direct naar inhoud van Artikel 10: Bos
Plan: Aldtsjerk, Wyns en Bartlehiem 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0737.10BPI-vi01

Artikel 10: Bos

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en bebossing;
  • b. groenvoorzieningen;

waarbij de bestaande landschappelijke en natuurwaarden van de gronden zoveel mogelijk in stand worden gehouden;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. het recreatief medegebruik;
  • d. paden en wegen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten.
10.2. Bouwregels
10.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 10.1 onder i. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van masten, palen, gedenktekens en kunstobjecten ten hoogste 6 meter zal bedragen;
      tenzij de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste de in die aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen;
  • c. er zullen geen windturbines worden gebouwd.
10.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.3.1. Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 100 m², zodanig dat er een verschil in hoogte, c.q. diepte ten opzichte van het bestaande maaiveld ontstaat van meer dan 0,3 m;
  • b. het aanleggen van verharde en halfverharde paden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik.
10.3.2. Uitzondering

Het in lid 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
10.3.3. Voorwaarden

De in lid 10.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke of natuurwaarden van de gronden.