Toelichting
Herziening Beschermd stadsgezicht Inhoudsopgave HOOFDSTUK 3 Milieu en landschap HOOFDSTUK 4 Juridische planbeschrijving HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Breda is een oude stad. De historie gaat terug tot de vroege Middeleeuwen. De bouw van de burcht en de aantrekking van economische activiteiten leidde in 1252 tot het verlenen van stadsrechten. Deze middeleeuwse stad kende een sterke economische kracht en een sterke groei. Rond 1531 werd de inmiddels voor de stadsmuur gerealiseerde bebouwing binnen de beschermende vesting getrokken. Tot 1870 bleef Breda beperkt tot het gebied binnen de vesting. Daarna werden de werken geslecht en kon de stad in alle richtingen uitgroeien. Het stedelijk leven bleef tot 1870 geconcentreerd binnen de vesting en daarom vormt dat gebied voor een belangrijk deel de identiteit van Breda. De binnenstad is een gebied waar ook nu nog het stedelijk leven zich afspeelt en dit ‘historisch decor’ wordt als vanzelfsprekend gekoesterd. Door het Rijk is die historische stad daarom aangewezen tot Beschermd stadsgezicht. Doel van deze aanwijzing is het beschermen van de historische structuur van de stad en het daarbij horende karakter. De eerste aanwijzing vond plaats op 7 september 1967 toen de middeleeuwse kern van de stad werd aangewezen. Ambitieuze plannen tot verregaande modernisering van de stad en de vorming van een ‘city’ werden daarmee geblokkeerd. Op 14 maart 2013 is door het Rijk een tweede aanwijzing gedaan. Het beschermde gebied werd daarmee sterk uitgebreid. Door deze tweede aanwijzing is nu, grosso modo, het gehele gebied binnen de singels aangewezen, inclusief de singel met de aangelegen bebouwing, alsmede de gehele Baronielaan en de Wilhelminastraat-Ginnekenweg. De aanwijzing van de Ginnekenweg betekent dat daarmee een verbinding tot stand is gekomen met het reeds bestaande Beschermde dorpsgezicht van Ginneken. In het gebied binnen de singels zijn overigens de moderne stadsdelen (Chassépark, Leuvenaarstraat eo, Markendaalseweg en de Sluissingel-Gerardus Majella) buiten het Beschermd stadsgezicht gehouden. Dit betekent overigens niet dat alle panden binnen het Beschermd stadsgezicht zijn aangewezen tot monument. Binnen de singels zijn immers ook talloze moderne gebouwen aanwezig. Maar de ligging van een pand binnen het Beschermd stadsgezicht houdt wel in dat bij veranderingen in/aan dat gebouw extra aandacht dient te worden geschonken aan de cultuur-historische betekenis en dat die betekenis zorgvuldig in de bouwplannen moet worden ingebracht. Kort gezegd, bij het (ver-)bouwen aan panden binnen het Beschermd stadsgezicht moet aan meer regels worden voldaan dat bij andere panden. Om deze doelstelling van het Beschermd stadsgezicht te realiseren is dit Beschermd stadsgezicht op de verbeelding van het bestemmingsplan Binnenstad 2013 opgenomen. Hierdoor ontstaat in juridische zin een grondslag voor het stellen van nadere eisen aan voorgenomen bouwactiviteiten. Bij de toetsing van de aanvraag omgevingsvergunning voor de C2000-mast is gebleken dat de begrenzing van het Beschermd stadsgezicht in het bestemmingsplan Binnenstad 2013 niet geheel overeenstemt met het door het Rijk aangewezen gebied Beschermd stadsgezicht Breda. De begrenzing stemt niet overeen, omdat bij de vaststelling van het bestemmingsplan Binnenstad 2013 slechts een concept-begrenzing waarover ambtelijke overeenstemming bestond, aanwezig was. Na vaststelling van het bestemmingsplan is de begrenzing door het Rijk gewijzigd vastgesteld. Ook voor de andere gebieden waar de nieuwe begrenzing van het Beschermd stadsgezicht geldt (Zandberg, Ginneken, Boeimeer, Ruitersbos, Haagpoort, Tuinzigt, Spoorbuurt, Drie Hoefijzers zuid en Slingerweg), blijkt dat er kleine verschillen zijn. Soms ter grootte van een enkel perceel, soms zelfs nog minder. Er zijn panden en percelen die ten onrechte buiten de begrenzing terecht zijn gekomen, maar er zijn ook panden en percelen die ten onrechte binnen de begrenzing zijn gekomen. Beide situaties zijn onwenselijk, omdat dan de beoogde bescherming niet kan worden gerealiseerd, danwel dat de eigenaar nodeloos met extra eisen worden geconfronteerd. Op de onderstaande figuur is voor een klein deel van het plangebied aangegeven wat de verschillen zijn. De rode vlakken zijn gebieden die ten onrechte binnen de begrenzing zijn getrokken en dus met dit bestemmingsplan niet langer als beschermd stadsgezicht zijn aangemerkt. De groene vlakken zijn alsnog binnen de begrenzing getrokken en worden daarmee belegd met de aanduiding Beschermd stadsgezicht. 1.2 Ligging en plangrenzen Dit bestemmingsplan is er op gericht de correcte begrenzing van het Beschermd stadsgezicht Breda juridisch-planologisch vast te leggen. Dit bestemmingsplan betreft geen verandering van de bestaande regeling Beschermd stadsgezicht, noch van de overige vigerende bestemmingen van het “onderliggende” bestemmingsplannen. Dit bestemmingsplan ziet primair op een reparatie van de verbeelding. Het plangebied omvat zowel de correcte begrenzing van het Beschermd stadsgezicht Breda, als die panden/percelen die onbedoeld buiten de correcte begrenzing terecht zijn gekomen. De begrenzing omvat tevens het Beschermd dorpsgezicht Ginneken, dat geldt voor de dorpskern Ginneken, de Ginnekenweg, alsmede een deel van het aansluitende buitengebied. Hoewel de begrenzing van dit Beschermd dorpsgezicht wel correct op de verbeelding van de respectievelijke bestemmingplannen is opgenomen, is het raadzaam om alle Beschermde stads- en dorpsgezichten binnen één bestemmingsplan te brengen. Daarmee worden alle Beschermde stads- en dorpsgezichten die in de gemeente Breda van kracht zijn op overzichtelijke wijze samengebracht. Tevens kan hiermee worden ingespeeld op de toekomstige methodiek van het omgevingsplan. Het omgevingsplan is immers gebaseerd op een functionele, thematische benadering in plaats van een geografische benadering van het ruimtelijke ordening-instrumentarium. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het voorliggende bestemmingsplan vult aan, corrigeert of geeft opnieuw de correcte begrenzing van de drie van kracht zijnde Beschermde stads- en dorpsgezichten binnen de gemeente Breda. Het plan heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen: onherroepelijk Binnenstad 30.10.2013 Binnenstad, Vlaszak 16.01.2015 Spoorbuurt 17.10.2015 Brabantpark 06.02.2013 Zandberg 09.07.2014 Tuinzigt – Westerpark 27.12.2012 Slingerweg 27.12.2013 Ginneken 06.02.2013 Princenhage – Haagpoort 19.11.2014 Steenakker, Stadionstraat e.o 11.06.2014 Buitengebied Zuid 2013 * 02.11.2011 Drie Hoefijzers Zuid, Partiële Herziening 2010 25.08.2011 Boeimeer 25.04.2006 Ruitersbos 06.01.2009 Stationskwartier 20.05.2009 Breda Zuid-Oost 17.08.1994 1.4 Planvorm Dit bestemmingplan kent een hybride vorm. Het is niet meer dan een reparatie van de begrenzing van het Beschermd stadsgezicht op de verbeelding van diverse bestemmingsplannen. Voor de regels op de betreffende percelen wordt digitale 'doorgelinkt' naar de regels van de onderliggende bestemmingsplannen. HOOFDSTUK 2 Beleid 2.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. Het bestemmingsplan ‘Binnenstad, herziening Beschermd stadsgezicht’ is erop gericht om de vigerende bestemmingsplannen aan te vullen met een correctie ten aanzien van de begrenzing Beschermd stadsgezicht. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan onverkort van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het voorliggende bestemmingsplan. HOOFDSTUK 3 Milieu en landschap 3.1 Inleiding Dit bestemmingsplan heeft enkel betrekking op een correcte weergave van de begrenzing van het Beschermd stadsgezicht op de respectievelijke verbeeldingen. Het Beschermd stadsgezicht is middels een dubbelbestemming op de verbeelding opgenomen. Dit betekent dat er te allen tijde een andere bestemming op het perceel geldt. Deze andere bestemming wordt middels de voorgenomen grenscorrectie niet beïnvloed en blijft onveranderd van kracht. Dit houdt in dat er geen wijzigingen zijn ten aanzien van de milieu-hygiënische aspecten. Voor al die zaken wordt kortheidshalve verwezen naar de respectievelijke “moeder”-plannen. HOOFDSTUK 4 Juridische planbeschrijving 4.1 Hoofdopzet Dit bestemmingsplan heeft enkel betrekking op een correcte weergave van de begrenzing van het Beschermd stadsgezicht op de respectievelijke verbeeldingen. Het Beschermd stadsgezicht is middels een dubbelbestemming op de verbeelding opgenomen. Dit betekent dat er te allen tijde een andere bestemming op het perceel geldt. Deze andere bestemming wordt middels de voorgenomen grenscorrectie niet beïnvloed en blijft onveranderd van kracht. Dit betekent overigens wel dat de bestemmingsplan-informatie van een perceel voor de digitale bezoeker van de site ruimtelijkeplannen.nl op een voor hem onzichtbare, doch complexe, wijze tot stand komt. De bezoeker die op zoek is naar informatie voor een specifiek perceel wordt allereerst naar het voorliggende bestemmingsplan “Binnenstad, herziening Beschermd stadsgezicht” geleid. Hij krijgt dan de relevante informatie over de werking van het Beschermd stadsgezicht. Voor de informatie van de andere bestemming wordt hij ‘doorgelinkt’ naar één van de 17 onderliggende moederplannen. 4.2 Bestemmingen Dit bestemmingsplan kent geen bestemmingen. Zodra de digitale bezoeker informatie van het perceel opvraagt, wordt hij digitaal naar één van de 17 'moeder-plannen' gebracht. Aldaar kan hij alle informatie vinden over de regels in de voor hem relevante bestemmingen en over de toelichting op die bestemmingen. HOOFDSTUK 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Inleiding Dit bestemmingsplan heeft slechts betrekking op een administratieve correctie van de incorrecte begrenzing Beschermd stadsgezicht. De kosten voor dit bestemmingsplan kunnen daarmee niet op derden of op ontwikkelende partijen worden verhaald, zoals de Wro voorschrijft. Er is derhalve geen reden voor een exploitatieplan voor het plangebied, noch voor anterieure overeenkomsten met partijen. 5.2 Financiële haalbaarheid De kosten voor het opstellen van onderhavig bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente Breda. Hiermee wordt het bestemmingsplan uitvoerbaar geacht. HOOFDSTUK 6 Communicatie 6.1 Inleiding In het bestemmingsplanproces bestaan diverse mogelijkheden tot communicatie. De voor dit voorliggende bestemmingsplan relevante communicatie wordt in dit hoofdstuk belicht. 6.2 Procedure 6.2.1 Vooroverleg Het concept ontwerp bestemmingsplan ‘Binnenstad, herziening beschermd stadsgezicht’ is op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening in het kader van het wettelijk vooroverleg toegezonden aan de volgende partijen: de provincie Noord-Brabant; het Waterschap Brabantse Delta; Brandweer Midden- en West-Brabant; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed alle in het gebied liggende wijkraden De Provincie, de Rijksdienst en het Waterschap hebben gereageerd en kunnen instemmen met het plan Vanuit de Wijkraad Stadshart/Valkenberg is aangegeven dat de in de toelichting genoemde datum van 1254, het jaar waarin Breda stadsrechten kreeg, moet zijn het jaar 1252. De toelichting is aangepast. 6.2.2 Zienswijzen Met de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan (voor de duur van zes weken) is de formele vaststellingsprocedure gestart. Gedurende de periode van de terinzagelegging kan iedereen schriftelijk of mondeling zienswijzen tegen het plan inbrengen. De zienswijzen worden samengevat en van commentaar voorzien. Deze zienswijzen zullen worden beoordeeld op het feit of, en zo ja, in hoeverre het ontwerp aanpassing behoeft. Vervolgens zal het college de raad voorstellen het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast te stellen. 6.2.3 Beroep Na vaststelling wordt het plan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze onherroepelijk.