direct naar inhoud van 6.3 Natuur
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

6.3 Natuur

Huidige situatie

In de gemeente komen, behoudens Het Blik ten zuidwesten van Dongen, geen grote natuurgebieden voor. Een gedeelte van de Polder van 's Gravenmoer is echter een belangrijk leefgebied voor amfibieën en reptielen (bron: gedetailleerde kaarten GHS en achterliggende kaarten van biotopen).

Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) komen voor in droge milieus zoals zandverstuivingen en heidevelden terwijl andere soorten een voorkeur hebben voor kleine plassen, vennetjes en natte heideterreinen. Voor deze diersoorten zijn drie aspecten van belang: kwalitatief goede voortplantingsbiotopen, goede foerageergebieden en veilige en rustige winterverblijfplaatsen. Het streefbeeld bestaat dan ook uit een voortplantingsbiotoop (ven of poel) met in de directe omgeving kleine landschapselementen, graslanden en kruidenrijke zomen. Bescherming van kleine landschapselementen levert een belangrijke bijdrage aan de bescherming en uitbreiding van deze diersoorten, zoals die op een aantal plaatsen nog voorkomen in het buitengebied in de vorm van bijvoorbeeld de (elzen)singels tussen de percelen.

Daarnaast zijn er kleinschalige elementen in het agrarisch gebied die ecologisch van belang zijn:

  • de singels en houtwallen in het slagenlandschap oostelijk van Dongen en rond 's Gravenmoer;
  • de dijken zoals de Slapende dijk, de Hoge Dijk / Lage Dijk, de Dwarsdijk en Brouwersdijk;
  • oevers en gronden grenzend aan de Donge;
  • wegbeplantingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001_0009.jpg"

Figuur 6.1. Natuur

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

De Groene Hoofdstructuur is geconcretiseerd met de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS: bestaande natuur en gebieden voor de ontwikkeling van nieuwe natuur) en de aanwijzing van ecologische verbindingszones (EVZ).

Als bestaande natuurgebieden zijn binnen het plangebied aangewezen de uitlopers van de Boswachterij Dorst, de bosgebiedjes aan de Eindsestraat-Vierbundersweg en oevers en gronden grenzend aan de Donge.

In het buitengebied van Dongen zijn geen gronden voor nieuwe natuur aangewezen.

De Donge, het Wilhelminakanaal en de verbinding tussen de Waspikse Binnenpolder en de Donge (via de 's Gravenmoerse Noordkade) zijn aangewezen als natte ecologische verbindingszones. Een droge verbindingszone wordt voorzien tussen de Boswachterij Dorst en Huis ter Heide (via de Lange Rekken).

Binnen de gehele EHS (bestaande en nieuw te ontwikkelen natuur) zijn de beoogde natuurdoeltypen benoemd in het Natuurgebiedsplan van de provincie Noord-Brabant. Voor Dongen wordt voor de bestaande bosgebieden met name gestreefd naar multifunctioneel bos (Boswachterij Dorst en bosgebiedjes Vierbundersweg) en natuurvriendelijke oevers langs de Donge.

Toekomstige ontwikkelingen

Het toekomstperspectief voor de natuur wordt in belangrijke mate bepaald door de inspanningen in het kader van het natuurbeleid en de ontwikkelingen in de landbouw.

Realisering ecologische verbindingszones

De realisering van de ecologische verbindingszones is binnen de plantermijn te verwachten. Belangrijk onderdeel van het gebiedsplan en reconstructieplan is de afspraak om deze ecologische verbindingszones versneld te realiseren.

De beperkte ruimte langs de Donge in de kern Dongen is een knelpunt bij het realiseren van de ecologische verbindingszone en heeft geleid tot een gedeeltelijke omleiding (Onkelsloot).

Landschapsecologische zone

In het reconstructieplan is de Wildertse Arm ten noorden van bedrijventerrein de Wildert (tevens onderdeel van de ecologische verbindingszone Boswachterij Dorst- Huis ter Heide) als landschapsecologische zones voorgesteld. De inrichtingsplannen zijn concreet en er is gestart met de verwerving van gronden. De verwachting is dat deze zone binnen de plantermijn zal worden gerealiseerd (extra inspanningen in het kader van de reconstructie en Groene Mal +).

Landschapzone

De landschapzone Groenstraat is geprojecteerd op grondgebied van de gemeenten Oosterhout en Dongen. De planvorming, het overleg over de aanpak en de taakverdeling bevinden zich nog in een beginstadium. Het is nog onduidelijk of de inrichting van deze zone binnen de plantermijn van het bestemmingsplan, verwacht kan worden. Met het opnemen van flexibiliteitsbepalingen in het bestemmingsplan zal de inrichting van de zone mogelijk gemaakt worden.

Zandwinningsplas en inrichtingsplan LOG Moersedreef

De zandwinningsplas bij de Moersedreef heeft, in combinatie met het relatief natte aangrenzende gebied, een ecologische potentie.

In het inrichtingsplan voor het LOG zijn voorwaarden opgenomen voor landschappelijke inpassing. Er is niet nadrukkelijk gekeken naar de ecologische potentie.

Ontwikkelingen in de landbouw

Door het aangescherpte milieubeleid wordt de agrarische sector aangespoord om de milieubelasting terug te dringen, met name door het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de beperking van mineralenverliezen. Als gevolg van deze inspanningen neemt de waterkwaliteit toe, hetgeen positief is voor alle relevante ecologische processen in het gebied.

Daarnaast kan agrarisch natuurbeheer en natuurvriendelijk perceelsrandenbeheer een positieve bijdrage leveren aan de (ontwikkeling van) natuurwaarden in het plangebied.

Daar staat tegenover dat een verdere intensivering van het grondgebruik in de vorm van verbetering van de externe productiefactoren voor de landbouw (zoals het dempen van sloten) of intensivering van teelten (afname graslandareaal) negatieve gevolgen kan hebben voor met name de natuurwaarden in de Polder van 's Gravenmoer.

Bouwstenen voor het bestemmingsplan

Op basis van de huidige ecologische kwaliteiten van het plangebied en de autonome en beleidsmatige ontwikkelingen, wordt vanuit natuur de volgende bouwstenen voor het bestemmingsplan geformuleerd:

  • behouden en beschermen van bestaande gebieden met natuurwaarden (aan grondwater en kwel gebonden natuurlijke biotoop voor amfibieën en reptielen in het noordelijke deel van de Polder van 's Gravenmoer);
  • ontwikkelen en realiseren van de natte ecologische verbindingszones (de Donge, de 's Gravenmoerse Noordkadeen het Wilhelminakanaal);
  • ontwikkelen en realiseren van de landschaps(ecologische) zones;
  • verbetering van de ecologische functie van de kleinere waterlopen, oevers en natte gebieden zoals het Molenvaartje en 't Bieslant; verbetering van de ecologische functie van grotere wateren zoals de zandwinningsplas Moersedreef;
  • behouden en ontwikkelen van bermbeplanting, erfbeplanting en kleinschalige landschapselementen;
  • positief stimuleringskader voor agrarisch natuurbeheer.