direct naar inhoud van 4.4 Verkeerslawaai
Plan: Plusmarkt Abcoude
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BPP006kootsuperAbc-va01

4.4 Verkeerslawaai

Beoogde ontwikkeling

Binnen het plangebied worden 35 nieuwe woningen gerealiseerd. Woningen zijn ingevolge de Wet geluidhinder geluidsgevoelige functies waarvoor akoestisch onderzoek uitgevoerd moet worden indien deze zich bevinden binnen de geluidszone van een gezoneerde (spoor)weg.

Bij verkeerslawaai wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende bronnen/typen geluid. In onderhavig plan is sprake van de volgende bronnen:

  • Wegverkeerslawaai en;
  • Railverkeerslawaai.

4.4.1 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader

Normstelling

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege verkeer op een weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. In tabel 4.4 is hiervan een overzicht opgenomen. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.

De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Tabel 4.4 Geluidszones

  aantal rijstroken   zonebreedte  
binnenstedelijk
(binnen de bebouwde kom m.u.v. autowegen en autosnelwegen)  
1 of 2   200 m  
  3 of meer   350 m  
buitenstedelijk
(buiten de bebouwde kom, autowegen en autosnelwegen)  
1 of 2   250 m  
  3 of 4   400 m  
  5 of meer   600 m  

30 km/h-wegen

Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en /of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde.

Daarnaast is van belang dat zodanige gevelmaatregelen worden genomen dat de maximaal aanvaarde binnenwaarde op grond van het Bouwbesluit ten hoogste 33 dB bedraagt.

Akoestisch onderzoek

De ontwikkeling is niet gelegen binnen de geluidszone van een gezoneerde weg. Om de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting van de niet-gezoneerde 30 km/h-wegen te beoordelen, is de geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de Amsterdamsestraatweg en de Broekzijdselaan berekend.

Rekenmethodiek

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006). De geluidsbelasting aan de buitengevels van de beoogde ontwikkeling is berekend voor het prognosejaar 2021.

Verkeersintensiteiten

Voor de gebruikte verkeersintensiteiten wordt verwezen naar paragraaf 4.3. Om de verkeersintensiteiten over 10 jaar te bepalen (2021) is gebruikgemaakt van een ophoging met een autonome groei van het wegverkeer. Hierbij is uitgegaan van een autonome groei van het wegverkeer op de genoemde wegen met circa 1,5% per jaar tussen 2017 en 2021.

Tabel 4.5 Verkeersintensiteiten afgerond op 100-tallen

weg   2017
(variant 1)  
2017
(inclusief ontwikkeling)  
2023
 
Amsterdamsestraatweg   2.324   4.328   4.732  
Broekzijdselaan   8.250   9.021   9.864  

Voertuigverdeling

De voertuigverdeling op de 30 km/h-wegen is gebaseerd op het Beleidsplan Verkeer en Vervoer van de gemeente Abcoude dat is opgesteld door Goudappel Coffeng. In tabel 4.6 is deze voertuigverdeling weergegeven.


Tabel 4.6 Voertuigverdeling 30 km/h-wegen

  dagperiode   avondperiode   nachtperiode   etmaal  
lichte mvt   95,00 %   95,00 %   95,00 %   95,00 %  
middelzware mvt   4,00 %   4,00 %   4,00 %   4,00 %  
zware mvt   1,00 %   1,00 %   1,00 %   1,00 %  
etmaalverdeling   6,54 %   3,76 %   1,00 %   n.v.t.  

Overige berekeningsuitgangspunten

Voor het berekenen van de geluidsbelasting zijn ook de maximumsnelheid en wegdekverharding van de wegen relevant. In tabel 4.7 staan deze uitgangspunten vermeld. Om een representatief beeld te krijgen van de geluidsbelasting aan de gevels ten gevolge van de omliggende 30 km/h-wegen, is de geluidsbelasting berekend op een hoogte van 4,5, 7,5 en 10,5 m ten opzichte van het maaiveld. Voor de ruimte voor 'bijzondering' is tevens de geluidsbelasting berekend op een hoogte van 13,5 m. Deze waarneemhoogten zijn gebaseerd op de mogelijke bouwhoogte op deze locatie (3 en 4 woonlagen). Bovendien wordt in de SRM I-berekening rekening gehouden met de objectfractie en de verhardingsbreedte. De objectfractie is de weerkaatsing van geluid door nabijgelegen gebouwen. De verhardingsbreedte wordt berekend vanaf de wegas tot de gevel. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 5.

Tabel 4.7 Snelheid en wegdekverharding

weg   maximum- snelheid   wegdektype  
Broekzijdselaan   30 km/h   DAB  
Amsterdamse- straatweg   30 km/h   DAB  

Aftrek conform artikel 110g Wgh

Aangezien beoordeling van het geluidsniveau plaatsvindt aan de hand van de normen van de Wgh als zou er sprake zijn van gezoneerde wegen is bij de beoordeling eveneens toepassing gegeven aan artikel 110g van de Wgh. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Conform artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 geldt voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een maximumsnelheid van 70 km/h of meer geldt een aftrek van 2 dB. Op alle in deze rapportage genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.

Resultaten niet-gezoneerde wegen 30 km/h-wegen

Ten gevolge van het verkeer op de Amsterdamsestraatweg bedraagt de maximale geluidsbelasting 56 dB. Deze waarde komt voor aan de gevels grenzend aan de Amsterdamsestraatweg op de eerste bouwlaag. Op deze overige bouwlagen ligt de geluidsbelasting op 55 dB of lager. Hierbij is sprake van een overschrijding van de richtwaarde van 48 dB.

Ten gevolge van het verkeer op de Broekzijdselaan bedraagt de maximale geluidsbelasting 52 dB. Deze waarde komt voor aan de gevels grenzend aan de Broekzijdselaan op de eerste en tweede woonlaag. Op de overige woonlagen bedraagt de maximale geluidsbelasting 51 dB. Ook hierbij wordt de richtwaarde van 48 dB overschreden.

De gedetailleerde berekeningsresultaten zijn opgenomen in bijlage 5.

Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting

De geluidsbelastingen aan de gevels van de ontwikkeling kunnen worden gereduceerd door maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar. De eerste mogelijkheid is het beperken van de verkeersomvang, de snelheid of wijziging van de samenstelling van het verkeer. Deze maatregelen zijn alleen mogelijk als de functie van de weg wordt gewijzigd. Wijziging van de functie van de wegen stuit op overwegende bezwaren van verkeers- en vervoerskundige aard. De Broekzijdselaan en de Amsterdamsestraatweg behoren tot de interne ontsluitingsstructuur van Abcoude. De functie van de wegen dient ten behoeve van een goede bereikbaarheid binnen de kern Abcoude te worden behouden.

Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding. Hierbij kan worden gedacht aan het asfalteren van beide wegen met een geluidsreducerend asfalttype. Toepassing van geluidsreducerende wegdekverhardingen stuit vanwege de kosten op overwegende bezwaren van financiële aard.

Maatregelen in het overdrachtsgebied in de vorm van geluidsafschermende voorzieningen (scherm of wal) stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige aard. Ook stuit een geluidsafschermende voorziening op overwegende bezwaren van financiële aard. Een andere maatregel zoals het vergroten van de afstand tussen wegas is fysiek niet mogelijk. Het bouwplan zou dan niet meer inpasbaar zijn. Er is dan ook sprake van een aanvaardbare akoestische situatie.

Conclusies

Ten gevolge van het verkeer op de Amsterdamsestraatweg en de Broekzijdselaan is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Het aspect wegverkeerslawaai staat de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

4.4.2 Railverkeerslawaai

Toetsingskader

Normstelling

Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone van een gezoneerde spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting vanwege deze spoorweg. Voor nieuwe woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wgh 55 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. De uiterste grenswaarde bedraagt 68 dB. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

Akoestisch onderzoek

Geluidszones

De ontwikkeling is gelegen binnen de zone van de gezoneerde spoorweg tussen Amsterdam en Breukelen (traject 413). De zonebreedte van dit traject bedraagt 600 m uit de kant van de buitenste spoorstaaf en overlapt daarmee het plangebied dat op circa 540 m afstand van de as van het spoor gelegen is.

Berekeningsuitgangspunten

Voor de berekeningen is uitgegaan van de berekeningsuitgangspunten conform het Akoestisch Spoorboekje uit 2011 (ASWIN 2011). In ASWIN 2011 zijn geen prognoses meer geleverd. Dit is een uitvloeisel van het Reken- en meetvoorschrift 2006 waarin gesteld wordt: 'Omdat er omtrent de prognose voor het maatgevende jaar in de toekomst geen generieke uitspraken kunnen worden gedaan, is dat deel van het emissieregister vervallen'. Er wordt in de geluidsberekeningen dan ook niet van prognosejaren uitgegaan zoals voorheen maar van de toekomstige geluidsproductieplafonds. Deze geluidsproductieplafonds zijn echter nog niet vastgesteld. Vooruitlopend op het vaststellen van de geluidsproductieplafonds wordt een andere berekeningswijze gehanteerd, die de uiteindelijke geluidsproductieplafonds voorlopig het beste benaderen. We spreken hier dan ook van een voorlopige methode die kan worden toegepast tot het moment van in werking treden van de geluidsproductieplafonds (bron: brief Prorail, 30 november 2009). Op basis van deze methode wordt het gemiddelde van de jaren 2006, 2007 en 2008 berekend en vermeerderd met 1,5 dB. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 6.

Er zijn berekeningen uitgevoerd op de waarneemhoogtes 4,5, 7,5, 10,5 en 13,5 m. Verder is gerekend met een hoogteligging van het spoor van 1 m boven maaiveld. ASWIN hanteert een standaard hoogteligging van 2 m boven maaiveld. Ter plaatse van de locatie ligt het spoor echter deels onder maaiveldniveau (aquaduct). Daarom is de gemiddelde hoogteligging beperkt naar beneden bijgesteld en wordt uitgegaan van de ligging van 1 m boven maaiveld.

Resultaten

Ten gevolge van het railverkeer bedraagt de maximale geluidsbelasting 55 dB (inclusief bijtelling van 1,5 dB), zie tabel 4.8. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de afschermende werking van tussengelegen bebouwing. De geluidsbelasting overschrijdt echter ook zonder de afschermende bebouwing de voorkeursgrenswaarde ten aanzien van railverkeerslawaai (55 dB) niet. De daadwerkelijke geluidsbelasting als gevolg van railverkeer zal nog lager zijn. Er wordt dan ook op de planlocatie voldaan aan de eisen vanuit de Wgh ten aanzien van railverkeerslawaai.

Tabel 4.8 Geluidsbelasting (in dB) spoorweglawaai op verschillende waarneemhoogtes

waarneemhoogte   4,5 m   7,5 m   10,5 m   13,5 m  
Lden 2006   54,20   54,40   54,70   55,00  
Lden 2007   52,80   53,00   53,20   53,50  
Lden 2007   51,70   51,90   52,20   52,50  
         
Lden gemiddeld   52,90   53,10   53,37   53,67  
ggp*   1,50   1,50   1,50   1,50  
toetsingswaarde   54,40   54,60   54,87   55,17  

* geluidsproductieplafond

Conclusies

Voor de nieuwe woningen is sprake van een aanvaardbare akoestische situatie. De Wgh staat de realisatie van het plan niet in de weg.