direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: BP Woongebieden Asten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02009001-VS01

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. religieuze, educatieve, sociaal-culturele- en overheidsdoeleinden;
  • b. wonen ondergeschikt aan de hoofdfunctie of ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. het exploiteren van een vergaderaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – vergaderaccommodatie';
  • d. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 11.1. genoemde doeleinden;
  • b. één woning ondergeschikt aan de hoofdfunctie of meergezinswoningen/gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2.2 Regels ter plaatse van het bouwvlak
  • a. Gebouwen dienen in het bouwvlak te worden opgericht.
  • b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd tenzij een bebouwingspercentage is aangeduid. Het bouwvlak mag dan worden bebouwd tot het maximaal aangeduide bebouwingspercentage.
  • c. De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte zoals aangeduid en indien niet aangeduid niet meer dan de bestaande hoogte.
  • d. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte zoals aangeduid en indien niet aangeduid niet meer dan de bestaande hoogte.
  • e. Detailhandel is uitsluitend op de begane grond toegestaan tot een maximale oppervlakte van 100 m².
11.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Binnen het bestemmingsvlak mag de oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak maximaal 100 m² bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. bijgebouwen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel zijn gelegen;
    • 2. bijgebouwen minimaal 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of groen zijn gelegen.
    • 3. de gronden gelegen binnen het bestemmingsvlak maar buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% worden bebouwd;
    • 4. de goothoogte van een bijgebouw niet meer dan 3,25 meter bedraagt;\
    • 5. bijgebouwen mogen worden afgedekt met kap mits de bouwhoogte van de bijgebouw niet meer bedraagt dan 5,50 meter.
  • b. Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,25 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen of niet meer dan 2,00 meter indien:
    • 1. gelegen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel; en
    • 2. gelegen minimaal 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of Groen,

met dien verstande dat ter plaatse van Bergweg 26 de hoogte van erfafscheidingen overal 2,00 meter mag bedragen.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 23.4.

11.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

  • a. vergroting van de maximale hoogte van 1,00 meter van erfafscheidingen bij percelen grenzend aan de bestemming Verkeer of Groen, conform het bepaalde in 25.5.;
  • b. kunstwerken, kunstobjecten, speelvoorzieningen en vlaggenmasten conform het bepaalde in artikel 25.11.
11.5 Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Specifieke gebruiksregels van de gronden

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. parkeren;
  • b. groen en/of tuin;
  • c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. oppervlakteverhardingen;
  • e. opslag, overeenkomstig het normale toegelaten gebruik;
  • f. speelvoorzieningen.
11.5.2 Specifieke gebruiksregels van de opstallen

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de opstallen:

  • a. voor bewoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • b. voor ambachtelijke en industriële doeleinden;
  • c. voor detailhandel en groothandel, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik;
  • d. voor dienstverlening anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik;
  • e. voor horeca, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik en met uitzondering van vergaderaccommodaties ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – vergaderaccommodatie';
  • f. voor kantoren, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik;
  • g. voor recreatie;
  • h. als verkooppunt voor motorbrandstoffen of andere explosiegevaarlijke stoffen;
  • i. als seksinrichting of escortbedrijf;
  • j. voor opslag, anders dan in verband met het toegestane gebruik, die valt onder de Wet milieubeheer.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid.

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Maatschappelijk' wijzigen in de bestemming 'Wonen' conform het bepaalde in artikel 26.5.