Plan: | Kom Vlierden, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201010-C001 |
Voorliggend bestemmingsplan heeft formeel ter visie gelegen in de periode juli - augustus 2010. In die periode waren onderstaande provinciale beleidsdocumenten van toepassing.
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant de Structuurvisie RO en de Verordening ruimte opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten.
De structuurvisie Ruimtelijke Ordening (hierna te noemen structuurvisie RO) beschrijft het algemeen beleid van de provincie. Vaststelling van de Structuurvisie RO vindt eind 2010 plaats. Specifieke onderdelen zijn vertaald in de Verordening, ruimte 1e fase, die in juni 2010 is vastgesteld.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart van de Structuurvisie RO.
uitsnede structuurvisie RO
Het plangebied ligt binnen de volgende gebiedsaanduidingen:
Landelijk gebied
De provincie wil de verstedelijking concentreren in stedelijke regio's. Dit betekent dat de kernen in het landelijk gebied een lokale opvangtaak hebben voor de groei van de woningvoorraad, werklocaties en voorzieningen. Bij het zoeken van nieuwe ruimten voor nieuwe verstedelijking is zorgvuldig ruimtegebruik (toepassing SER- ladder) voorwaarde.
Analyse
Onderhavig plan betreft in hoge mate een conserverend plan voor de bestaande Kom Vlierden. Het vigerend bestemmingsplan wordt geactualiseerd met een paar nieuwe kleinschalige ontwikkelingslocaties. Dit bestemmingsplan bevat de bebouwde kom alsmede agrarische gronden die nauw met de kom verweven zijn.
Conclusie
Voorliggend plan is in overeenstemming met de structuurvisie RO.
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant de Verordening ruimte fase 1 opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten. Deze Verordening is in juni 2010 vastgesteld.
De Verordening stelt regels ten aanzien van onderhavig plan. Specifiek gelden de volgende artikelen 2.1.3, 2.1.4 en 2.1.6. Deze worden in paragraaf 4.9beantwoord.
Voor het plangebied is het uitwerkingsplan Zuidoost-Brabant van toepassing, dat in december 2004 is vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten. Het uitwerkingsplan is van belang voor de regionale afstemming van de ruimtelijk-functionele ontwikkelingen in de gemeenten.
Het uitwerkingsplan is gebaseerd op de duurzame basisstructuur in de regio, en bestaat uit het landschappelijk raamwerk, de infrastructuur en de verstedelijkingsstructuur. Het landschappelijk raamwerk moet behouden blijven, en gevrijwaard van stedelijke functies. Daarnaast is het bestaand stedelijk gebied aangeduid en de gebieden waarbinnen de zoekruimte voor verdere verstedelijking kan worden gevonden. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van het uitwerkingsplan. Onderhavig plangebied is aangeduid.
uitsnede plankaart uitwerkingsplan
Analyse
Het plangebied Kom Vlierden is deels aangemerkt als ‘te beheren en intensiveren stedelijk gebied’ en deels als landschappelijk raamwerk. Binnen het raamwerk staat ‘landschapsbeheer’ voorop.
Aan de noordzijde van de kern is een zone aangeduid met ‘transformatie afweegbaar’. Dit gebied komt mogelijk in aanmerking voor uitbreiding van de kern.
Voorliggend plan bevat ontwikkelingen:
N.B.: De randweg, die aan de oostzijde van het dorp is aangelegd, is niet ingetekend op de plankaart van het uitwerkingsplan. De randweg is een regionale wegverbinding, die de stroomfunctie van de Vlierdenseweg heeft overgenomen. De op de plankaart aangeduide regionale wegverbindingen, gelegen binnen het plangebied, moeten dan ook als dorpsverbindingswegen worden aangemerkt.
Conclusie
Voorliggend plan is in overeenstemming met het uitwerkingsplan, behoudens een kleine uitbreiding in het landschappelijk raamwerk.
De kern Vlierden ligt evenals de rest van de gemeente Deurne binnen het reconstructiegebied De Peel.
Het reconstructieplan De Peel is een plan voor revitalisering van het landelijk gebied in De Peel, en wel op het gebied van land- en tuinbouw, water, natuur, milieu, economie, leefbaarheid, recreatie en toerisme en cultuurhistorie.
Op navolgende afbeelding is een uitsnede gegeven van kaart 2 “sociale en economische vitaliteit”.
uitsnede reconstructieplankaart 2 - Sociale en economische vitaliteit
De kern Vlierden is aangeduid als stedelijk gebied. De kern is geheel omgeven door extensiveringsgebied omdat de kern als geheel een stankgevoelig object is. Ten zuidoosten ligt extensiveringsgebied ten behoeve van de natuur. Verder is de kern omgeven door extensiveringsgebied overig. De intensieve veehouderijen zullen hier op den duur moeten verdwijnen.
Zones ten noordoosten en zuidwesten van het plangebied zijn aangemerkt als verwevingsgebied. Hier gelden beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande intensieve veehouderijen.
Conclusie
Voorliggend plan is niet in strijd met het reconstructieplan.
In de provinciale milieuverordening (PMV) Noord-Brabant (herziening februari 2010) is het waterwingebied Vlierden als grondwaterbeschermingsgebied opgenomen, zoals weergegeven op onderstaande afbeelding.
Grondwaterbeschermingsgebied Vlierden
Het blijkt dat de kern Vlierden bijna geheel in de boringsvrije zone ligt. De hieraan verbonden planologische en milieuhygiënische beperkingen zijn in de milieuverordening beschreven. Een en ander vereist een juridisch-planologische doorwerking in de vorm van een algemene gebiedsaanduiding, een zogenaamde 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied'.
De provinciale “Handleiding voor ruimtelijke plannen” (vastgesteld door G.S. d.d. 20-07-2004) geeft aan hoe het streekplan en de uitwerking van het streekplan moeten worden vertaald in ruimtelijke plannen voor de onderdelen bedrijventerreinen, zelfstandige kantoorvestigingen, detailhandel en voorzieningen.
bedrijventerreinen
In de landelijke regio’s (waartoe Vlierden behoort) wordt ernaar gestreefd alleen bedrijven toe te laten die daarin qua aard, schaal en functie als passend kunnen worden beschouwd. De beoordeling van deze aspecten is een kwestie van maatwerk. Teneinde het algemene verstedelijkingsbeleid te laten slagen moet een bedrijf dat de kern ontgroeit - bovengrens 5000 m² - (indien mogelijk) verplaatst worden. Het beleid is er verder op gericht om in kleinere kernen als Vlierden geen aparte bedrijventerreinen aan te leggen.
zelfstandige kantoorvestigingen en voorzieningen
In de landelijke regio’s geldt als uitgangspunt dat de kantoorvestigingen en voorzieningen bezoekersextensief, kleinschalig en ‘vermengbaar’ moeten zijn. Ruimte wordt geboden aan kantoorvestigingen en voorzieningen die qua aard, schaal en functie passen bij de betreffende kern.
detailhandel
In kleine kernen staat wat betreft de overige onderdelen het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving voorop. Deze wordt voor een belangrijk deel bepaald door de omvang en kwaliteit van de aanwezige detailhandel en overige voorzieningen. Om de detailhandelsstructuur te behouden worden de aard en omvang van de detailhandelsvestigingen afgestemd op de aard, omvang en functie van de kern.
Conclusie
Voor Vlierden geldt dat er alleen bedrijven, detailhandel en overige voorzieningen kunnen worden gevestigd die qua aard, schaal en functie als passend kunnen worden beschouwd.
De provincie heeft in 2004 de beleidsnota "Buitengebied in Ontwikkeling" vastgesteld. Deze provinciale nota biedt de directe basis voor onderhavig bestemmingsplan. Aanleiding voor de beleidsnota is de functionele verandering van het buitengebied in het totaal van de hedendaagse ruimtelijke ontwikkelingen. Het agrarische grondgebruik verandert structureel, de betekenis voor de recreatie en andere maatschappelijke functies neemt toe. Vrijkomende boerderijgebouwen leiden tot meer burgerwoningen. Het buitengebied wordt steeds meer onderdeel van het stedelijk netwerk. Behoud en ontwikkeling van natuur en landschap vraagt meer zorg.
Op basis van de beleidsnota "Buitengebied in Ontwikkeling" wordt in bebouwingsconcentraties (dit zijn kernrandzones, bebouwingslinten en -clusters) hergebruik van voormalige agrarische bedrijfslocaties (vab's) voor diverse niet-agrarische functies mogelijk gemaakt, alsmede een (beperkte) toevoeging van nieuw bouwvolume. Hergebruik van vab's kan een bijdrage leveren aan de leefbaarheid door vestiging van zorgfuncties, kleinschalige vormen van dienstverlening, werkgelegenheid, recreatie en soms ook detailhandel.
Daarnaast kan in de bebouwingsconcentraties aan lokale starters, éénmans- en kleinschalige bedrijven (tot circa 5 medewerkers), ruimte worden geboden. Het bedrijf dient dan in ieder geval wel lokaal gebonden te zijn. In bebouwingsconcentraties kan tevens ruimte gevonden worden voor bijvoorbeeld de bouw van 'ruimte voor ruimtewoningen' en/of 'BiO woningen' in ruil voor sloop van stallen op dezelfde locatie of op een andere plek.
Belangrijke randvoorwaarde voor verruimde hergebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden is dat een bijdrage wordt geleverd aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in ruime zin. Daarnaast dient de nieuwe functie qua aard en schaal in de karakteristiek van het gebied te passen en de draagkracht van het gebied niet te overschrijden.