 1998 (toen 176 geregistreerde bedrijven) is er sprake van een afname (20 % in 7 jaar) in lijn met het jaarlijkse, landelijke gemiddelde van circa 3%.

Tabel 6.1. Aantal geregistreerde agrarische bedrijven Dongen

jaar   geregistreerde agrarische bedrijven   aandeel hoofdberoepsbedrijven  
1998   176   144  
2005   140   120  
Afname Dongen   - 36 ( - 20%)   - 24 ( - 16%)  

Bron: CBS Landbouwtellingen

Bedrijfstype (tabel 6.2)

Dongen is een gemeente met voornamelijk tuinbouwbedrijven en melkveehouderijbedrijven (bedrijven met graasdieren).

Uit de tabel blijkt dat in 2005 ca. 40% van de bedrijven is gericht op tuinbouw waarbij meer dan de helft van het aantal bedrijven de producten teelt onder glas. Het aantal glastuinbouwbedrijven is gestegen ten opzichte van 1998.

In de periode 1998-2005 is met name het aantal bedrijven met hokdieren gedaald
(- 57 %).

Tabel 6.2. Bedrijfstypen in Dongen

sector   1998   2005   toe- of afname in procenten  
akkerbouw   10   6   - 40  
tuinbouw /blijvende teelten (waarvan glastuinbouw)   63
(29)  
56
(32)  
- 11
(+10%)  
graasdieren   63   55   -12  
hokdieren   21   9   - 57  
combinaties   19   14   - 26  
totaal Dongen   176   140   - 20  

Bron: CBS Landbouwtellingen

Bedrijfsomvang (tabel 6.3)

De bedrijfsomvang van agrarische bedrijven wordt uitgedrukt in nge. Streefwaarde voor een volwaardig hoofdberoepsbedrijf is 70 nge. Bedrijven met een dergelijke omvang zijn in het algemeen groot genoeg om voor het gezin van het bedrijfshoofd duurzaam in voldoende inkomen en werkgelegenheid te voorzien.

Van de 140 hoofdberoepsbedrijven in Dongen zijn er 12 bedrijven in de categorie van 50 tot 70 nge en 67 bedrijven van meer dan 70 nge. Het merendeel van de bedrijven (56%) heeft daarmee toekomstperspectief.

Uiteraard is deze norm niet alleen doorslaggevend voor het toekomstperspectief van een bedrijf. Andere factoren zoals vermogenssituatie, aard en opzet van het bedrijf, deskundigheid, leeftijd, ondernemerscapaciteiten en de marktsituatie, bepalen mede de kans op een duurzaam voortbestaan.

De tabel laat zien dat er sprake is van schaalvergroting; in alle categorieën heeft een afname plaatsgevonden, alleen het aantal bedrijven met een bedrijfsomvang van 150 nge of meer is toegenomen.

Tabel 6.3. Bedrijfsomvang van hoofd- en nevenberoepbedrijven in Dongen in nge1

jaar   absoluut   <32   32-50   50-70   70-100   100-150   >150  
1998   176   35 %   13 %   10 %   17 %   12 %   13 %  
2005   140   33 %   11 %   9 %   11 %   12 %   24 %  

Bron: CBS Landbouwtellingen

Bedrijfsomvang per sector (tabel 6.4)

In Dongen is de gemiddelde bedrijfsomvang in nge gestegen van 81 naar 121. Uit de tabel blijkt dat deze stijging bereikt is door de toename van de gemiddelde omvang van tuinbouwbedrijven en bedrijven met hokdieren. Bij de tuinbouwbedrijven is de stijging vooral veroorzaakt door de toename van het aantal kapitaalsintensieve glastuinbouwbedrijven. In de hokdierensector heeft sanering en schaalvergroting geleid tot een verbetering van het toekomstperspectief.

Tabel 6.4. Gemiddelde bedrijfsomvang per sector in Dongen in gemiddelde nge per bedrijf

grondgebruik   1998   2005  
akkerbouw   11   11  
tuinbouw / blijvende teelten   128   218  
graasdieren   66   61  
hokdieren   44   71  
combinaties   45   48  
gemiddeld nge per bedrijf   81   121  

Bron: CBS Landbouwtellingen

Werkgelegenheid

In 2005 waren op de 140 bedrijven 277 gezinsarbeidskrachten werkzaam. Daarnaast waren nog 384 niet-gezinsleden aan het werk (271 arbeidskrachten regelmatig, 113 arbeidskrachten niet regelmatig). Sinds 1998 is het aantal gezinsarbeidskrachten afgenomen van 365 naar 277, het aantal niet-gezinsleden is echter gestegen (van 311 naar 384). Deze stijging is opmerkelijk gezien de dalende landelijk trend en houdt verband met de ontwikkelingen in de (glas)tuinbouw.

Nevenactiviteiten

Op de agrarische bedrijven worden steeds meer nevenactiviteiten ontwikkeld (dit wordt overigens niet elk jaar door het CBS onderzocht). De meest recente gegevens dateren van 2003 en geven aan dat in het Zuidelijk veeteeltgebied (waaronder ook Dongen) op ongeveer 15 tot 20 % van de bedrijven één of meerdere vormen van verbrede landbouw wordt bedreven. Meest voorkomend zijn verkoop aan huis en boeren met een beheersovereenkomst. Verbrede landbouw komt met name voor op graasdierbedrijven.

Toekomstige ontwikkelingen

Gelet op de geschetste bedrijfssituatie van de agrarische sector in het plangebied dient rekening te worden gehouden met een noodzakelijk en doorgaand proces van aanpassing en verandering. Uit de vergelijking 1998-2005 kan geconcludeerd worden dat dit proces zich met name richt op schaalvergroting, intensivering, specialisatie en nevenactiviteiten.

Schaalvergroting en intensivering

Om aan de gevolgen van de voortgaande liberalisering en globalisering op de wereldmarkt en het terugtredende markt- en prijsbeleid van de Europese Unie het hoofd te kunnen bieden en aan de steeds strengere milieueisen te kunnen voldoen, is de mogelijkheid voor schaalvergroting heel belangrijk. Dit betreft zowel vergroting van het bedrijfsoppervlak als van de bedrijfsbebouwing.

Tuinbouw is in de gemeente Dongen een bedrijfstak met een belangrijke economische betekenis en toekomstperspectief. Dat geldt voor tuinbouw in de open grond, maar vooral voor glastuinbouw.

Delen van het buitengebied van de gemeente is door de provincie aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied en als gebied met doorgroeimogelijkheden voor glastuinbouw. In het bestemmingsplan Buitengebied Dongen uit 1997 zijn langs de Vaartweg en de Klein Dongenseweg / Fazantenweg glastuinbouwconcentraties (stroken met een diepte van 250 meter) aangegeven, waarbinnen schaalvergroting, nieuwvestiging en omschakeling naar glastuinbouw mogelijk is. Aan deze stroken kleven vanuit agrarisch oogpunt echter enkele nadelen:

  • door de aanwezige bebouwing zijn de mogelijkheden voor de ontwikkeling van glastuinbouw beperkt;
  • de ontsluiting in de bebouwingslinten is een probleem;
  • glastuinbouw tast in de linten de grondgebonden agrarische structuur en ontwikkelingsmogelijkheden aan;
  • het maatschappelijk draagvlak voor de ontwikkeling van glas in de bebouwingslinten is klein.


Vanuit agrarisch oogpunt is de projectmatige ontwikkeling van de vestigingslocatie voor glastuinbouw zoals opgenomen in het reconstructieplan de Meierij (LOG Moersedreef) zeer gewenst. Voor de bedrijven die niet in aanmerking komen voor vestiging in het LOG blijven de ontwikkelingsmogelijkheden in de glastuinbouwconcentratiegebieden cq. het mogelijke doorgroeigebied voor de glastuinbouw, van belang.

Gezien de huidige omvang van de grondgebonden landbouw in het plangebied en de claims vanuit andere functies (hoge grondprijzen), zijn de schaalvergrotingsmogelijkheden beperkt, tenzij gronden van andere agrarische bedrijven beschikbaar komen en kunnen worden overgenomen. Naast of in combinatie met schaalvergroting zal er derhalve ook sprake zijn van intensivering. Door intensief (arbeids- en / of kapitaalintensief) een relatief beperkte oppervlakte te benutten, kunnen bedrijven toekomstperspectief behouden.

Een beperking voor de ontwikkeling van de landbouwbedrijven in Dongen is de lintvormige bebouwingsstructuur. Zowel fysiek als in verband met milieuregels zijn de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven beperkt. Voor de bedrijven in de bebouwingslinten zijn verplaatsingsmogelijkheden gewenst. Het LOG biedt hiervoor de ruimte voor intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt.

Specialisatie

Specialisatie in de vorm van het produceren van streekeigen, kwaliteits- en / of biologische producten, kan eveneens voor enkele bedrijven een mogelijkheid zijn om het inkomen aan te vullen. Voor wat betreft biologische landbouw verloopt de omschakeling landelijk gezien nog niet op grote schaal. Een hogere prijs voor de producten is namelijk niet op voorhand gegarandeerd, terwijl de productiewijze wel duurder is (onder andere arbeidsintensiever). In Nederland verloopt de afzet en verwerking van biologische producten bovendien niet altijd makkelijk en de overheid heeft tot nu toe (in vergelijking met andere landen) weinig gestimuleerd in de vorm van subsidies.


Verbreding

Het verbreden van de agrarische bedrijfsvoering met neventakken (bijvoorbeeld agrarisch natuurbeheer, verhuur van fietsen, kampeerboerderij, zorgboerderij) kan voor bepaalde agrarische bedrijven kansen bieden om de hoofdtak te ondersteunen. Elke ondernemer kan voor zichzelf het beste bepalen welke nevenactiviteiten bij hem of haar passen. Elke mogelijkheid vraagt om specifieke eigenschappen en vaardigheden. Bovendien is de marktruimte van belang; er kan teveel van hetzelfde in een bepaald gebied ontstaan. Een marktoriëntatie is derhalve noodzakelijk. Daarnaast dient ervoor gewaakt te worden dat kansen voor de één niet omslaan in bedreigingen voor anderen (verkeersoverlast, milieuhinder, verstoring door recreanten).


Herinrichting van de agrarische ruimte

In Dongen zal de inrichting van het Landbouwontwikkelingsgebied Moersedreef een ingrijpende herinrichting van de ruimte betekenen.


Bouwstenen voor het bestemmingsplan

Voor de landbouw geldt dat schaalvergroting en flexibiliteit in de bedrijfsvoering voorwaarden zijn voor de continuïteit van agrarische bedrijven. Dit houdt in dat agrariërs voldoende ruimte moeten krijgen om in te kunnen spelen op marktontwikkelingen en op de eisen die milieu-, dierenwelzijns- en gezondheidswetgeving stelt. Dit betekent dat er voldoende bouw- en grondgebruiksmogelijkheden moeten worden geboden. Er dienen ruime hergebruiksmogelijkheden te worden geboden voor voormalige agrarische bebouwing. Wel staat voorop dat dit hergebruik niet ten koste mag gaan van de omringende agrarische bedrijvigheid.

Samenvattend zijn de volgende sectorale bouwstenen van belang:

  • ontwikkelingsmogelijkheden voor alle agrarische productietakken, inclusief glastuinbouw;
  • ontwikkeling van het LOG Moersedreef;
  • behoud en uitbreiding mogelijkheden voor de glastuinbouw in het mogelijke doorgroeigebied;
  • voldoende ruimte binnen de agrarische bestemming voor schaalvergroting, mogelijkheden om te voldoen aan milieu-, dierenwelzijns- en gezondheidseisen, bedrijfsbebouwing en teeltondersteunende voorzieningen, erfverharding, doelmatige inrichting van bouwpercelen (situering bebouwing ten opzichte van opslag, parkeer- en manoeuvreerruimte), doelmatige bebouwingsvoorschriften (bouwhoogtes), inspelen op actuele knelpunten en kansen zoals huisvesting van seizoensarbeiders, mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie en mestverwerking;
  • een flexibele regeling voor neven- en vervolgactiviteiten;
  • mogelijkheden voor eerste en tweede agrarische bedrijfswoningen;
  • geen beperkingen in het grondgebruik die ondernemers hinderen bij het inspelen op marktontwikkelingen;
  • behoud van geschikte productielocaties wegens geringe mogelijkheden tot nieuwsvestiging;
  • behoud van de oppervlakte (onbebouwde) agrarische grond (beperkte uitbreiding stedelijk ruimtegebruik en semi-agrarisch grondgebruik door niet-agrariërs: hobbyweitjes);
  • ruimte om de productieomstandigheden te optimaliseren (verkaveling, ontsluiting).