Plan: | De Tienden II |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0006BPTien2ZldUp-VG01 |
Conclusie
De milieuhygiënische bodemkwaliteit in het plangebied is voldoende voor de beoogde ontwikkeling. Voldaan wordt aan de in de Wet bodembescherming opgenomen bepaling dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd.
Randvoorwaarden
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat, indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Ter plaatse van het plangebied zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd.
Onderzoek perceelnummers 1781 en 1782
Voor deze kadastrale percelen zijn twee verkennende bodemonderzoek uitgevoerd2. Uit dit onderzoek blijkt het volgende.
Perceel sectie E, nummer 1781
Voor het perceel sectie E, nummer 1781 zijn in de bovengrond licht verhoogde gehalten seleen, zeer licht tot licht verhoogde gehalten aan vanadium en een zeer licht verhoogd gehalte aan PAK (som 10) aangetroffen. In de ondergrond wordt licht verhoogde gehalten aan seleen en een zeer licht tot licht verhoogd gehalte aan vanadium aangetroffen. De aangetroffen gehalten aan seleen, vanadium en PAK (som 10) in de bovengrond en seleen en vanadium in het grondwater zijn dusdanig gering dat zij geen risico's opleveren voor de volksgezondheid en óf het milieu. Verdere onderzoeksinspanningen zijn dan ook niet noodzakelijk en er gelden geen gebruiksbeperkingen voor de locatie.
Perceel sectie E, nummer 1782
In de grondmengmonsters zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameters. In de grondwatermonsters zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameters. In de puinverharding is asbesthoudend materiaal aangetroffen. Bovenstaande onderzoeksresultaten betekenen dat er geen gebruiksbeperkingen gelden ten aanzien van de locatie, met uitzondering van de puinverharding.
Bij herinrichting van de locatie dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van de asbesthoudende materialen in de puinverharding bij de dreef in de oosthoek van de locatie. De dreef strekt zich in oostelijke richting uit buiten de locatie.
Onderzoek perceel 1913
Voor het kadastrale perceel sectie E nummer 1913 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd3. Uit dit onderzoek blijkt het volgende.
In de ondergrondmengmonster MM04 wordt een licht verhoogd gehalte aan minerale olie aangetroffen. In de overige boven- en ondergrondmonster en in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameter.
Het aangetroffen gehalte aan minerale olie in de grond is dusdanig gering dat het geen risico oplevert voor de volksgezondheid en/of milieu. Verdere onderzoekinspanningen zijn dan ook niet noodzakelijk en er gelden geen gebruikersbeperkingen voor de locatie.
Onderzoek perceel E1762
Voor het kadastrale perceel sectie E nummer 1762 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd4. Uit dit onderzoek blijkt het volgende.
In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties xylenen, naftaleen en nikkel aangetoond. In de grond zijn geen verontreinigen aangetroffen met de geanalyseerde parameters.
De aangetroffen gehalten in het grondwater zijn dusdanig gering dat deze geen risico opleveren voor de volkgezondheid en/of het milieu. Verdere onderzoeksinspanningen zijn dan ook niet noodzakelijk en er gelden geen gebruiksbeperkingen.
Onderzoek perceel E1784
Voor het kadastrale perceel sectie E nummer 1784 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd5 . Uit dit onderzoek blijkt het volgende.
Uit de analyseresultaten is geconcludeerd dat zowel in het mengmonster van de boven-, als in het mengmonster van de ondergrond er geen overschrijdingen van de streefwaarden zijn geconstateerd.
Op grond van het wettelijk kader waarbinnen dit onderzoek is uitgevoerd geeft de aangetoonde verontreiniging geen aanleiding voor een nader onderzoek.