direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Kom Mijdrecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BP005kommijdrecht-oh01

5.3 Luchtkwaliteit

5.3.1 Wettelijk kader

Wet Luchtkwaliteit

Het wettelijke stelsel voor luchtkwaliteitseisen wordt weergegeven in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit wettelijk stelsel is van kracht sinds november 2007 en wordt ook wel de 'Wet luchtkwaliteit' (verder Wlk) genoemd.

In algemene zin kan worden gesteld dat de Wlk bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen van maximumconcentraties voor een aantal componenten. Hierbij gaat het om componenten als zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx als NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), koolmonoxide (CO), lood, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen.

Voor wat betreft de componenten zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx als NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), koolmonoxide (CO), lood en benzeen wordt in de Wlk aangegeven op welke termijn aan de normen voldaan dient te worden en welke bestuursorganen verantwoordelijkheden hebben bij het realiseren van de normen. De normen zijn gebaseerd op recente inzichten van de WHO (World Health Organisation) in de mogelijke effecten van luchtverontreinigingen op de gezondheid van de mens. Voor bovengenoemde componenten zijn grenswaarden geformuleerd. Voor de componenten ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen zijn aanvullend richtwaarden opgenomen.

In Nederland kunnen twee componenten van de eerder genoemde componenten problemen opleveren met betrekking tot overschrijding van de grenswaarden. Het betreft hierbij NO2 en fijn stof (PM10). NO2 wordt beïnvloed door het wagenpark (verkeersbewegingen). Aangezien deze emissies problemen kunnen opleveren met betrekking tot overschrijdingen van de grenswaarden worden enkel deze componenten in onderhavig onderzoek in beschouwing genomen. Fijn stof (PM10) wordt beïnvloed door grote industriële bronnen (met name uit het buitenland), diffuse bronnen zoals het totale wagenpark, natuurlijke bronnen en in mindere mate door lokale bronnen.

Verder kan worden opgemerkt dat in de Wlk ook grenswaarden zijn opgenomen voor de component PM2,5. PM2,5 heeft echter een directe relatie met PM10 waardoor kan worden gesteld dat wanneer aan de grenswaarde voor PM10 wordt voldaan ook aan de grenswaarde voor PM2,5 wordt voldaan. Derhalve wordt de component PM2,5 in onderhavig onderzoek buiten beschouwing gelaten.

 

Ruimtelijke ontwikkelingen en de 'Wet Luchtkwaliteit'

In de Wlk is een flexibele koppeling aanwezig tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit. Projecten die 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreinigingen hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen (in de vorm van grenswaarden). Projecten die wel 'in betekenende mate' (IBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging, worden in principe opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Indien een IBM-project niet in het NSL is opgenomen, kan het project eventueel alsnog doorgang vinden. Realisatie van een project is dan alleen mogelijk bij een expliciete toetsing aan de grenswaarden waarbij geen overschrijding door de aangevraagde activiteiten wordt veroorzaakt.

Het begrip NIBM bijdragen speelt dus een belangrijke rol in de regelgeving en is uitgewerkt in het Besluit Niet in betekenende mate bijdragen en de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen. In de regelgeving zijn alleen voor de componenten NO2 en PM10 NIBM-grenzen opgenomen aangezien dit in Nederland de meest kritische componenten zijn. Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een toename van de afzonderlijke concentraties van de componenten NO2 en PM10 veroorzaakt van maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarden van NO2 en PM10. Dit komt overeen met 1,2 µg/m³. Deze maximale bijdrage is van toepassing op de minst gunstige plaats (zijnde de 'worst place' benadering).

Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:

  • 1. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie uit de Regeling NIBM valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig.
  • 2. Op een andere wijze aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 3% criterium.
    • a. hiervoor kunnen verspreidingsberekeningen nodig zijn;
    • b. door kwalitatief inzichtelijk te maken dat een project als NIBM kan worden aangemerkt.

Aangezien een deel van de te realiseren plannen niet rechtstreeks onder een categorie uit de Regeling NIBM is te scharen, zullen verspreidingsberekeningen worden uitgevoerd. De resultaten van de berekeningen zullen hierbij rechtstreeks worden getoetst aan de grenswaarde uit de 'Wlk'. In het volgende hoofdstuk zal hier nader op in worden gegaan.

5.3.2 Onderzoek

Om te bepalen of met dit bestemmingsplan wordt voldaan aan de eisen van de Wet luchtkwaliteit, is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek. Het volledige rapport is opgenomen in Bijlage 1.

De realisatie van de plannen voor de Kom Mijdrecht zullen leiden tot een verandering van de verkeersintensiteiten op de belangrijkste toevoerwegen. De gevolgen van deze veranderde verkeersbewegingen kunnen onder andere leiden tot verandering van de lokale luchtkwaliteit ten opzichte van de situatie zonder deze plannen. Derhalve is de invloed van de verkeersaantrekkende werking op de omliggende wegen inzichtelijk gemaakt. Daarbij is de situatie voor en na realisatie van de plannen onderzocht. Verder is als jaar van realisatie van het plan uitgegaan van het jaar 2012 (jaar van vaststelling van het bestemmingsplan) en als toekomstig jaar, het jaar 2020.

De wegen welke in beschouwing genomen zullen worden, betreffen de wegen in een sluitend kordon rondom het centrum. Daarnaast zijn nog enkele belangrijke ontsluitingswegen aansluitend op dit kordon in beschouwing genomen. De wegen zijn:

  • 1. Hofland
  • 2. Rondweg
  • 3. Bozenhoven
  • 4. Prinses Margrietlaan/Anselmusstraat
  • 5. Nijverheidsweg
  • 6. Stationsweg
  • 7. Industrieweg
  • 8. Dukaton
  • 9. Ambachtsherensingel/Dokter van den Berglaan

Deze wegen zijn weergegeven in onderstaande figuur 5.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0736.BP005kommijdrecht-oh01_0010.jpg"

Figuur 5.3: Onderzochte wegen

In het onderzoek zijn de concentraties langs de beschouwde wegen berekend en getoetst aan de grenswaarde uit de Wet luchtkwaliteit. Daarbij is gebleken dat de berekende concentraties langs alle beschouwde wegen voor de componenten NO2 en PM10 voor zowel 2012 als 2020 beneden de grenswaarde uit de Wlk zijn gelegen. Daarnaast ligt langs alle beschouwde wegen het berekende aantal overschrijdingen voor zowel de uurgemiddelde NO2 concentratie als de daggemiddelde PM10 concentratie voor zowel 2012 als 2020 beneden de gestelde grenswaarde uit de Wlk.

Het verschil tussen de autonome situatie en de plansituatie varieert van toenames tot afnames in de concentraties. De maximale toename voor de component NO2 bedraagt hierbij 4,0 µg/m³. Deze doet zich voor langs de Nijverheidsweg in het jaar 2012. De maximale toename voor de component PM10 bedraagt 0,6 µg/m³. Deze doet zich ook voor langs de Nijverheidsweg voor het jaar 2012. De overige toenames zijn allen beneden de 1,2 µg/m³ gelegen. Ondanks deze toenames worden nergens overschrijdingen van de grenswaarde berekend voor zowel de autonome als de plansituatie. Samenvattend kan dan ook worden geconcludeerd dat de reconstructie van het centrum van Mijdrecht wat betreft de jaren 2012 als 2020 voldoet aan de eisen uit de Wet luchtkwaliteit.