direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201202-C002

Artikel 24 Wonen - Woonwagenstandplaats

24.1 Bestemmingsomschrijving
24.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden in de vorm van woonwagens en/of woningen al dan niet in combinatie met een aan huis gebonden beroep en met de bijbehorende voorzieningen.

24.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
a Regeling woonwagenstandplaats
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 1', te weten Clarinetweg, zijn ten hoogste 6 woonwagenstandplaatsen toegestaan.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 2', te weten Beukenstraat, zijn ten hoogste 20 woonwagenstandplaatsen toegestaan.
  • c. Per woonwagenstandplaats is maximaal 1 woonwagen dan wel woning toegestaan. De woonwagen/woning mag uitsluitend vrijstaand worden opgericht.
  • d. De woonwagens/woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
  • e. Het aan huis gebonden beroep dient gezien de aard, omvang en intensiteit passend te zijn binnen de woonfunctie. Tevens dient de gebruiker van de woning ook de beroepsmatige activiteit te ontplooien. De totale vloeroppervlakte voor de aan huis gebonden beroepsactiviteit mag niet meer bedragen dan 40 m2.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming,

24.2.2 Maatvoering

Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:

woonwagen/woning   min.   max.  
goothoogte   n.v.t.   3,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   5,5 m  
gevelbreedte   n.v.t.   7 m  
lengte woonwagen/woning   n.v.t.   18 m  
onderlinge afstand tussen twee woonwagens/woningen   3 m   n.v.t.  
dakhelling   n.v.t.   45º  

Bij het bepalen van de minimale en/of maximale dakhelling wordt de bestaande dakhelling eveneens geacht te voldoen aan het plan; de voorgeschreven dakhelling geldt niet voor uit- en aanbouwen en dakkapellen.

24.2.3 Bijgebouwen

Voor de bijgebouwen bij woonwagens/woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevel van de woonwagen/woning en het verlengde daarvan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen binnen de bebouwingsgrenzen mag per woonwagenstandplaats niet meer bedragen dan 40 m2; de bestaande gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen buiten de bebouwingsgrenzen mag niet worden vergroot;
  • c. de bouwhoogte van de bijgebouwen mag maximaal 3,5 m bedragen.
24.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde bij woonwagens/woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erfafscheidingen gelegen voor de voorgevelrooilijn, mag ten hoogste 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen, gelegen achter de voorgevelrooilijn, mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • c. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
24.2.5 Herbouw

Herbouw van de bestaande woonwagen/woning is, voor zover het de situering van de woonwagen/woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:

  • a. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten/ bestaande situering;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen woonwagen/woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
  • c. de vrijstaande bouwwijze van de te herbouwen woonwagen(s)/woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
  • d. het bepaalde in 24.2.2 wordt in acht genomen.
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.3.1 Omgevingsvergunning onderlinge afstand

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven minimale onderlinge afstand tussen twee woonwagens/woningen, mits:

  • a. hier vanuit het oogpunt van brandveiligheid geen bezwaar tegen bestaat, en ;
  • b. dit blijkt uit een positief advies van de gemeentelijke of regionale brandweer.
24.3.2 Omgevingsvergunning m.b.t. herbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2.5 onder b. teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er vindt op enig punt aansluiting plaats op de locatie van de oorspronkelijke fundamenten/oorspronkelijke situering; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen woning in ieder geval aan dient te sluiten op de voormalige situering;
  • b. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig en milieukundig aanvaardbaar;
  • c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  • d. de nieuwe situering van de woonwagen/woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Strijdig gebruik gronden

In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

24.4.2 Strijdig gebruik opstallen

Als met de bestemming strijdig gebruik geldt in ieder geval gebruik van gebouwen en bouwwerken:

  • a. voor detailhandel;
  • b. voor verblijfsrecreatie;
  • c. voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten;
  • d. als seksinrichting.