direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Kom Vinkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bp003komvinkeveen-oh01

Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' voor volkstuinen;
  • b. dagrecreatieve terreinen;
  • c. tuinen;
  • d. openbare groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen op eigen terrein;

met daarbij behorende:

  • f. toegangswegen en -paden;
  • g. voet- en fietspaden;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels

Op of in de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' mag enkel één gebouw per volkstuin worden gebouwd van maximaal 4 m2 waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • a. indien op een bouwperceel bouwvlakken zijn aangeduid, dienen gebouwen binnen de bouwvlakken te worden gebouwd;
  • b. voor de overige bouwpercelen geldt dat per bouwperceel één gebouw is toegestaan met een maximale oppervlakte van 20 m², mits de oppervlakte van het bouwperceel groter is dan 250 m²;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder 14.2 sub b en c geldt dat ter plaatse van de aanduiding bouwvlak een hoofdgebouw is toegestaan en de goothoogte van dit hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)';
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
    • 3. 2 meter voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 1,5 meter voor kisten met een maximale oppervlakte van 4 m2;
    • 5. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, nadere eisen te stellen, met betrekking tot:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de situering van in- en uitritten;
  • c. situering van en het aantal parkeervoorzieningen;
  • d. open opslag van goederen en materialen.
14.3.2 Voorwaarden

De bevoegdheid onder lid 14.3.1 sub a wordt toegepast met het oog op:

  • e. de gebruiksmogelijkheden ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  • f. de gebruiksmogelijkheden in verband met gewenste parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein;
  • g. de verkeersveiligheid ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van verkeersveiligheid, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen, bochten en in- en uitritten niet gewenst is;
  • h. de brandveiligheid ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is en waarbij rekening wordt gehouden met het waarborgen, in stand houden c.q. tot stand brengen van een brandveilige situatie en goede bereikbaarheid.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stalling' mogen recreatieboten 24 uur per dag gestald worden.