direct naar inhoud van 3.2 Stedenbouwkundig ontwerp Tramper II
Plan: Hansweert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.01HaBPKom-va01

3.2 Stedenbouwkundig ontwerp Tramper II

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.01HaBPKom-va01_0005.jpg"

Figuur 3.1. Stedenbouwkundige verkaveling Tramper II

In figuur 3.1 is het voorlopige stedenbouwkundig ontwerp voor Tramper II weergegeven. De belangrijkste uitgangspunten zijn hierna uitgewerkt.

Ruimtelijke integratie / afstemming met omgeving

Doordat het gebied aan alle zijden tamelijk harde grenzen heeft (boomgaard, bedrijventerrein en bestaand woongebied) zijn de aansluitingen op het bestaande stratenpatroon van groot belang. Deze aansluitingen worden gevormd door het doortrekken van de Maartenbroersweg en Kloosterstraat aan de noord- en westzijde en de Sloestraat aan de zuidzijde. Hierdoor wordt het woongebied op een logische wijze in de bestaande structuur geïntegreerd.

Daarnaast is er een zeer directe verweving met het bestaande woongebied aan de zuidoostzijde, ontstaan door de invulling van de hoek Wielingenstraat / Braakmanstraat (woningen Braakmanstraat 1 tot en met 13) in het ontwerp te betrekken. Dit is in nauw overleg met de woningstichting R&B Wonen gebeurd (zie ook hoofdstuk 2).

Een ander belangrijk ruimtelijk verbindend element vormt de opgenomen singel. Deze singel versterkt de oost-west oriëntatie en zorgt voor de ruimtelijke verbinding van Tramper met de Scheldestraatbuurt. Aan de noordzijde is het woonwagencentrum ingepast binnen de ruimtelijke opzet.

Ontsluiting

Autoverkeer

De ontsluiting van het gebied vindt plaats via de Maartenbroersweg en de Sloestraat. Deze weg is overeenkomstig de uitgangspunten van 30 km / uur-gebied recent heringericht. De 2e fase van de Tramper wordt ontsloten via twee onderling verbonden aantakkingen op de Maartenbroersweg namelijk in de bocht van de Maartenbroersweg nabij het woonwagencentrum en via de Kloosterstraat.

De Kloosterstraat wordt daarbij verbreed en afgebogen. Enkele garageboxen en een loods zijn daartoe reeds gesloopt. Voor de garages is vervangende ruimte geboden iets ten noorden van de Kloosterstraat.

Langzaam verkeer

De aangrenzende straten Sloestraat en Wielingenstraat worden alleen voor langzaam verkeer doorgetrokken. Een aansluiting voor autoverkeer zou sluipverkeer oproepen hetgeen een te zware belasting van de smalle straatprofielen zou betekenen. Voorzien wordt ook in een langzaamverkeersverbinding naar de Westelijke Kanaalweg (richting gedempte kanaalarm, bedrijventerrein en kanaal).

Profielen en parkeren

In de straatprofielen is op veel plaatsen een strook voor laanbeplanting opgenomen. Aan de andere zijde van de rijweg is een brede rabatstrook toegevoegd, geschikt voor onder andere aanleg kabels en leidingen, waarop geparkeerd kan worden. Uitgangspunt is dat het parkeren grotendeels op eigen terrein plaatsvindt. In het ontwerp is ruimte voor voldoende parkeerplaatsen zowel op eigen terrein als in de openbare ruimte. Ten behoeve van de verkeersveiligheid en woonkwaliteit wordt een 30 km-zone ingevoerd. Hiertoe zijn knikken in de weg en plateaus op kruispunten voorzien.

Bebouwing

Met het oog op het creëren van een dorpskarakter is een menging en spreiding van verschillende woningtypen gewenst.

  • Langs de singel zijn in het noordelijk deel vooral vrijstaande woningen voorzien.
  • Elders is een gemêleerd bebouwingspatroon opgenomen, met in het herontwikkelingsgebied langs de singel een meer aaneengesloten bebouwingsbeeld, waarbij geldt dat, gezien het karakter van de singel, het niet wenselijk is dat de bebouwingsstructuur bestaat uit louter aaneengebouwde woningen. Het weergegeven model toont het maximum aantal aaneengesloten woningen.
  • Gezien de behoefte aan garageboxen in Hansweert is in het ontwerp rekening gehouden met de bouw ervan.

In de woningverdeling (en de bestemmingsregeling) is de nodige flexibiliteit gewenst om bij de voorgenomen gefaseerde ontwikkeling voldoende op de marktsituatie en woningbehoefte te kunnen reageren.

Het stedenbouwkundig ontwerp bevat (inclusief de herontwikkeling Scheldestraat en omgeving) 96 woningen met de volgende verdeling:

woningtype    
vrijstaande woning   32  
twee onder één kap woning   20  
rijenwoning   44  
totaal   96  

De tweede fase (het gebied waarvoor een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen) van de Tramper II omvat circa 40 woningen (aangeduid zonder transparant in figuur 3.1). Het herstructureringsgebied en de eerste fase van Tramper II omvatten 58 woningen (rood omrand in figuur 3.1).

Een andere spreiding van de verschillende woningtypes over het gebied dan aangegeven in het schetsontwerp en de tabel, kan bij latere uitwerking wenselijk zijn. In dat verband kan onder andere gedacht worden aan een spreiding van de mogelijkheden voor rijenbouw. De voorkeur voor de situering van de rijenbouw gaat daarbij uit naar de stroken grenzend aan de bestaande woonbuurten en het woonwagencentrum. In de wijzigingsregels is hiermee rekening gehouden.

Groen- en speelvoorzieningen

Het gebied biedt ruimte aan diverse soorten speelvoorzieningen. Voor de kleinere kinderen is een speelgebied in de omgeving van de Kloosterstraat-Sloestraat gedacht. In de randzone langs de boomgaard is een speel-/trapveld voor de wat oudere kinderen geprojecteerd. De bestaande groenvoorziening ten noorden van het woongebied als trapveld, hondentraining en kindervakantieweek wordt in stand gehouden.

Beeldkwaliteit

In de gemeentelijke welstandsnota zijn de uitbreidingswijken welstandsvrij verklaard (volgens artikel 12 van de Woningwet). Bouwaanvragen binnen deze welstandsvisiegebieden behoeven derhalve geen welstandstoetsing. Het bestemmingsplan is in die gebieden alleen maatgevend wat betreft maatvoeringseisen van bouwvolumes (positie, bouwhoogte en bouwmassa).

Indien de visuele kwaliteit van een bouwwerk in deze gebieden in ernstige strijd met redelijke eisen van welstand blijkt te zijn, kunnen burgemeester en wethouders alsnog repressief optreden (excessenregeling).

Nadat de gebieden gerealiseerd zijn, worden zij tot neutraal welstandsgebied benoemd. Het welstandsbeleid binnen deze woongebieden is voornamelijk gericht op toevoegingen aan bestaande bebouwing en de afstemming daarvan op het hoofdgebouw en de belendende bebouwing.