Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Zederik
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0707.BPKernenZederik-VA01

2.1 Ruimtelijke structuur

Zederik, ontstaan in 1986, ligt in de oosthoek van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, in het Groene Hart. Het open veenweidegebied en de lintbebouwing zijn kenmerkend voor de gemeente. Zederik wordt omringd door de steden Leerdam, Vianen en Gorinchem. De A27, A2 en A15 zorgen als belangrijke verkeersaders voor goede verbindingen met alle steden in de Randstad, maar ook met andere delen van het land. De gemeente Zederik telt ongeveer 13.500 inwoners en heeft een oppervlakte van 7.649 hectare.
2.1.1 Ondergrond
De ontginning van het Zederikse grondgebied vond plaats in de middeleeuwen, tussen 1000 en 1300. Aan het patroon van wegen, waterlopen en bebouwing is de ontginningswijze nog steeds af te lezen. De eerste vestigingsplaatsen waren de hooggelegen oeverwallen langs de rivieren. Bebouwingslinten als de Lekdijk, Lakerveld en Hei- en Boeicop zijn nog steeds aanwezig en herkenbaar.
 
De Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden zijn twee duidelijk herkenbare gebieden met verschillen in landschap en occupatiepatroon. De bodem van de Vijfheerenlanden bestaat voornamelijk uit stroomruggen en komgronden. Ze zijn van oudsher bewoond en kennen een afwisselend vrij kleinschalig grondgebruik. Het beeld is tamelijk besloten door de vele bebouwing, beplanting en boomgaarden. De bodem van de Alblasserwaard bestaat voornamelijk uit veen en is vrijwel geheel in gebruik als grasland. Het landschap van de Alblasserwaard is opener.
2.1.2 Structuur kernen
De gemeente Zederik bestaat uit zeven kernen. Ameide, Lexmond en Meerkerk zijn de verzorgingskernen binnen de gemeente; Hei- en Boeicop, Leerbroek, Nieuwland en Tienhoven zijn de kleinere kernen. In navolgende tekst wordt per kern de historische ontwikkeling en de ruimtelijk-functionele structuur beschreven. Daarnaast wordt kort ingegaan op recente/toekomstige ontwikkelingen in de kernen. 
 
Ameide en Tienhoven
Afbeelding 2.1: Ameide en Tienhoven
 
Historische ontwikkeling
Ameide is een van de oudste historische nederzettingen in de streek. In de 13e eeuw is zij ontstaan op een droge stroomrug aan de Lek, aan de monding van de veenstroom het Broekse water. Ameide groeide uit tot een belangrijke handelsplaats dankzij de centrale ligging op het knooppunt van verbindingspaden en waterwegen. Ondanks de sloop van de vestingwallen en het dempen van grachten is de historische plattegrond nog steeds als zodanig herkenbaar.
 
Het gebied tussen Raadhuis en Lek werd als haven gebruikt. De Voorstraat en de Oudendijk vormden de toenmalige waterkering, later vervangen door de huidige Lekdijk. Tot in de 19e eeuw vond het belangrijkste verkeer plaats te water. In de 19e eeuw ontstonden geregelde veerdiensten, zowel voor goederen als personen. De weg over de dijk voorkwam daarna dat Ameide en ook Tienhoven in geografisch opzicht geïsoleerd raakten.
 
De stadskern van Ameide is door de Rijksdienst van de Monumentenzorg aangewezen als beschermd stadsgezicht. De bescherming is in eerste instantie gericht op de historisch-ruimtelijke structuur die bestaat uit waterlopen, dijken en straten in samenhang met de schaal van de bebouwing. Daarnaast zijn met name rond de Dam de verkavelings- en bebouwingsstructuur, de profilering van de openbare ruimte en het bestaande bebouwingsbeeld van bijzondere betekenis. Praktisch alle beschermde monumenten van Ameide zijn in deze omgeving gesitueerd.
 
Het oude gedeelte van de kern, gelegen tussen de Peperstraat en de Molenstraat, bestaat uit een zeer herkenbare verkaveling. De nauwe straatjes hebben een stenige uitstraling, zoals ook in andere oude binnensteden vaak het geval is. De ruimte tussen het orthogonale wegenstelsel is ingevuld met gesloten bebouwing. Een visuele relatie van de kern met de Lek ontbreekt doordat de dijk het zicht ontneemt.
 
De oude kern Tienhoven is op een oeverwal aan de Lekdijk gelegen. Door de geïsoleerde ligging en de nabijheid van Ameide is de kern nooit verder uitgegroeid.
 
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur van Ameide wordt gevormd door de historische verbindingswegen de Paramasiebaan, de Prinsengracht, de Broekseweg, de Hogewaard-Molenstraat, de Prinses Marijkeweg en de Lekdijk. De laatste vier routes hebben naast een ontsluitende functie ook een verbindende functie van Ameide met de omliggende kernen.
 
De Paramasiebaan bevindt zich tussen de Broekseweg en de Hogewaard. De inrichting wordt gekenmerkt door de groene open plek op de kruising met de Broekseweg en de Prinsengracht en de boomgaard aan de Hogewaard.
De Prinsengracht vormt de overgang tussen de nieuwbouw aan de Broekseweg en de historisch waardevolle bebouwing aan de Dam. De Prinsengracht heeft door het gras en een bomenrij in de middenberm, ter plaatse van de gedempte gracht, een zeer groen karakter. In het zuidelijk deel ontbreekt aan de westzijde de lage bebouwing, waardoor een asymmetrisch profiel ontstaat met groen en grootschalige bebouwing.
De Broekseweg is naast een verbindingsweg met Meerkerk tevens een belangrijke ontsluitingsroute van de woningen, die aan weerszijden zijn gesitueerd. Kenmerkend voor de Broekseweg is de scherpe overgang van het onbebouwde buitengebied naar het bebouwde gebied. De rijen woningen van twee bouwlagen met kap vormen strakke wanden.
De profielen van de Prinses Marijkeweg en de Hogewaard vertonen duidelijke overeenkomsten. Aan de noordzijde worden zij begrensd door losse bebouwing met ruime voortuinen, aan de zuidzijde door het open landschap, daarvan gescheiden door knotwilgen en een hekwerk. Beide wegen hebben een groen en open karakter. In het verlengde van de Hogewaard ligt de Molenstraat. Deze wordt aan de zuidzijde begrensd door een wand van lage woonbebouwing en aan de noordzijde door losse bebouwing met verschillende functies, waarbij de voortuin sterk beeldbepalend is. Het contrast tussen deze twee zijden geeft de route een eigen karakter.
De Lekdijk verbindt de diverse kernen langs de Lek. De hogere ligging van de Lekdijk maakt dat er een goed uitzicht is over enerzijds de Lek en anderzijds het groene polderlandschap met de waardevolle stads- en dorpsgezichten. Vanuit de stad ontbreekt, door de hoogte van de dijk, een visuele en ruimtelijke relatie met de Lek.
  
In Ameide zijn twee belangrijke knooppunten te onderscheiden. Ten eerste het knooppunt van de Broekseweg met de Prinsengracht en de Paramasiebaan. Dit knooppunt wordt gekenmerkt door een grote groene ruimte in de punt van de kruising die wordt begrensd door de kerk en het dorpshuis met sporthal. Het tweede knooppunt is de Dam in de historische stadskern. Dit knooppunt is steniger van karakter. Het plein, waar verschillende wegen en langzaamverkeersroutes op uitkomen, is vooral in gebruik als parkeervoorziening. Het stadhuis op de Dam en de kerk vormen herkenningspunten in het oude hart van Ameide.
 
Vanuit de stadskern vonden de eerste uitbreidingen plaats in zuidelijke richting tot aan de Prinsengracht. Vervolgens vond in oostelijke richting agrarische bebouwing plaats die later haar functie verloor. Ten zuidwesten van de stadskern werd een bedrijventerrein ontwikkeld. Dit had tot gevolg dat alleen nog in zuidelijke richting verder kon worden uitgebreid voor de noodzakelijke woningbouw. Allereerst aan weerszijden van de Broekseweg en ten slotte ten zuiden van het bedrijventerrein. De laatste uitbreiding vond eind jaren tachtig, begin jaren negentig plaats onder aan de Lekdijk ten westen van de stadskern, op grondgebied van de voormalige gemeente Tienhoven.
 
Aan de hand van voorgaande ontwikkelingsrichtingen zijn in Ameide naast de oude stadskern, het functionele centrum van de stad, verschillende gebieden te onderscheiden die qua functie, verkaveling en/of bouwwijze overeenkomsten vertonen: het gebied tussen de Prinses Marijkeweg en de Lekdijk, het woongebied aan weerszijden van de Broekseweg en aan het Aaksterveld, de bebouwing aan de Kerkweg, de uitbreidingswijk achter de J.W. van Puttestraat en het bedrijventerrein Zodeslagen. Het gebied tussen de Prinses Marijkeweg en de Lekdijk is een typische stadsrandzone. De bebouwing is geconcentreerd langs de Lekdijk en de Prinses Marijkeweg. Het karakter en de kwaliteit van dit gebied wordt bepaald door de menging van woon- en agrarische (neven)functies en het zicht vanaf de Prinses Marijkeweg en Lekdijk op het binnengebied. Het gebied aan weerszijden van de Broekseweg en aan het Aaksterveld laat zich karakteriseren als een monofunctioneel woongebied. De eerste bebouwing heeft plaatsgevonden ten oosten van de Broekseweg, waarna eind jaren zeventig de woonwijk Aaksterveld aan de westzijde van de Broekseweg is gebouwd. De woongebieden voldoen aan de karakterisering zoals deze eerder is beschreven. De bebouwing aan de Kerkweg bestaat uit redelijk nieuwe vrijstaande woningen van verschillende typologieën. De smalle wegbreedte van de Kerkweg herinnert aan de historische functie van de route: een verbinding naar de kerk in Tienhoven. De uitbreidingswijk achter de J.W. van Puttestraat is eind jaren tachtig gerealiseerd op, toen nog, Tienhovens grondgebied. Aan de noordzijde wordt de woonwijk begrensd door de hoge Lekdijk, waardoor een ruimtelijke en visuele relatie met de Lek ontbreekt. Aan de westzijde is de aansluiting met de oude stadskern enigszins abrupt totstandgekomen. Hierdoor ligt het gebied tamelijk geïsoleerd in de ruimtelijke context. Tot slot onderscheidt het bedrijventerrein De Zodeslagen zich van de andere deelgebieden door de functie en de maat van de bebouwing. Het is een monofunctioneel gebied met loodsen, schuren en kantoren. De loodsen en schuren variëren in grootte met maten tot 50.00 x 80.00 m. Aan de randen van het gebied zijn bedrijfswoningen en/of kantoorruimten bij de bedrijven gesitueerd om een goede overgang te bewerkstelligen naar de overige (woon)bebouwing. Hierdoor zijn grote contrasten en harde confrontaties met de omliggende gebieden vermeden.
   
De overgangen van onbebouwd gebied naar bebouwd gebied zijn scherp en derhalve duidelijk herkenbaar. Aan de noordzijde wordt de rand gevormd door de Lekdijk, waardoor een visuele relatie tussen de Lek en de stad nagenoeg ontbreekt. Aan de zuidgrens vormen een sloot en woningen, die met de achtertuinen naar het buitengebied gesitueerd zijn, een duidelijke begrenzing van het woongebied. Aan de oost- en westzijde van Ameide vindt de overgang van bebouwd naar onbebouwd gebied veel geleidelijker plaats. Langs de Prinses Marijkeweg en de Hogewaard neemt de bebouwingsdichtheid af naarmate de afstand tot de dorpskern toeneemt. 
 
In tegenstelling tot Ameide is in de oude kern Tienhoven de bebouwing zowel binnendijks als buitendijks gesitueerd. De binnendijkse bebouwing bevindt zich aan de teen van de dijk, de buitendijkse bebouwing bovenaan de dijk. Ondanks het feit dat in Tienhoven weinig bebouwing aanwezig is, is de functionele samenstelling ervan divers. Er bevinden zich woningen, een camping, agrarische bedrijvigheid en een kerk met kerkhof. De kerk is een oriëntatiepunt, zeker gezien de markante ligging in de bocht van de Lekdijk. De bebouwingstypologie is eveneens divers, en bestaat uit rijen woningen, vrijstaande woningen en twee-onder-één-kapwoningen uit verschillende bouwjaren.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
In Ameide is de afgelopen jaren een nieuw dorpshuis, een winkelcentrum en een woonzorgcomplex gebouwd. Door de bouw van het winkelcentrum in Ameide zijn de centrumfuncties meer geconcentreerd. Naast het winkelcentrum is er een concentratie van de centrumfunctie rondom het oude stadhuis. Met het realiseren van het winkelcentrum zit Ameide qua winkelvoorzieningen op een voldoende niveau voor een kern van deze grootte. Een verdere spreiding van de centrumfunctie moet voorkomen worden. De centrumfunctie moet geclusterd blijven op de twee genoemde locaties. De bouw van het woonzorgcomplex en het dorpshuis dragen verder bij aan de leefbaarheid van het dorp.
In Tienhoven is het woningbouwproject ‘Kweldam’ gerealiseerd. In Ameide heeft op het gebied van woningbouw de laatste jaren voornamelijk kleinschalige herstructurering plaatsgevonden. Ook resterende contourruimte wordt benut voor woningbouw. Revitalisering van het bedrijventerrein vindt plaats op kleine schaal.
 
Hei- en Boeicop
   
Afbeelding 2.2: Hei- en Boeicop
 
Historische ontwikkeling
In Hei- en Boeicop is door de wijze van ontginnen en verkavelen een typisch slagenlandschap ontstaan. In tegenstelling tot andere ontsluitingswegen is de Hei- en Boeicopseweg niet aangelegd op een veenstroomrug. De oudste boerderijen staan op terpen. Met name de terp waarop de Nederlands Hervormde Kerk staat is duidelijk in het landschap te herkennen.
Door de slechte bereikbaarheid heeft Hei- en Boeicop altijd geïsoleerd gelegen. Mede als gevolg daarvan is in Hei- en Boeicop een sterke groei van het aantal woningen achterwege gebleven.
 
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De Hei- en Boeicopseweg ontsluit het dorp en is tevens de verbindingsroute met de omliggende dorpen. De weg heeft een herkenbaar profiel met aan de zuidzijde vrijstaande woningen en aan de noordzijde een sloot met daarachter eveneens vrijslaande woningen, afgewisseld met agrarische bedrijvigheid en doorzichten naar het achterliggende buitengebied.
 
Een echt knooppunt in de vorm van een duidelijke, als zodanig vormgegeven ruimte ontbreekt in Hei- en Boeicop. De kruising Kerkstraat-Hei- en Boeicopseweg komt hier nog enigszins voor in aanmerking, mede gezien de winkel die zich nabij dit punt bevindt. De kerk markeert dit knooppunt en is tevens het enige herkennings- en oriëntatiepunt dat Hei- en Boeicop rijk is.
 
Ter hoogte van de Nederlands Hervormde kerk zijn ten zuiden van de Hei- en Boeicopseweg rond 1970 ongeveer 80 woningen gerealiseerd. Daarvoor waren in de vorm van lintbebouwing al eengezins- en bejaardenwoningen gerealiseerd aan de Hei- en Boeicopseweg. De meest recente uitbreiding bestaat uit ongeveer 20 woningen die ten westen van de kerk, aan de Hei- en Boeicopseweg zijn gesitueerd. Deze uitbreiding vormt een monofunctionele woonbuurt die een duidelijke relatie heeft met het polderlandschap, omdat enkele bestaande sloten in het ontwerp zijn gehandhaafd. Doordat de Hei- en Boeicopseweg met lintbebouwing is bebouwd is de overgang met het omliggende buitengebied zacht. De uitbreidingswijk daarentegen kent een wat hardere grens met het buitengebied, die echter wordt verzacht doordat de randbebouwing met de achtertuinen naar buiten is gericht.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
Lopende ontwikkelingen zijn het realiseren van woningbouw op de oude schoollocatie. Daarnaast worden waar mogelijk kleine inbreidmogelijkheden benut.
 
Leerbroek
   
Afbeelding 2.3: Leerbroek
 
Historische ontwikkeling
De kern Leerbroek heeft zich vanuit de aanwezige lintbebouwing ontwikkeld op en rond het kruispunt van de Leerbroekseweg, de Dorpsweg, de Recht van ter Leede en de Kerkweg.
 
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De lineaire verkaveling van de polder Leerbroek ligt ten grondslag aan de orthogonale opbouw van de kern. De routes Leerbroekseweg-Dorpsweg-Recht van ter Leede en de orthogonaal aantakkende Kerkweg vormen de ruimtelijke hoofdstructuur van Leerbroek. De Leerbroekseweg-Dorpsweg-Recht van ter Leede verbinden Leerbroek met Nieuwland en Leerdam en vormt tevens de belangrijkste ontsluitingsroute binnen de kern. Aan de Leerbroekseweg is langs de zuidzijde Iintbebouwing gesitueerd. Door de, aan de noordzijde gelegen waterloop staat de bebouwing aan deze kant op enige afstand zodat een breed profiel is ontstaan. Er is sprake van een afwisselend straatbeeld, doordat openheid en beslotenheid elkaar afwisselen. Door de diverse zichtlijnen houdt men contact met het achterland. Het afwisselende beeld van de Leerbroekseweg wordt tevens bepaald door de verscheidenheid aan functies. Rond de kerk is een zekere verdichting van bebouwing ontstaan, het functionele hart van de kern.
 
De oorspronkelijke lintbebouwing aan de Kerkweg ligt ingeklemd tussen de kruising met de Dorpsweg en de kaashandel op nummer 11. De bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen van één bouwlaag met een kap. De nieuwbouw ten noorden van de kaashandel bevindt zich op ongeveer dezelfde afstand van de rijweg. Het karakteristieke beeld van deze route is het contrast tussen de beslotenheid van de bebouwing aan de ene zijde van de route en de openheid van het polderlandschap aan de andere zijde. Op het kruispunt van deze wegen is de kerk gesitueerd die de knooppuntfunctie van deze kruising visueel markeert. De kerk is tevens een belangrijk herkennings- en oriëntatiepunt in Leerbroek. Vanuit de uitbreidingswijk blijft deze zichtbaar. Het Raadhuisplein is een waardevol knooppunt, waar mensen kunnen samenkomen. De lintbebouwing aan de Leerbroekseweg ter hoogte van de Dorpsweg is lange tijd onderbroken geweest. In de jaren zestig is dit gat ingevuld, wat tegelijkertijd een aanzet was voor een verdere uitbreiding van Leerbroek in noordelijke richting. In vervolg hierop is ook de lintbebouwing aan de Kerkweg verder uitgebreid, ten noorden van de kaashandel. Doordat de nieuwe uitbreidingen zijn ingepast in de oude linten zijn de deelgebieden met elkaar verweven. Hierdoor is een goede ruimtelijke samenhang ontstaan.
 
De randen die worden gevormd door de route Leerbroekseweg-Dorpsweg-Recht van ter Leede zijn zacht: door de menging van bebouwing en open, groene ruimten. De randen rond de uitbreidingswijk zijn veel duidelijker herkenbaar en harder.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
In Leerbroek wordt een zorgboerderij gerealiseerd. Dit draagt bij aan de vitaliteit van de kern. Daarnaast zijn er kleine inbreidmogelijkheden.
   
Lexmond
Afbeelding 2.4: Lexmond
 
Historische ontwikkeling
Op de oeverwallen van de Lek vormde zich, bij het begin van de ontginning van de Vijfheerenlanden, de nederzetting Lakesmunde aan de monding van De Laak. Deze concentratie van bebouwing treft men nog steeds aan in het gebied waar de Lekdijk, de Dorpsstraat, de Kortenhoevenseweg en De Laak bijeenkomen. Mede door de aanwezigheid van de haven is hier in de loop der tijd een zekere centrumontwikkeling tot stand gekomen.
 
In de 10e of 11e eeuw werd vanaf de westelijke oever van De Laak het achterliggende gebied ontgonnen. De iets latere ontginningen vanaf de Lek sloten daar op aan. De bebouwing van de nederzetting volgde de loop van De Laak en niet de Lek, zodat de kern zich loodrecht op de Lek ontwikkelde. De weg van Vianen naar Nieuwpoort volgde deze route. Aan de zuidzijde van de nederzetting werd in de 14e eeuw de kerk gebouwd. De Laak is in de jaren '50 gedempt, maar de oorspronkelijke loop is nu nog herkenbaar in de Dorpsstraat en De Laak. 
 
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur van Lexmond wordt bepaald door de oude linten: de Lekdijk, de Kortenhoevendijk, De Laak, de Dorpsstraat en de Kortenhoevenseweg.
 
De Lekdijk verbindt Lexmond met Ameide en Vianen. Waar de Dorpsstraat aantakt treedt een versmalling van het profiel op doordat woningen aan twee zijden op de kruin van de dijk zijn gesitueerd. Dit is een zeer karakteristiek punt, vooral door de buitendijkse bebouwing. De bebouwing bestaat over het algemeen uit één bouwlaag met een kap. Dit heeft tot gevolg dat van de woningen die onderaan de dijk staan, alleen de kap zichtbaar is.
De Laak is de entree van Lexmond vanaf de Nieuwe Rijksweg. Deze entree wordt begeleid door platanen aan weerszijden van de weg. De route heeft een open en groen karakter doordat de bebouwing op enige afstand van de weg staat. Aan de oostzijde sluit de bebouwing onder een hoek aan op de weg, wat een karakteristiek beeld oplevert. De bebouwing bestaat uit één bouwlaag met een kap en betreft woningen en agrarische bedrijven.
De Dorpsstraat vormt het functionele centrum van Lexmond. Hier zijn naast woningen en bedrijfjes ook winkels en horecagelegenheden gevestigd. De Dorpsstraat ligt in het verlengde van De Laak, maar heeft een veel steniger karakter. Voortuinen ontbreken en in plaats daarvan is de gehele ruimte tussen de gevels aan weerszijden van de route bestraat. De bebouwing bestaat uit oude karakteristieke panden van twee bouwlagen met een kap. Door de bomenrij aan de oostzijde van de Dorpsstraat is er een duidelijke relatie met De Laak.
De Kortenhoevenseweg is de verbindingsroute van Lexmond naar Vianen en is als zodanig duidelijk herkenbaar. Het lineaire karakter van de route wordt versterkt door bomenrijen langs de rijweg en de hagen die de route scheiden van de Rijksweg. De bebouwing is gedifferentieerd in functie en verschijningsvorm en bevindt zich op enige afstand van de weg. Richting dorpskern wordt het profiel smaller, omdat de bebouwing dichter langs de weg is gesitueerd. De kruising van de Kortenhoevenseweg met de Dorpsstraat is een belangrijk knooppunt en een zeer herkenbare entree van de kern. De kerk aan de kruising markeert het knooppunt en vormt tevens een belangrijk oriëntatiepunt. Een ander knooppunt is de noordentree van Lexmond, waar de Dorpsstraat aantakt op de Lekdijk. De Dorpsstraat ligt een aantal meters lager dan de Lekdijk, wat de entree visueel versterkt.   
 
Naast de gebieden rond de Dorpsstraat en De Laak, die beide getypeerd kunnen worden als multifunctionele gebieden, kan in Lexmond nog een aantal woongebieden en een dorpsrandzone worden onderscheiden.
 
De projectmatige uitbreiding van woningbouw heeft in Lexmond aan de westzijde van de Dorpsstraat plaatsgevonden. De gerende polderverkaveling is nog duidelijk herkenbaar in de plattegrond. De uitbreiding bestaat uit drie gebieden, die van elkaar worden gescheiden door groene bufferzones. Eind jaren '70 is het middelste woongebied gerealiseerd en is een start gemaakt met het zuidelijk woongebied. Begin jaren '90 is dit zuidelijk gebied uitgebreid en is het noordelijk woongebied gebouwd. De drie woongebieden worden met elkaar verbonden door een weg en van elkaar gescheiden door de groene scheggen, die in gebruik zijn als weiland, boomgaard of tuin en daarom niet toegankelijk zijn.
   
De vele verschillende functies en doorzichten naar het achterland maken het gebied rond de Kortenhoevenseweg tot een typische dorpsrandzone.
  
De randen van het bebouwde gebied van Lexmond aan de noord- en zuidzijde worden respectievelijk bepaald door de Lekdijk en de Nieuwe Rijksweg. Zij vormen barrieres voor verdere uitbreiding en zijn aan te merken als harde randen. Hoewel het buitengebied in het westen diep doordringt tussen de bebouwing, is ook hier de overgang tussen bebouwd en onbebouwd gebied duidelijk herkenbaar en is sprake van harde randen. Ook aan de oostzijde is de rand van bebouwd gebied duidelijk herkenbaar door enkele grootschalige bedrijfsgebouwen.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
De historische structuur is nog steeds herkenbaar. Er wordt ingezet op concentratie van de centrumfuncties binnen deze structuur. Het concentreren van de voorzieningen rondom de kerk draagt bij aan het behoud van het historische karakter van de dorpskern. Doel is het behouden van een toekomstvast voorzieningenniveau. Ook niet-commerciële voorzieningen moeten op peil worden gehouden. Zo is er een nieuw woonzorgcomplex in ontwikkeling achter De Laak.
 
Een wenselijke ontwikkeling is het verplaatsen van bedrijven uit het woongebied. Het invullen van inbreidings- en herstructureringslocaties zorgt voor kwaliteitsverbetering. Zo is onder andere de oude kinderdagverblijflocatie ingevuld met woningbouw en worden op de voormalige dorpshuislocatie een marktplein en woningen gerealiseerd. Andere woningbouwontwikkelingen spelen in het gebied tussen De Laak en de oude Rijksweg en in het gebied tussen de Kortenhoevenseweg en de Lekdijk.
  
Meerkerk
   
Afbeelding 2.5: Meerkerk
 
Historische ontwikkeling
Meerkerk is ontstaan op de kruising van de oorspronkelijk agrarische ontsluitingswegen de Gorinchemsestraat-Kerkstraat en de Tolstraat, die op de droog gelegde gronden langs het Merwedekanaal en de Zederik gelegen zijn. De lintbebouwing langs deze routes heeft zich meer en meer verdicht. Vanuit de Gorinchemsestraat en de Broekdijkseweg (nu Prinses Marijkeweg) zijn de omliggende polders ontgonnen en is de verkavelingsrichting bepaald.
 
Door de verschuiving van verkeer over water naar verkeer over land en de aanleg van de rijksweg A27 heeft Meerkerk in de regio een meer centrale positie gekregen.
 
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De agrarische ontsluitingswegen die ten grondslag hebben gelegen aan de ontwikkeling van Meerkerk vormen nog steeds de belangrijkste routes in de kern en zijn dus structuurbepalende elementen. Het betreft de Kerkstraat-Zouwendijk, de Tolstraat,  de Bazeldijk-Gorinchemsestraat, de Burgemeester Sloblaan en in mindere mate de Prinses Marijkeweg en de Burggraaf.
  
De Kerkstraat-Zouwendijk takt aan op het Dorpsplein en is de, in landschappelijk opzicht, aantrekkelijke verbindingsroute naar Sluis. Het profiel van de weg is smal hetgeen benadrukt wordt door de bebouwing die dicht langs beide zijden van de rijweg staat. Naar het noorden toe wordt de bebouwing steeds gefragmenteerder, waardoor zichtlijnen ontstaan naar het achterliggende natuurgebied. Het contrast tussen het open, brede en gesloten, smalle profiel is zeer kenmerkend en waardevol. In het verlengde van de rechte Kerkstraat maakt de Zouwendijk een grote bocht om het daar gelegen wiel.
De Tolstraat heeft een redelijk smal profiel met aan weerszijden mooie oude panden met één á twee bouwlagen. De bebouwing aan de zuidzijde heeft een voortuin. In de panden zijn woningen en/of winkels gevestigd waardoor de Tolstraat deel uitmaakt van het functionele hart van de kern. Het smalle profiel wordt op enkele plaatsen verstoord door enkele terugliggende panden. De Tolstraat wordt aan de oostzijde visueel beëindigd door een monumentaal pand, waarin een boekhandel is gevestigd, en aan de westzijde door het Dorpsplein.
De Bazeldijk-Gorinchemsestraat is een slingerende route langs het Merwedekanaal en vormt een indirecte verbinding met de Rijksweg. Aan weerszijden van de route staan gebouwen die merendeels bestaan uit één bouwlaag met een kap in de langs- dan wel dwarsrichting. Zij vormen een duidelijke wand en daarmee begeleiding van de route. Het profiel bestaat uit een rijweg. Door de vele bochten in de weg heeft deze route een zeer afwisselend karakter omdat nooit het geheel kan worden overzien. Naar het zuiden toe neemt de bebouwingsdichtheid af en ontstaan er zichtlijnen naar het achterliggende buitengebied. Het contrast tussen deze openheid van het zuidelijkste deel en de beslotenheid in de dorpskern is een waardevolle karakteristiek.
De Burgemeester Sloblaan ligt centraal in de kern. Doordat diverse maatschappelijke functies zoals scholen, het politiebureau en het gemeentehuis aan deze weg zijn gesitueerd, maakt deze ook functioneel deel uit van het centrum. Naar het zuidwesten toe is de bebouwing kleinschaliger in de vorm van vrijstaande bungalows, waaraan te herkennen is dat dit eens een oude agrarische route was. De Burgemeester Sloblaan is verlengd ten behoeve van de ontsluiting van het bedrijventerrein.
Hoewel de Prinses Marijkeweg nu alleen nog een ontsluitende functie heeft, was het oorspronkelijk de verbindingsroute tussen Meerkerk en Ameide, tot de onderdoorgang onder de Rijksweg werd afgesloten. De Prinses Marijkeweg heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkelingsrichting van de kern, waardoor zij nu nog deel uitmaakt van de ruimtelijke hoofdstructuur van Meerkerk. De wanden van deze route worden gevormd door vrijstaande woningen uit de jaren dertig en rijtjeswoningen uit een later decennium. Deze woningen zijn allen in dezelfde rooilijn gebouwd.  
Kenmerkend aan de Burggraaf is de verkavelingsrichting van de polder die onder een hoek aan de Burggraaf aantakt. Aangezien de bebouwing de richting van de polder volgt, is hier een zeer verrassend ruimtelijk beeld ontstaan.
   
In Meerkerk zijn drie belangrijke knooppunten aanwezig, alle gelegen op de Burgemeester Sloblaan. Het eerste knooppunt wordt gevormd door de kruising met de Blommendaal. Deze kruising vormt een belangrijk knooppunt binnen de kern, maar is thans onvoldoende als zodanig herkenbaar. Doordat verschillende gebieden met verschillende functies bij dit knooppunt samenkomen, de bebouwing niet eenvormig is en onoverzichtelijk groen het beeld verstoort, is dit knooppunt ruimtelijk en functioneel niet goed vormgegeven. Het tweede knooppunt wordt gevormd door de kruising van de Burgemeester Sloblaan met de Prinses Marijkeweg. De grootschalige bebouwing en het raadhuisplein met een belangrijke verbliljfsfunctie geven dit knooppunt een duidelijk eigen gezicht, waardoor men zich op dit knooppunt goed kan oriënteren. Het meest kenmerkende knooppunt is de kruising van de Gorinchemsestraat-Kerkstraat met de Tolstraat-Burgemeester Sloblaan: het Dorpsplein. Dit knooppunt heeft naast de functie van verkeersknooppunt ook een verblijfsfunctie. Door de hoge verkeersintensiteit is de verblijfsfunctie echter ondergeschikt. De wanden van het plein worden gevormd door oude karakteristieke en waardevolle bebouwing. Dit knooppunt kan aangemerkt worden als het functionele centrum van de kern, met uitlopers naar de Burgemeester Sloblaan, de Tolstraat en de Gorinchemsestraat.
   
De kerktoren markeert het centrum van de kern en is tevens een belangrijk herkennings- en oriëntatiepunt. De witte toren van deze kerk is zeer fraai. Samen met het kerkplein, waarop twee oude platanen staan, is dit een waardevol ensemble. De grijs-witte watertoren aan de Burgemeester Sloblaan is vanuit de verre omtrek zichtbaar.
   
In Meerkerk zijn binnen de ruimtelijke structuur de woongebieden en het bedrijventerrein duidelijk herkenbaar. Rond de jaren dertig vond er woningbouw plaats langs de Prinses Marijkeweg. Later is het gebied dat begrensd wordt door de Prinses Marijkeweg, de Burgemeester Sloblaan en de Rijksweg in fasen volgebouwd. De diverse bouwstromen zijn herkenbaar aan het verkavelingstype en de bebouwingstypologie. Begin jaren tachtig bestond de noodzaak voor verdere uitbreiding van de woningvoorraad. Er werd gekozen voor uitbreiding aan de oostzijde van de Burgemeester Sloblaan, waardoor deze een zeer centrale ligging in het dorp heeft gekregen. Deze uitbreiding is in de jaren negentig voortgezet in zuidelijke richting. Door de gefaseerde bouw zijn ook hier de bouwstromen duidelijk herkenbaar. Het woongebied is zeer groen opgezet doordat enkele bestaande sloten als singels zijn opgenomen in het ontwerp.   
 
Traditioneel liggen bedrijven in dijkdorpen als Meerkerk in de lintbebouwing, veelal op de plaats waar zij hun ontstaan danken aan ambachtelijk begonnen huisnijverheid. Met een voortgaande ruimtelijke en economische groei van Meerkerk, reeds voor de tweede Wereldoorlog maar in versneld tempo daarna, ontstond behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen. Het oudere deel van het bedrijventerrein, ten zuiden van de Burgemeester Sloblaan en langs de Rijksweg maakt een ietwat onoverzichtelijke indruk. Het terrein wordt vanuit de kern ontsloten via de Burgemeester Sloblaan die ten behoeve van de uitbreiding is doorgetrokken en in het zuidelijk plangedeelte via de Ambachtstraat/Steenstraat die aansluit op de Energieweg. Daarnaast wordt het bedrijventerrein vanaf de Rijksweg aan de zuidzijde ontsloten via de Energieweg.
   
De randen van het bebouwd gebied worden in hoofdzaak gevormd door de hiervoor beschreven routes. De Bazeldijk en de Zouwendijk vormen zachte overgangen met het buitengebied. De bebouwing aan de Tolstraat en de Prinses Marijkeweg wordt abrupt beëindigd waardoor een harde grens ontstaat met het buitengebied. Ook de Rijksweg is een zeer duidelijke beëindiging van het bebouwd gebied. Het bedrijfsterrein wordt begrensd door achterkanten van bedrijfsgebouwen. De randen aan de zuidzijde van het bebouwd gebied worden gevormd door achtertuinen van woningen.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
Het bedrijventerrein is uitgebreid, er wordt een woonzorgcomplex gerealiseerd en de bouw van uitbreidingswijk De Weide is volop aan de gang. Verder vindt er woningbouw plaats op kleine herstructureringslocaties.
Het centrum van Meerkerk is opgezet volgens het ‘haltermodel’. De centrumfuncties zijn geclusterd op twee locaties, met een verbinding er tussen. Voor een versterking van het voorzieningenniveau wordt blijvend ingezet op het haltermodel. De focus ligt hierbij, vooral voor dagelijkse boodschappen, op het Raadhuisplein. Zo wordt gewerkt aan een uitbreiding van de supermarkt.  
       
Nieuwland
   
Afbeelding 2.6: Nieuwland
 
Historische ontwikkeling
Het dorp Nieuwland is ontstaan door kernvorming in de lintbebouwing langs de veenstroom de Lange Schenkel, op de kruising met de Zijlkade-Geervliet. Dit lint is steeds meer verdicht, waarbij ten zuiden van de Zijlkade een kerk en een begraafplaats is gerealiseerd. De omliggende polders zijn vanuit de genoemde stromen verkaveld, zodat door de verschillende richtingen een gevarieerd beeld is ontstaan.
  
Ruimtelijk-functionele hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur van Nieuwland wordt bepaald door twee doorgaande routes. De Zijlkade ontsluit de kern in oost-westelijke richting en de route Lange Schenkel-Smalzijde-Breezijde ontsluit de kern in de noord-zuidrichting.
  
De Zijlkade verbindt Nieuwland met de Rijksweg. De bebouwing bestaat uit woningen van één bouwlaag met een kap, die door middel van voortuinen gescheiden worden van de openbare weg. Vanaf de Zijlkade vormt het bedrijf Baars BV een harde rand als overgang van landelijk naar stedelijk gebied. Door een goede landschappelijke inpassing is het bedrijf echter passend op de locatie.
De route Lange Schenkel-Smalzijde-Breezijde vormde oorspronkelijk de belangrijkste ontsluitingsroute. Hij wordt begeleid door een watergang en bomenrijen die het Iineaire karakter van de route benadrukken. In het oosten takt de Zijlkade op deze wegen aan ter plaatse van het Dorpsplein. Deze kruising vormt een duidelijke entree van de kern, welke wordt versterkt door de brug over de watergang de Lange Schenkel. Het kruispunt van de wegen vormt een knooppunt voor de kern waaruit de ruimtelijke hoofdstructuur is af te lezen. De kerk, die zich op enige afstand van het knooppunt bevindt maar wel duidelijk zichtbaar is, markeert het knooppunt. Hier ligt het hart van de kern met een horecagelegenheid en een winkel.   
 
In Nieuwland kan ruimtelijk en functioneel een aantal gebieden worden onderscheiden. Deze deelgebieden zijn duidelijk herkenbaar doordat ze van elkaar verschillen in bouwvorm en bouwtypologie. Ten zuiden van de Zijlkade is de kerk gesitueerd in een gedifferentieerd gebied dat bestaat uit enkele woningen en een bedrijf. In de jaren '60 heeft de eerste uitbreiding ten westen van dit gebied plaatsgevonden in de vorm van een kleine, homogene woonbuurt met rijtjeswoningen die op het buitengebied zijn georienteerd. In de jaren '70 is aan de noordzijde van de Zijlkade een nieuwe wijk gerealiseerd. In deze woonbuurt zijn enkele maatschappelijke functies opgenomen. Deze zijn duidelijk herkenbaar omdat ze in bouwmassa groter zijn dan de woningen, één bouwlaag hoog zijn en plat zijn afgedekt. Een groengebied midden in de wijk is recent bebouwd met nieuwe woningen. Aangezien de wijk is opgebouwd uit verschillende bouwstromen is het totaalbeeld overzichtelijk maar een beetje rommelig. Doordat de ontsluitingsroutes van deze wijk op de Zijlkade georiënteerd zijn, heeft deze nu de functie van centrale route in Nieuwland overgenomen van de Lange Schenkel.
 
Recente/toekomstige ontwikkelingen
In Nieuwland wordt een woningbouwproject aan de Breezijde gerealiseerd. De ruimtelijke kwaliteit van de bestaande woonwijk vraagt om aandacht. Bijvoorbeeld door herinrichting van de openbare ruimte, zoals de bestrating en groenvoorziening.