Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. groen, zoals trapvelden, speelplaatsen, plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen;
-
b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratie- en buffervoorzieningen;
-
c. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
-
d. evenemententerrein, ter plaatse van de aanduiding 'evenementterrein'.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 29.2.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de in artikel 10.1. genoemde doeleinden;
-
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals straatmeubilair, zitbanken, afvalbakken, honden- en speelvoorzieningen, ten behoeve van de in artikel 10.1 genoemde doeleinden.
10.2.2 Overige regels met betrekking tot bebouwing
-
a. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m².
-
b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3,25 meter.
-
c. De hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,25 meter met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 23.4.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de grond anders dan voor standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits:
-
a. het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt;
-
b. het geen onomkeerbare verandering van de in artikel 10.1. genoemde doeleinden tot gevolg heeft.
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Groen' wijzigen:
-
a. in de bestemming 'Bedrijf-Nutsvoorziening' conform het bepaalde in artikel 26.3;
-
b. en ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3' een kinderboerderij toestaan conform het bepaalde in artikel 26.10.