Van de volgende instanties is een overlegreactie ontvangen.
6.3.1 Waterschap Zeeuwse Eilanden, Postbus 1000, 4330 ZW Middelburg
Samenvatting
-
a. Het waterstaatswerk (voorheen de kernzone van de waterkering) is in het bestemmingsplan bestemd met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'. Het waterschap wijst erop dat in de provinciale ruimtelijke verordening Zeeland is bepaald dat de waterkering primair bestemd moet worden. Het verzoek is dan ook dit in de regels tot uitdrukking te laten komen.
-
b. De waterkering wordt met meerdere keurzones beschermd. Volgens het waterschap is het aan te bevelen deze keurzones ook te bestemmen. Dit maakt duidelijk wanneer voor bouwactiviteiten ook een watervergunning moet worden aangevraagd.
-
c. Het waterschap verzoekt de waterparagraaf te actualiseren ten aanzien van de Keur 2009 en de Waterwet.
-
d. Op de inrichtingsschets van Tramper II grenzen twee woningen direct aan het oppervlaktewater. Volgens de Keur is langs oppervlaktewater aan beide zijden een onderhoudsstrook van 7 meter nodig. Op dit moment is nog eenzijdig onderhoud mogelijk. Het waterschap verzoekt in het bestemmingsplan rekening te houden met de Keur en aan één zijde van het oppervlaktewater een onderhoudsstrook in te tekenen van tenminste 7 meter.
-
e. Het waterschap wijst erop dat voor het uitgeven van gronden die direct grenzen aan oppervlaktewater is een watervergunning vereist.
Overweging
-
a. Zowel in de provinciale verordening ruimte als in de AMvB ruimte is bepaald dat primaire waterkeringen in een bestemmingsplan de hoofdbestemming primaire waterkering krijgen. In het bestemmingspan wordt daarom de enkelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen voor de primaire waterkeringen.
-
b. De beschermingszone is afdoende gewaarborgd in de Keur. Een regeling in het bestemmingsplan is niet noodzakelijk en zou leiden tot dubbele regelgeving. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt ter informatie een kaart met de Keurzonering opgenomen.
-
c. In de waterparagraaf worden de actuele Keur en de Waterwet verwerkt.
-
d. De gemeente wenst de voorgestelde verkaveling te handhaven. In overleg met het waterschap wordt gezocht naar een oplossing voor het onderhoud van de watergang. Uitgangspunt is dat rekening moet worden gehouden met de keur van het waterschap.
-
e. Bij uitgifte van de gronden wordt de benodigde watervergunningprocedure doorlopen.
Conclusie
Naar aanleiding van deze overlegreactie wordt het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.
- Op de verbeelding wordt de primaire waterkering (voorheen de kernzone van de waterkering) bestemd met de enkelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'
- In de regels wordt vervalt artikel 18 Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming) en wordt, onder vernummering, een nieuw artikel 17 Waterstaat - Waterkering (enkelbestemming) ingevoegd.
- In de waterparagraaf worden de actuele Keur en de Waterwet verwerkt.
- In de toelichting wordt een kaart met de Keurzonering opgenomen.
- In de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid voor de tweedefase van Tramper II wordt rekening gehouden met de beheersaspecten van de watergang. In dewijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen dat rekening moet worden gehouden met de Keur van het Waterschap.
6.3.2 Veiligheidsregio Zeeland, Postbus 8016, 4330 EZ Middelburg
Samenvatting
-
a. De veiligheidsregio constateert dat geen rekening is gehouden met het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Kanaal door Zuid-Beveland. Het advies is de risico's van het kanaal alsnog nader te beschouwen, in relatie tot de omvang van het groepsrisico. Hierbij dient tevens rekening gehouden te worden met de potentieel risicoverhogende werking van het sluizencomplex.
-
b. De veiligheidsregio vraagt een nadere onderbouwing van het groepsrisico vanwege de Westerschelde op te nemen. De redenen daarvoor zijn als volgt.
-
1. de systematiek uit de eenmalige afweging voor het groepsrisico van de Westerschelde is onjuist toegepast. Ook is door de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen de regel van 2.500 personen per hectare niet meer van toepassing.
-
2. De resultaten van de onderzoeken voor de Westerschelde (DNV 2004, TNO 2007) geven aan dat het groepsrisico ter hoogte van Hansweert in 2030 hoger is dan 10% van de oriëntatiewaarde. Het toevoegen van een woonwijk kan daarom significant genoemd worden.
-
c. De veiligheidsregio vraagt meer aandacht te besteden aan zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid in geval van een calamiteit, door invulling te geven aan de verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico. De verantwoording is nodig voor het gehele plan, niet alleen voor nieuwe ontwikkelingen.
-
d. De veiligheidsregio adviseert concrete maatregelen in het bestemmingsplan op te nemen om ontvluchting te bespoedigen.
-
e. De veiligheidsregio verzoekt de gemeente de brandweer te betrekken bij het treffen van eventuele bouwkundige maatregelen.
Overweging
-
a. In de toelichting van het bestemmingsplan is aandacht besteed aan het plaatsgebonden risico ten gevolge van het Kanaal door Zuid-Beveland. De toelichting wordt aangevuld met een beschouwing en verantwoording ten aanzien van het groepsrisico. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar onderzoek van AVIV uit 2006.
-
b. De beschouwing van het groepsrisico vanwege de Westerschelde wordt aangevuld, waarbij de opmerkingen van de Veiligheidsregio in ogenschouw worden genomen.
-
c. Met de invulling van de onderwerpen zoals genoemd onder a. en b. wordt dit punt afdoende beantwoord.
-
d. Concrete maatregelen om ontvluchting te bespoedigen komen neer op het mogelijk maken van nieuwe ontsluitingswegen. Op dit moment is er vanuit verkeerskundig en stedenbouwkundig oogpunt geen aanleiding nieuwe ontsluitingswegen aan te leggen, zeker nu het gaat om een grotendeels consoliderend bestemmingsplan.
-
e. Wanneer uit de beschouwing van het groepsrisico blijkt dat bouwkundige maatregelen noodzakelijk zijn, dan zal de gemeente in het vervolgproces de brandweer daarbij betrekken.
Conclusie
Naar aanleiding van deze overlegreactie wordt het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.
- De toelichting wordt aangevuld met een beschouwing en verantwoording van het groepsrisico vanwege het Kanaal door Zuid-Beveland en de Westerschelde. Daarbij wordt de hele kern beschouwd.
6.3.3 VROM-inspectie, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag. Mede namens Rijkswaterstaat
Samenvatting
VROM-Inspectie
-
a. Vanaf 1 januari 2012 zal het Basisnet Water van kracht zijn. Kegelligplaatsen buiten havens worden als onderdeel van het basisnet gezien. In het Kanaal door Zuid-Beveland zijn ter hoogte van het plangebied twee kegelligplaatsen gesitueerd. Dit aspect is relevant voor het bestemmingsplan.
-
b. Naar aanleiding van de tekst over plaatsgebonden risico in de toelichting van het bestemmingsplan merkt de Inspectie op d at er momenteel een actualisatiestudie risicoanalyse Westerschelde plaatsvindt.
Rijkswaterstaat
-
a. Het plangebied grenst aan de sluiskolk en heeft op die plaats de bestemming Groen en de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Langs de rand van de sluiskolk ligt een betonweg. Rijkswaterstaat vraagt deze weg aan te duiden als waterstaatswerk.
-
b. Het buitendijkse terrein van Van der Straaten ligt in het plangebied. In de waterparagraaf is gesteld dat hemelwater vanaf verhard oppervlak wordt afgevoerd naar de riolering. Er worden geen hemelwaterlozingen (of overstorten) op de Westerschelde genoemd. Rijkswaterstaat vraagt of hieruit mag worden geconcludeerd dat deze er niet zijn.
Overweging
VROM-Inspectie
-
a. In de toelichting zal aandacht worden besteed aan de invloed van het transport van gevaarlijke stoffen over het Kanaal door Zuid-Beveland. Zie ook de overweging bij de overlegreactie van de Veiligheidsregio Zeeland (punt 2 onder a.). Daarbij wordt de nu geldende circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen toegepast.
-
b. De actualisatiestudie over de Westerschelde zal worden genoemd in de toelichting. Deze is echter nog niet ver genoeg gevorderd om op te nemen in het bestemmingsplan. Voor vaststelling van het bestemmingsplan wordt bezien of de actualisatiestudie alsnog kan worden opgenomen. Vooralsnog wordt dan ook gebruik gemaakt van de eenmalige afweging van het groepsrisico vanwege de Westerschelde uit 2007.
Rijkswaterstaat
-
a. De door Rijkswaterstaat bedoelde weg ligt op de primaire waterkering. In het voorontwerpbestemmingsplan is daar de bestemming Groen met de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering aan toegekend. Mede naar aanleiding van de overlegreactie van het Waterschap Zeeuwse Eilanden zal deze bestemming worden veranderd in een enkelbestemming Waterstaat - Waterkering. Daarmee krijgt ook de weg een bestemming als waterstaatswerk.
-
b. Het hemelwater van het buitendijkse terrein van Van der Straaten wordt afgevoerd op de Westerschelde. Dit wordt aangepast in de waterparagraaf.
Conclusie
Naar aanleiding van deze overlegreactie wordt het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.
- De toelichting wordt aangevuld met betrekking tot het Basisnet Water en de actualisatiestudie risicoanalyse Westerschelde.
- De waterparagraaf wordt aangevuld ten aanzien van de lozing van hemelwater vanaf buitendijkse terreinen op de Westerschelde.
- Op de verbeelding wordt de primaire waterkering (voorheen de kernzone van de waterkering) bestemd met de enkelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
- In de regels wordt vervalt artikel 18 Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming) en wordt, onder vernummering, een nieuw artikel 17 Waterstaat - Waterkering (enkelbestemming) ingevoegd.
6.3.4 Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg
Samenvatting
-
a. Het bestemmingsplan maakt in de wijk Tramper II de bouw van 63 woningen mogelijk. In de planningslijst woningbouw 2008-2018 en de concept woningbouwprogrammering van regio De Bevelanden is deze totale capaciteit opgenomen. Voor de komende 10 jaar zijn echter slechts 33 van de 63 woningen voorzien. De provincie verzoekt daarom de ontwikkeling van Tramper II vooralsnog te beperken tot 33 woningen. Dit kan eventueel door een fasering aan te brengen met behulp van een wijzigingsbevoegdheid. De provincie noemt als voorwaarde bij een dergelijke wijzigingsbevoegdheid dat wordt voldaan aan de meest recente regionale woningbouwprogrammering.
-
b. Het plangebied is gedeeltelijk gelegen in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. In het bestemmingsplan is daar echter geen rekening mee gehouden in de vorm van een beschermende regeling. De provincie vraagt deze alsnog op te nemen.
-
c. Ten noordwesten van Hansweert liggen een aardgasleiding van Gasunie en een propeenleiding van DOW Benelux N.V.. Het invloedsgebied van beide leidingen ligt over het plangebied, daarom moet het groepsrisico vastgesteld worden.
-
d. Het risico van het transport van gevaarlijke stoffen over water dient zowel voor de Westerschelde als het Kanaal door Zuid-Beveland te worden vastgesteld aan de hand van de per 1 januari 2010 gewijzigde circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico dient op basis van de in de bijlage van de circulaire aangegeven transportintensiteiten te worden vastgesteld.
Overweging
-
a. Gezien de woningbouwprogrammering en de situatie op de lokale woningmarkt ligt een directe bestemming voor alle 63 woningen niet langer voor de hand. De gemeente kiest voor het opnemen van een fasering door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Als voorwaarde wordt onder meer het voldoen aan de actuele regionale woningbouwprogrammering opgenomen.
-
b. Voor het onderwerp archeologie is de Stichting cultureel erfgoed Zeeland om advies gevraagd. De stichting heeft advies gegeven over de exacte begrenzing van het te beschermen gebied en de inhoud van de bescherming. In het bestemmingsplan wordt een dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen.
-
c. Voor de aardgasleiding van Gasunie en de propeenleiding van Dow Benelux N.V. wordt de omvang van het groepsrisico vastgesteld. De resultaten daarvan worden opgenomen in de toelichting.
-
d. Het risico van het transport van gevaarlijke stoffen over het Kanaal door Zuid-Beveland zal in de toelichting nader worden beschouwd. Zie ook de overweging bij de overlegreactie van de Veiligheidsregio Zeeland (punt 2 onder a.).
Conclusie
Naar aanleiding van deze overlegreactie wordt het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.
- Op de verbeelding wordt de tweede fase van de wijk Tramper II bestemd als groen, met een wro - zone wijzigingsgebied daarover.
- In de regels wordt aan de bestemming Groen een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd, ten behoeve van de tweede fase van de wijk Tramper II.
- De toelichting wordt aangevuld met een korte beschrijving van de mogelijke archeologische waarde in een deel van de kern Hansweert.
- Op de verbeelding en in de regels wordt de dubbelbestemming Waarde – Archeologie opgenomen om het archeologisch belang van de gronden veilig te stellen.
- De toelichting wordt aangevuld met een beschouwing en verantwoording van het groepsrisico vanwege het Kanaal door Zuid-Beveland en de Westerschelde.
- De toelichting wordt aangevuld met een beschouwing van het groepsrisico vanwege de aardgasleiding en de propeenleiding ten noorden van Hansweert.