direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Vlissingen bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.bpbuitengebied-vg99

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – garagebedrijf' : uitsluitend voor een garagebedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' : uitsluitend voor opslag, met dien verstande dat risicovolle inrichtingen zijn uitgesloten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – tingieterij' : uitsluitend voor een tingieterij;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – aannemer' : uitsluitend voor een aannemersbedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' : uitsluitend voor een waterzuiveringsinstallatie;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot' : uitsluitend voor een baggerspeciedepot;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'gronddepot' : uitsluitend voor een gronddepot;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' : uitsluitend voor een windturbine;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – waterdistributiebedrijf' : uitsluitend een waterdistributiebedrijf;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'munitiedepot' : uitsluitend een munitiedepot;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' : tevens voor een bedrijfswoning;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' : tevens voor een zorginstelling ten behoeve van dagbesteding voor personen met een verstandelijke beperking;
  • m. plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor de bescherming van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen;
  • n. productiegebonden detailhandel en kantoor als ondergeschikte nevenactiviteit;
  • o. bij de bestemming behorende erven, tuinen, groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen;
  • p. andere, bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals laad- en losvoorzieningen;
  • q. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning, al dan niet met een huisverbonden beroep en/of bedrijf, is niet toegestaan met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • d. de maximale goot- en bouwhoogte van de gebouwen staat aangegeven op de verbeelding;
  • e. de oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste het op de verbeelding aangegeven oppervlak van het bouwvlak bedragen of, indien een percentage op de verbeelding staat aangegeven, ten hoogste het percentage van het bouwperceel bedragen;
  • f. de afstand van de gebouwen en overkappingen tot de bestemming Verkeer bedraagt tenminste 20 meter.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en nutsvoorzieningen, bedraagt ten hoogste 6.00 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte op de gronden met de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' ten hoogste 12.00 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste bedragen:
    • 1. 1.00 meter vòòr de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen;
    • 2. 2.00 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen;
  • c. de hoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 40.00 meter.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eisen bouwvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
4.4 Ontheffing van de bouwregels
4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2, onder 4.2.1, sub d, tot ten hoogste tot ten hoogste 20% van de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • b. éénmalig het bepaalde in lid 4.2, onder 4.2.1, sub e, tot ten hoogste 20% van de oppervlakte van de bestaande bebouwing, zoals dat ten tijde van vaststelling van het plan op de verbeelding was opgenomen, indien is aangetoond, dat in de parkeerbehoefte op het eigen terrein wordt voorzien;
  • c. het bepaalde in lid 4.2, onder 4.2.1, sub f, met inachtneming van het volgende:
    • 1. ontheffing leidt niet tot een verkeersonveilige situatie;
    • 2. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersplanologische functie van de weg;
    • 3. alvorens tot ontheffing te besluiten, vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de wegbeheerder over de criteria, genoemd onder1 en 2;
  • d. het bepaalde in lid 4.2, onder 4.2.2, sub c, tot ten hoogste 80.00 meter;
  • e. een ontheffing, als bedoeld onder b en d, wordt uitsluitend verleend, indien is aangetoond dat de landschapswaarden van de aangrenzende gronden, zoals benoemd in artikel 3, lid 3.1, onder b, niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad; alvorens tot ontheffing te besluiten, vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurdeskundige;
  • f. de ontheffing, als bedoeld onder b en d, mag niet leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.4.2 Procedureregel

Bij het toepassen van deze bevoegdheid gelden de algemene procedureregels in deze planregels.

4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. wonen, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning' en detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van materialen en goederen, hoger dan 1.50 meter, buiten de gebouwen is niet toegestaan, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'baggerspeciedepot' en 'gronddepot';
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. geluidhinderlijke en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'munitiedepot';
  • e. lichtmasten zijn niet toegestaan met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie'.
4.6 Sloopvergunning
4.6.1 Sloopverbod

Het is verboden, zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders, de op de verbeelding met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde', niet zijnde een monument, bestemde bouwwerken te slopen.

4.6.2 Ontheffing sloopverbod

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.7.1, indien de monumentencommissie een positief advies heeft uitgebracht over de sloop