direct naar inhoud van 5.5 Luchtkwaliteit
Plan: Vlissingen bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.bpbuitengebied-vg99

5.5 Luchtkwaliteit

Beleid en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet luchtkwaliteit (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 ìg / m³   2010  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   40 ìg / m³   2005  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg / m³   2005  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen, indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek luchtkwaliteit

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Er is dan ook geen sprake van een toenemende verkeersproductie, met een significante bijdrage aan de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg. Onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk.

Consequenties voor bestemmingplan

Vanwege het feit dat de voorliggende bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, kan worden geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor voorliggend bestemmingsplan.

Geurcontouren rioolwaterzuivering

De rioolwaterzuivering aan de Fort de Ruyterweg zuivert het afvalwater van heel Walcheren. De immissiesituatie is getoetst aan de richtlijnen volgens de betreffende brancheregeling in de NeR voor bestaande installaties, te weten:

  • 3 ge/m³ als 98-percentiel ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing, lintbebouwing of andere geurgevoelige objecten;
  • 7 ge/m³ als 98-percentiel ter plaatse van verspreid liggende woningen en woningen op industrieterreinen.

Uit de berekeningen en toetsing in het kader van de milieuvergunning is gebleken dat aan de genoemde normen wordt voldaan. Figuur 11 geeft een overzicht van de geurcontouren van de rioolwaterzuivering.

afbeelding "i_NL.IMRO.0718.bpbuitengebied-vg99_0011.jpg"

Figuur 11. Geurcontour rioolwaterzuivering