direct naar inhoud van 1.2 Planopgave
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

1.2 Planopgave

Twee aspecten staan gelet op het voorgaande centraal bij de planopgave:

  • een doelgericht planproces;
  • afgestemd op de specifieke opgaven voor Dongen.

Doelgericht

Hoewel de vigerende bestemmingsplannen aan vervanging toe zijn, bieden deze plannen, met de Structuurvisie PLUS een uitstekende basis voor actualisatie. Deze nota's bieden veel informatie die nog steeds actueel is en dus een goede onderlegger kan vormen voor het nieuw op te stellen bestemmingsplan; het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden.

Afgestemd op opgaven

In het planproces zal met name worden ingezet op de specifieke voor het Dongense buitengebied relevante opgaven. Zoals hiervoor aangegeven staan inhoudelijk de volgende onderwerpen centraal:

  • afgestemd op maatschappelijke opgaven;
  • verwerken nieuw beleid;
  • verwerken reconstructieplan en gebiedsplan;
  • afstemmen bestemmingsregeling op nieuwe wettelijke eisen.

Maatschappelijke opgaven

De veranderende betekenis van het buitengebied roept – sterker dan voorheen – vragen op met gevolgen voor beleid en regeling in het kader van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de agrarische ontwikkelingsruimte (hoe kan het proces van schaalvergroting, specialisatie en verbreding doorgaan, zonder de waardevolle kenmerken van het landschap aan te tasten), de gebruiksmogelijkheden van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, de ontwikkelingsmogelijkheden voor landschap en natuur en ontwikkeling van het recreatieve medegebruik van het buitengebied.

Nieuw beleid

Vanuit het provinciaal beleid vraagt met name de beleidsmatige vertaling van de nota Buitengebied in ontwikkeling de nodige aandacht. Onderwerpen die in dat kader aan de orde komen zijn:

  • nevenactiviteiten en vervolgfuncties op agrarische bedrijven;
  • gebruiks- en bouwmogelijkheden in bebouwingsconcentraties en kernrandzones;
  • gebruiksmogelijkheden cultuurhistorisch waardevolle gebouwen;
  • ontwikkelingsmogelijkheden paardenhouderijen.

Reconstructieplan en gebiedsplan

Vanuit het Reconstructieplan voor de Meijerij is vooral de uitwerking van het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Moersedreef van belang, met name de ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt. Het ontwikkelingsplan voor het LOG – gebaseerd op het door Bosch Slabbers opgestelde landschapsplan – vormt daarvoor het uitgangspunt voor een kernteam dat zich actief richt op de invulling van het LOG.

Vanuit het gebiedsplan Wijde Biesbosch is een aantal kleinere inrichtingsprojecten van belang, zoals een vissteiger aan de Donge.

Nieuwe wetgeving

Voor het bestemmingsplan zijn met name de volgende veranderingen in wetgeving relevant:

  • de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (Wro);
  • intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (Wor).

Op grond van de nieuwe Wro (in combinatie met het nieuwe Bro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden, moeten alle nieuwe bestemmingsplannen digitaal, uitwisselbaar en vergelijkbaar worden opgesteld. In relatie tot die verplichting zijn door de Landelijke Stuurgroep DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen) de volgende standaarden vastgesteld:

  • de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008);
  • de uitwisselingsstandaard IMRO 2008 en de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP 2008).


Met het vervallen van de Wor – op 1 januari 2008 – als wettelijk kader voor het verlenen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen voor de verschillende vormen van kamperen vervalt de bijzondere wettelijke positie van de kleinschalige kampeerterreinen (kamperen bij de boer). Het belang van het bestemmingsplan als instrument voor de planologische regeling neemt daardoor toe.