direct naar inhoud van 5.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Krabbendijke
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.02KrBPKom-va02

5.2 Archeologie en cultuurhistorie

5.2.1 Archeologie

Toetsingskader

Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid ten aanzien van archeologie is vastgelegd in het Omgevingsplan.

Het toetsingskader wordt verder bepaald door het volgende.

  • Archeologische waarden zijn vastgelegd op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart).
  • Op de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) zijn de trefkansen (laag middelhoog en hoog) opgenomen.
  • Archis2 is de nationale database voor archeologische vindplaatsen.
  • Het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) vormt de Zeeuwse database.

Gemeentelijk beleid

Recent is door de 9 gemeenten in Zuid-Beveland, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen archeologie beleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid voor Reimerswaal is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal:

  • deel A: Beleidsnota archeologie;
  • deel B: Toelichting beleidskaart, 30-06-2011.

In het beleid (vastgesteld op 22 november 2011) zijn de archeologische verwachting en bekende vindplaatsen en archeologische monumenten vastgelegd. In dit bestemmingsplan zijn de in het beleid geformuleerde uitgangspunten vertaald.

Het grootste deel van de bodemingrepen vindt plaats in de bovenste laag van het bodemarchief (maatregelenkaart in lagen, kaartlaag 1, Walcheren). Deze laag is veelal maatgevend. Bij vergunning aanvragen voor diepere bodemingrepen wordt door de bevoegde overheidsinstantie vastgelegd of met de ingreep de diepere lagen (laag 2 Hollandveen, laag 3 Wormer en laag 4 Pleistoceen) worden geraakt. Op basis van het beleid gelden voor kaartlaag 1 (Walcheren) de volgende categorieën:

maatregel-categorie   verwachtingswaarde   onderzoeksverplichting   bestemmingsregeling*  
categorie 1   wettelijk beschermd monument   Wettelijke bescherming   -  
categorie 2   terreinen van archeologische waarde   50 m² en 40 cm   WR - A - 1  
categorie 3   gewaardeerde stads-/ dorpskern   50 m² en 40 cm   WR - A - 1  
categorie 4   hoge verwachting   250 m² en 40 cm   WR - A - 2  
categorie 5   gematigde verwachting   500 m² en 40 cm   WR - A - 3  
categorie 6   lage verwachting   2.500 m² en 40 cm   WR - A - 4  
categorie 7   waterbodem   500 m² en 40 cm   WR - A - 3  
categorie 8   geen verwachting   -   -  

* WR - A staat voor Waarde - Archeologie

Onderzoek en conclusie

Onderzoek

Raadpleging van de AMK, maatregelenkaart in lagen, laag van Walcheren en Archis2 en ZAA leidt tot de volgende bevindingen.

AMK   maatregelcategorie  
geen vermelding   3 en 4 en geen waarde  

AMK

Op de AMK is een deel van de dorpskern aangemerkt als terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft de oude dorpskern van Krabbendijke. Hierover staat het volgende vermeld.

'In 1187 werd de naam 'Crabbendicke' voor het eerst genoemd. Rond 1200 hebben de Cisterciensers de bedijkingen rond Krabbendijke voltooid en zijn er twee grangiae/uithoven gesticht door de abdij Ter Doest: de Westhof en de Oosthof. De Westhof, de grootste van de twee, werd rond 1470 gerestaureerd. Het dorp Krabbendijke groeide om de Westhof heen. In 1530 is het dorp verdronken, maar rond 1600 opnieuw opgebouwd. Ooit heeft ten westen van Krabbendijke een klooster gestaan. Dit klooster stond in de Monsterhoek, de tegenwoordige Monnikenpolder.'

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.02KrBPKom-va02_0003.jpg"

Figuur 5.1. Krabbendijke rond 1865 (bron: uitgave Hugo Suringar te Leeuwarden)

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.02KrBPKom-va02_0004.png"

Figuur 5.2. Beleidskaart maatregelencategorieën

De kern Krabbendijke is gesitueerd binnen de volgende maatregelencategorieën.

maatregelcategorie   verwachtingswaarde   onderzoeksverplichting   bestemmingsregeling  
categorie 3   gewaardeerde stads-/ dorpskern   50 m² en 40 cm   WR - A - 1  
categorie 4   hoge verwachting   250 m² en 40 cm   WR - A -2  
categorie 8   geen verwachting   -   -  

Conclusie

De aanwezige vermelding op de AMK, en de maatregelencategorieën in het gemeentelijk beleid leiden ertoe dat in het bestemmingsplan een regeling is opgenomen die recht doet aan de archeologische waarde van het centrumgebied en de overige delen van de kern in relatie tot de andere belangen die voortkomen uit het gebruik van de gronden.

5.2.2 Cultuurhistorie

De cultuurhistorische waarden zijn aangegeven op de kaart CHS (Cultuurhistorische hoofdstructuur) van de provincie.

Dijk- en wegdorp

Krabbendijke is een dijk- en wegdorp.

Dijkdorpen

  • Dijkdorpen zijn ontstaan langs dijken en wegdorpen langs (een kruising van) wegen.
  • Dijkdorpen vertonen een uiterst eenvoudige, lineaire plattegrond. De dorpen zijn doorgaans gebouwd langs de binnenkant van een zeedijk (soms een kanaal- of polderdijk). Na aandijking van een nieuwe polder was uitbreiding van het dorp mogelijk aan de buitenkant van de oude zeedijk, die niet langer een waterkerende functie had.

Wegdorpen

  • Wegdorpen zijn vaak zonder plan ontstaan als lintbebouwing langs een polderweg of een splitsing van polderwegen.
  • Het kruiswegdorp is een subtype dat vaak ontstond in de grotere polders vanaf de 17e eeuw. Hierbij werd gekozen voor een kruising van twee of meerdere polderwegen als uitgangspunt voor de nederzetting. De plattegrond van een kruiswegdorp bestaat veelal uit een vierkant plein waar in één hoek de kerk werd gebouwd, in een andere hoek de pastorie, daartegenover het raadhuis en in de resterende hoek het dorpscafé. Soms ontbreekt het plein en wordt het centrale middelpunt gevormd door het kruis van twee wegen of vaarten of een combinatie van beiden. De overige bebouwing verrees langs één van de op de kruising toelopende assen.

Cultuurhistorische elementen

Opvallende elementen in Krabbendijke zijn de volgende.

Molen De Rozeboom, gebouwd in 1862. De molen dankt zijn naam aan de eerste molenaar (Jan Rosier). De korenmolen was tot 1947 in bedrijf. In 1968 is de molen ingrijpend gerestaureerd. De molen betreft een zeer beeldbepalende ronde stenen korenmolen, type grondzeiler. De molen staat aan de rand van het dorp met in de omgeving bomen, fruitgaarden en bebouwing, waardoor de molen een redelijke windvang heeft.

Gehecht wordt aan behoud van de molen en het functioneren van de molen als werktuig. Op grond hiervan zijn in dit bestemmingsplan binnen de zogenaamde molenbeschermingszone, met in acht name van gebruiksmogelijkheden van percelen gelegen in deze zone, hoogtebeperkingen aan de orde voor obstakels (bebouwing en beplanting) in de omgeving, die de windvang onevenredig negatief beïnvloeden. Voor meer uitgebreide informatie over de voor de molen relevante molenbiotoopaspecten wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 2.

  • de vaete. Het betreft een brandput/waterput, gegraven voor de (drink)watervoorziening en het leveren van bluswater. Op Zuid-Beveland zijn nog relatief veel waterputten in dorpen aanwezig, veelal op een centraal punt op het dorpsplein. De waterput van Krabbendijke ligt wel centraal naast het kruispunt van de twee hoofdwegen van Krabbendijke, maar niet op een plein. De vaete is vormgegeven als een vierkant waterbassin omgeven met een hekje en enkele bomen en is nu in gebruik als siervijver met een fontein. In het bestemmingsplan is het element door middel van een groenbestemming met de een functieaanduiding (cw) 'cultuurhistorische waarde' bevestigd.

Conclusie

De relevante cultuurhistorische elementen zijn in het bestemmingsplan in stand gehouden en voorzien van een passende juridisch-planologische regeling.