direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Jachthaven
Plan: Kom Vinkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bp003komvinkeveen-oh01

Artikel 15 Recreatie - Jachthaven

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. jachthavens;
  • b. watersport;
  • c. één bedrijfswoning per bedrijf;

inclusief daaraan verwante en ondergeschikte:

  • d. detailhandel;
  • e. dienstverlening;
  • f. horeca uitsluitend voor bestaande horeca ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' en ondergeschikt aan de hoofdbestemming;
  • g. dagrecreatieve voorzieningen;

en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'museum' tevens voor:

  • h. museum;

met daarbij behorende:

  • i. toegangswegen en -paden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

15.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid en mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de maximale goothoogte vermeerderd met 5 meter;
15.2.2 Aanvullende bijgebouwen
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.1 sub a mogen buiten de bouwvlakken bijgebouwen worden gebouwd;
  • d. de afstand van bijgebouwen tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 3 meter;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • g. de bouwhoogte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 4 meter;
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • h. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
    • 3. 2 meter voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 1,5 meter voor kisten met een maximale oppervlakte van 4 m2;
    • 5. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.3 Nadere eisen
15.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, nadere eisen te stellen, met betrekking tot:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de situering van in- en uitritten;
  • c. situering van en het aantal parkeervoorzieningen;
  • d. open opslag van goederen en materialen.
15.3.2 Voorwaarden

De bevoegdheid onder lid 15.3.1 sub a wordt toegepast met het oog op:

  • e. de gebruiksmogelijkheden ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  • f. de gebruiksmogelijkheden in verband met gewenste parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein;
  • g. de verkeersveiligheid ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van verkeersveiligheid, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen, bochten en in- en uitritten niet gewenst is;
  • h. de brandveiligheid ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is en waarbij rekening wordt gehouden met het waarborgen, in stand houden c.q. tot stand brengen van een brandveilige situatie en goede bereikbaarheid;
  • i. er dient vooraf advies ingewonnen te worden bij de waterbeheerder.