direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • horecabedrijven, conform de Staat van horecavoorzieningen als opgenomen in 9.1.2onder b;
  • waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

9.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:

a Aantal bedrijven

Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.

b Staat van horecavoorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van horecavoorzieningen:

Aanduiding   Betekenis   Horecavoorziening   Adres   Kern   Beb. opp.  
(sh-c)   specifieke vorm van horeca – café   café, waarbij een terras uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "terras"   Graafdijk-west 38, 39 en 40   Molenaarsgraaf   138 m2  
(sh-cr)   specifieke vorm van horeca – café/ restaurant   café/ restaurant en botenhuis   Oosteinde 6   Oud-Alblas   554 m2  
c Horecabedrijf Oosteinde

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca – café/ restaurant" aan de Oosteinde 6 is maximaal één gebouw toegestaan. Het parkeren dient geheel op eigen terrein plaats te vinden.

d Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" en maximaal één per aanduiding, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" in combinatie met "maximum aantal wooneenheden" het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen is.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van recreatieve en horecavoorzieningen passende bij de in de Staat van horecavoorzieningen opgenomen specifieke aanduidingen.

9.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. Indien binnen een bestemmingsvlak een "bouwvlak" is aangeduid, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
  • b. De in de Staat van horecavoorzieningen aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen (incl. bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen) mag niet worden overschreden.
  • c. De inhoud van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van gebouwen.
  • d. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 10 m. Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m)" de aangeduide goothoogte als maximum geldt.
  • e. De inhoud van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen, mag maximaal 650 m3bedragen.
9.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mogen bedragen, daarachter maximaal 2 m.

9.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

9.3 Ontheffing van de bouwregels
9.3.1 Ontheffing inhoud en bebouwde oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 9.1.2 onder bopgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 9.2.2 opgenomen maximale inhoud van de bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing" is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • h. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • i. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • j. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. voor wonen;
  • c. voor een seksinrichting.
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
9.5.1 Wijziging andere horecafunctie

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen, teneinde andere functies binnen de bestemming Horeca toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • b. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • c. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • d. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • e. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • f. de wijziging mag niet leiden tot (extra) belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.