direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene gebruiksregels
Plan: Centrum, stationsgebied e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0753.BPcentrumstationeo-VG01

Artikel 26 Algemene gebruiksregels

26.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen en voor de verkoop van softdrugs.

26.2 Parkeren
26.2.1 Algemeen

Met het oog op de vookomende betemmingen dient in voldoende parkeergelegenheid te zijn voorzien. Wanneer hier niet (meer) aan wordt voldaan, wordt dit als strijdig gebruik aangemerkt, met dien verstande dat een bestaand parkeerterkort niet als strijdig gebruik wordt gezien. Om te bepalen of sprake is van voldoende parkeergelegenheid, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de benodigde parkeergelegenheid wordt bepaald met behulp van de parkeernormen en het parkeerbeleid zoals die zijn opgenomen in 'bijlage 3' en 'bijlage 4', behorende bij deze regels;
  • b. de in lid a bedoelde parkeergelegenheid moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's zoals die zijn opgenomen in 'bijlage 3' en 'bijlage 4', behorende bij deze regels;
  • c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
26.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan afwijken van:

  • a. het bepaalde in artikel 26.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
26.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in artikel 26.2.1 bedoelde parkeernormen te wijzigen.