Plan: | Vinkeveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0736.BP017vinkeveld-va01 |
De parkeernormen voor Vinkeveld zijn gebaseerd op de Notitie parkeernormen gemeente De Ronde Venen 2004.
Bij het opstellen van de nieuwe parkeernormen is de parkeerbehoefte gekoppeld aan het autobezit per type woningen, gecategoriseerd naar marktwaarde en grootte volgens de onderstaande tabel. De categorisering naar grootte is gewenst om tot objectieve parkeernormen te komen die te gebruiken zijn in bestemmingsplannen en andere ruimtelijke visies.
categorie woning | eengezinswoning | appartement |
woning duur | 350 m³ of hoger | 260 m³ of hoger |
woning midden | 240 tot 350 m³ | 180 tot 260 m³ |
woning goedkoop | 240 m³ of lager | 180 m³ of lager |
Tabel 1, woningcategorisering naar marktwaarde en grootte in de gemeente De Ronde Venen
Op basis van de woningcategorisering worden de parkeerkencijfers uit de ASVV 2004 gehanteerd als basis voor de parkeernormering. De gemeente De Ronde Venen behoort tot de klasse ‘matige stedelijk’. Anders dan in de tabellen uit de ASVV 2004 wordt er per woningcategorie één parkeernorm opgesteld, zonder het onderscheid naar ‘stadsdeel’.
categorie woning | parkeernorm | aandeel bezoekers |
woning duur | 2,1 | 0,3 per woning |
woning midden | 1,9 | 0,3 per woning |
woning goedkoop | 1,7 | 0,3 per woning |
serviceflat/aanleunwoning | 0,6 | 0,3 per woning |
Tabel 2, parkeernormen in de gemeente De Ronde Venen
Voor Vinkeveld worden de bovenstaande normen uit de Notitie parkeernormen gemeente De Ronde Venen 2004 gehanteerd.In het onderstaand schema zijn deze normen gecombineerd met de berekeningsaantallen voor parkeren op eigen terrein (conform ASVV 2004) die voor Vinkeveld gehanteerd worden.
Bij het berekenen van het minimaal benodigde aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte dient eerst te worden bepaald tot welke categorie de woningen behoren aan de hand van tabel 1. Aan de hand daarvan kan met de parkeernormen uit tabel 2 worden berekent hoeveel parkeerplaatsen er gerealiseerd dienen te worden. Deze hoeven niet allemaal in de openbare ruimte worden gerealiseerd. Het uitgangspunt is dat bij vrijstaande woningen, twee-onder-één-kapwoningen er twee parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd, en bij de patiowoningen één parkeerplaats op eigen erf.
Voor het bepalen van het aantal minimaal benodigde parkeerplaatsen in de openbare ruimte wordt het totaal aantal benodigde parkeerplaatsen verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen erf. Hierbij wordt voor de parkeerplaatsen op eigen erf het berekeningsaantal gebruikt uit tabel 3.
Er dient daarbij, ongeacht het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein, altijd minimaal 0,3 parkeerplaatsen per woning in de openbare ruimte gerealiseerd te worden.
Categoriën | goedkoop | middenduur | duur | ||||
Basisparkeernormen | 1,7 | 1,9 | 2,1 | ||||
Parkeersituatie eigen terrein | berekeningsaantal eigen terrein | parkeernormen openbaar gebied | |||||
a | enkele oprit zonder garage | 0.8 | 0.9 | 1.1 | 1.3 | ||
b | lange oprit zonder garage | 1.0 | 0.7 | 0.9 | 1.1 | ||
c | dubbele oprit zonder garage | 1.7 | 0.3 | 0.3 | 0.4 | ||
d | enkele oprit met garage | 1.0 | 0.7 | 0.9 | 1.1 | ||
e | lange oprit met garage | 1.3 | 0.4 | 1.6 | 0.8 | ||
f | dubbele oprit met garage | 1.8 | 0.3 | 0.3 | 0.3 | ||
Tabel 3 Parkeernormen voor Vinkeveld