direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen zonder lpg
Plan: Heusden komgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02009002-VS01

Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen zonder lpg

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen zonder lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen uitgezonderd lpg;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • c. wonen in een bedrijfswoning;
  • d. en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 24.2.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen zonder lpg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 6.1 genoemde doeleinden, waaronder begrepen een kantoor, een winkel en een wasstraat en één bedrijfswoning;
  • b. uitsluitend ondergrondse opslagtanks en bijbehorende vulpunten;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2.2 Regels ter plaatse van het bouwvlak
  • a. Gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, onder de voorwaarde dat in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein.
  • c. De voorgevel dient voor ten minste 70% in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd.
  • d. De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6,50 meter.
  • e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,50 meter.
6.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Het bouwvlak c.q. de voorgevel mag niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van de bouw van een luifels of vergelijkbare voorzieningen, mits de hoogte niet meer dan 6,00 meter bedraagt;
  • b. Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,25 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen of niet meer dan 2,00 meter indien:
    • 1. gelegen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel uitgezonderd bij de hoek van hoekpercelen, waarvoor geldt minimaal 3,00 meter achter de voorgevel en 45 graden uit de hoek van de achterliggende woning en;
    • 2. gelegen minimaal 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of Groen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 20.3.

6.4 Afwijking van de bouwregels
6.4.1 Afwijking voor het overschrijden van de maximale hoogte van erfafscheidingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 2,00 meter op een afstand van minder dan 1,00 meter uit de bestemming Verkeer onder de voorwaarden dat:

  • a. de erfafscheiding minimaal 1,00 meter achter de lijn in het verlengde van de feitelijke voorgevel van de woning (gelet op de oriëntatie van de woning en situering van de woning op het bouwperceel) ligt;
  • b. gelet op de situering en/of wijze van uitvoering van de erfafscheiding, geen nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid ontstaan;
  • c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Specifieke gebruiksregels voor de gronden

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. open bedrijfsterrein;
  • b. parkeren;
  • c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. groen en/of tuin;
  • e. oppervlakteverhardingen;
  • f. opslag en de uitstalling van goederen, achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens tot een hoogte van niet meer dan 2,00 meter.
6.5.2 Specifieke gebruiksregels voor de opstallen

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de opstallen:

  • a. voor bewoning, tenzij het bewoning van bedrijfswoningen betreft;
  • b. voor detailhandel, met uitzondering van de verkoop van nevenproducten, dan wel producten waarvan de verkoop voortvloeit uit, en ondergeschikt is aan het 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', mits de verkoopruimte één geheel vormt met het brandstofverkooppunt en de bedrijfsvloeroppervlakte van de detailhandelsactiviteiten niet meer bedraagt dan 75 m²;
  • c. groothandel;
  • d. voor dienstverlening;
  • e. voor horeca, anders dan voor het nuttigen van ter plaatse verkrijgbare spijzen en dranken en voorts ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
  • f. voor kantoren, anders dan als onderdeel van de bedrijfsactiviteiten;
  • g. voor recreatie;
  • h. als verkooppunt van explosiegevaarlijke stoffen;
  • i. voor industriële doeleinden;
  • j. voor opslag, anders dan in verband met het toegestane gebruik, die valt onder de Wet milieubeheer.