direct naar inhoud van Artikel 13 Waarde - Archeologie - onderzoeksgebied
Plan: Bestemmingsplan De Vennen - Kleine Bottel e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201008-C001

Artikel 13 Waarde - Archeologie - onderzoeksgebied

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - onderzoeksgebied' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor:

  • a. de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden verwachte archeologische waarden.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de tot 'Waarde - Archeologie - onderzoeksgebied' bestemde gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van:
    • 1. verbouw en/of nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd;
    • 2. de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 50 m²;
    • 3. bouwwerken ten dienste van de in 13.1 genoemde doeleinden en ten dienste van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 meter ten opzichte van het maaiveld.

13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Omgevingsvergunning

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 13.2.1 voor het bouwen van bouwwerken ten dienste van de in 13.1 genoemde doeleinden en ten dienste van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, indien en voor zover:
    • 1. met een archeologisch onderzoek is vastgesteld dat archeologische waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. in voldoende mate is gegarandeerd dat de door middel van archeologisch onderzoek vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld door technische maatregelen of een archeologische opgraving.

13.3.2 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3.1 wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • e. het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
  • f. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 meter ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • h. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
  • i. het aanbrengen van verhardingen;

13.4.2 Uitzonderingen

Het in 13.4.1 vervatte verbod geldt niet:

  • a. voor werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden, welke het normale onderhoud betreffen;
  • b. voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.

13.4.3 Toelaatbaarheid

Voor zover het bepaalde onder 13.4.2 niet van toepassing is, zijn de werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.4.1 slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in 13.1 genoemde waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast.