direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene gebruiksregels
Plan: Bestemmingsplan De Vennen - Kleine Bottel e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201008-C001

Artikel 16 Algemene gebruiksregels

16.1 Algemeen

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 13 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

16.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van woningen voor bed&breakfast voorzieningen;
  • c. het gebruik voor een seksinrichting, prostitutie of escortbedrijf;
  • d. het gebruik voor bouwwerken voor recreatieve nachtverblijven als bedoeld in artikel 3 sub 2 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

16.3 Afwijken van de gebruiksregels
16.3.1 Afhankelijke woonruimte
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2 onder a. om een afhankelijke woonruimte toe te staan, mits:
    • 1. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsregeling schriftelijk wordt ingediend en uit de aanvraag de behoefte aan mantelzorg blijkt van de persoon of personen voor wie de afhankelijke woonruimte is bedoeld;
    • 2. het een (vrijstaand) bijgebouw betreft behorende bij een woning binnen een bestemming waarbinnen een permanente (bedrijfs)woning is toegestaan;
    • 3. de ruimte niet meer dan 80 m² bedraagt, en voorts in een toelichting het oppervlak van de afhankelijke woonruimte is aangegeven, alsmede hoe de ruimte concreet wordt ingedeeld en gebruikt;
    • 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
  • b. Degene aan wie de omgevingsvergunning is verleend, diens rechtsopvolger en in ieder geval de hoofdbewoner van het hoofdgebouw, dient de gemeente onmiddellijk te informeren indien de afhankelijke woonruimte niet meer wordt gebruikt door de persoon of personen ten behoeve waarvan de omgevingsvergunning is verleend.
  • c. De omgevingsvergunning zoals genoemd onder a. wordt ingetrokken indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

16.3.2 Bed & breakfastvoorzieningen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2 onder b. teneinde als verruimde gebruiksmogelijkheid van een voor wonen bestemd hoofdgebouw, bed & breakfastvoorzieningen, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de woning blijft voldoen aan het bepaalde in de gemeentelijke bouwverordening en het Bouwbesluit;
  • b. deze nevenactiviteit is enkel in de (bedrijfs)woning en de daarbij behorende bijgebouwen - niet zijnde bedrijfsgebouwen - toegestaan;
  • c. de nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;
  • d. er vindt geen uitbreiding van de bebouwing ten behoeve van de nevenactiviteit plaats;
  • e. de gebruiksoppervlakte mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • f. ten behoeve van bed & breakfastvoorziening zijn niet meer dan 15 bedden toegestaan. Permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;
  • g. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • h. eventueel extra benodigde parkeerplaatsen worden op eigen terrein gerealiseerd;
  • i. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven;
  • j. de bed & breakfastvoorziening mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke en ecologische waarden;
  • k. de cultuurhistorische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.