direct naar inhoud van Artikel 8 Cultuur en ontspanning
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 8 Cultuur en ontspanning

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Algemeen

De voor "Cultuur en ontspanning" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuur en ontspanning, conform de Staat van cultuur en ontspanning als opgenomen in 8.1.2 onder b;
  • b. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • c. behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden";

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

8.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 8.1.1:

a Aantal bedrijven

Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.

b Staat van cultuur en ontspanning

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van cultuur en ontspanning:

Aanduiding   Betekenis   Cultuur en ontspanning   Adres   Kern   Beb. opp.  
(mu)   museum   museum   B 134a   Ottoland   bestaande oppervlakte  
(mu)   museum   museum   Zuidzijde 67   Goudriaan   bestaande oppervlakte  
(spt)   speeltuin   speeltuin   Oosteinde ongenummerd   Wijngaarden   2400 m2  
(spt)   speeltuin   speeltuin   Perceel boven Wetering   Ottoland   0 m2  
(spt)   speeltuin   speeltuin   Perceel onder Wetering   Ottoland   0 m2  
c Speeltuin

Ter plaatse van de aanduiding "speeltuin" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • speelterreinen en trapvelden, met bijbehorende hekwerken, ballenvangers, basketdoel en doelpalen;
  • groenvoorzieningen en waterpartijen.
d Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" en uitsluitend één bedrijfswoning per aanduiding.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van recreatieve en horecavoorzieningen passende bij de in de Staat van cultuur en ontspanning opgenomen specifieke aanduidingen.

8.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. Indien binnen een bestemmingsvlak een "bouwvlak" is aangeduid, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
  • b. De in de Staat van cultuur en ontspanning aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen mag niet worden overschreden.
  • c. De inhoud van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van gebouwen.
  • d. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 10 m.
8.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mogen bedragen, daarachter maximaal 2 m.

8.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

8.3 Ontheffing van de bouwregels
8.3.1 Ontheffing inhoud en bebouwde oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 8.1.2 onder bopgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 8.2.2 opgenomen maximale inhoud van de bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing" is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • k. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. voor een seksinrichting.
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
8.5.1 Wijziging andere functie cultuur en ontspanning

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen, teneinde andere functies binnen de bestemming Cultuur en ontspanning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • b. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • c. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • d. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • e. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • f. de wijziging mag niet leiden tot (extra) belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.