direct naar inhoud van Artikel 58 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Terneuzen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98

Artikel 58 Algemene aanduidingsregels

58.1 Geluidszone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie - 1', 'geluidzone – industrie - 2', 'geluidzone – industrie - 3', 'geluidzone – industrie - 4', 'geluidzone – industrie - 5' en 'geluidzone – industrie - 6' zijn geen nieuwe geluidsgevoelige objecten toegestaan.

58.2 Vrijwaringszone - dijk
58.2.1 Aanduidingsomschrijving

De voor 'vrijwaringszone - dijk' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor bescherming van de primaire waterkering en waterstaatkundige voorzieningen.

58.3 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
58.3.1 Aanduidingsomschrijving

De voor 'cultuurhistorisch waardevolle gebouwen' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid in verband met de aanwezigheid van karakteristieke of monumentale cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.

58.3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd overeenkomstig de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels.

58.3.3 Specifieke gebruiksregels

Deze gronden mogen worden gebruikt overeenkomstig de bij de betrokken bestemming behorende regels.

58.3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Nieuwe Economische Dragers (NED's) bij cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor een NED ter plaatse van de cultuurhistorische waardevolle panden op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevolle gebouwen', met inachtneming van het volgende:

  • a. de omgevingsvergunning wordt verleend voor:
    • 1. een NED die voorkomt in de kolom cultuurhistorisch waardevol in de positieve lijst Nieuwe Economische Dragers zoals opgenomen in bijlage 2;
    • 2. overige bedrijfsactiviteiten, die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de NED's zoals vermeld in bijlage 2;
  • b. de oppervlakte van een NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 2 genoemde omvang;
  • c. de NED is in zijn geheel gesitueerd in een bestaand cultuurhistorisch waardevol gebouw en draagt bij aan het behoud en/of het herstel van de cultuurhistorische waarde van het gebouw als ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • d. de NED, of alle NED's tezamen op een bouwperceel wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit:
    • 1. de ruimtelijke uitstraling;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking, waarbij verlening van de omgevingsvergunning niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit;
    • 3. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat:
      • de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort;
      • de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige;
    • 4. de omvang van verblijfsrecreatie waarbij geldt dat maximaal 10 verblijfseenheden (appartementen, hotelkamers) binnen het gebouw gerealiseerd mogen worden;
    • 5. de omvang van paardrijactiviteiten waarbij geldt dat maximaal één gebouw binnen een bouwvlak hiervoor benut mag worden en (groeps)lessen en horecamatige activiteiten niet zijn toegestaan;
  • e. het gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie (appartementen, hotelkamers) uitsluitend is toegestaan indien op het bouwperceel tevens wordt gewoond;
  • f. de verkeersveiligheid wordt niet negatief beïnvloed;
  • g. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • h. inzicht wordt gegeven en rekening wordt gehouden met de externe veiligheidsaspecten van nabijgelegen leidingen waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan;
  • i. opslag van goederen ten behoeve van de NED buiten gebouwen is niet toegestaan;
  • j. nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten en lichtbakken voor reclamedoeleinden daaronder begrepen, zijn niet toegestaan;
  • k. ter plaatse wordt voorzien in een voldoende afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van ten minste 5 m;
  • l. verlening van de omgevingsvergunning leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • m. medewerking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.

58.3.5 Wijzigingsregels

Wijziging aantal wooneenheden bij cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door het aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten, ten behoeve van de realisering van extra woningen in een cultuurhistorische waardevol pand op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevolle gebouwen' ten behoeve van het behoud van de cultuurhistorische of monumentale waarde van dat gebouw, met inachtneming van het volgende:

  • a. het aantal nieuwe wooneenheden bedraagt na wijziging ten hoogste twee, het totaal aantal wooneenheden ten hoogste drie;
  • b. per woning zijn bijgebouwen en overkappingen toegestaan met een gezamenlijk oppervlak overeenkomstig het bepaalde in 22.2; de goothoogte respectievelijk bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m respectievelijk 6 m;
  • c. indien noodzakelijk kan ook de begrenzing van het bouwvlak worden aangepast;
  • d. op het perceel wordt in de eigen parkeerbehoefte voorzien;
  • e. wijziging wordt slechts toegepast voor zover sprake is van ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm dat de bestaande cultuurhistorische of monumentale waarde van het pand en het karakter van het erf in stand blijft, wordt hersteld of versterkt; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de monumentencommissie;
  • f. wijziging leidt niet tot een toename van de bestaande bouwmassa bij een cultuurhistorische waardevol pand;
  • g. een nieuwe woning is niet toegestaan binnen een afstand van 80 m aan weerszijden van de buitenste kabel van de hoogspanningsverbinding met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding - 2 of binnen een afstand van 40 m aan weerszijden van de buitenste kabel van de hoogspanningsverbinding met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding - 1;
  • h. er wordt voldaan aan de Wet Geluidhinder;
  • i. inzicht wordt gegeven en rekening wordt gehouden met de externe veiligheidsaspecten van nabijgelegen leidingen waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan;
  • j. wijziging wordt slechts toegepast als ter plaatse van de nieuwe wooneenheden sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de milieudeskundige;
  • k. medewerking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • l. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • m. er wordt slechts toepassing gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 3.7.3, 4.7.3, 5.7.4, 6.7.2 of 8.6.1 met inachtname van het bepaalde onder n;
  • n. de wijzigingsbevoegdheid kan ook worden toegepast voor bouwpercelen met de bestemming Wonen.