direct naar inhoud van 4.3 Bodemkwaliteit
Plan: Hansweert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.01HaBPKom-va01

4.3 Bodemkwaliteit

4.3.1 Actualisering

In het kader van de actualisering van het bestemmingsplan is bodemonderzoek niet nodig.

4.3.2 Tramper II

Beleid

Het beleid van de provincie Zeeland gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dat onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren).

Bodemonderzoek

In opdracht van de gemeente is door De Klerk Milieuadvies in 2005 verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dat onderzoek zijn vermeld in het rapport Verkennend onderzoek Tramper II (De Klerk Milieuadvies, 31 oktober 2005)

De conclusie uit dit bodemonderzoek luidt dat op basis van de resultaten er geen reden is om vervolgonderzoek uit te voeren. Er is vanwege bodemkwaliteit geen belemmering om in het uitbreidingsgebied Tramper II woningbouw te realiseren.

Conclusie bodem kwaliteit

Het uitgevoerde bodemonderzoek geeft aan dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de in het uitbreidingsgebied Tramper II te bouwen woningen.