direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijk:

  • a. in de vorm van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, cultuur, lichamelijke en geestelijke volksgezondheid een en ander conform de Staat van maatschappelijk (10.1.2 onder b) en met bijbehorende voorzieningen;
  • b. behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden".

en overeenkomstig de in 10.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

Ter plaatse van de aanduiding "archeologische waarden" zijn deze gronden tevens aangewezen voor de instandhouding van het archeologisch monument.

10.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 10.1.1:

a Aantal bedrijven

Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.

b Staat van maatschappelijk

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijk:

Aanduiding   Betekenis   Maatschappelijk   Adres   Kern   Beb. opp.  
(bp)   begraafplaats   begraafplaats   Brandwijksedijk 19   Brandwijk   40 m2  
(bp)   begraafplaats   begraafplaats   Oosteinde ongenummerd   Wijngaarden   40 m2  
(bp)   begraafplaats   begraafplaats   Noordzijde 25   Oud-Alblas   40 m2  
(re)   religie   religie   A 86/88   Ottoland   378 m2  
(re)   religie   religie   Brandwijksedijk 19   Brandwijk   262 m2  
(sm-bhb)   specifieke vorm van maatschappelijk – beheerboerderij   beheerboerderij   Donkseweg 2   Brandwijk   447 m2 + 194 m2  
(sm-gmh)   specifieke vorm van maatschappelijk – gemeenschapshuis   gemeenschapshuis De Arend   A 58   Ottoland   106 m2  
(sm-gmh)   specifieke vorm van maatschappelijk – gemeenschapshuis   gemeenschapshuis De Wegwijzer   Brandwijksedijk 17   Brandwijk   165 m2  
(sm-has)   specifieke vorm van maatschappelijk – huisarts   huisarts   Graafdijk-oost 33a   Molenaarsgraaf   300 m2  
(on)   onderwijs   onderwijs   Noordzijde 47   Goudriaan   500 m2  
(on)   onderwijs   natuureducatie en schapenhouderij in het kader van educatieve doeleinden   A 89   Ottoland   890 m2  
(vl)   verenigingsleven   verenigingsleven   Bloklandse Kade 2a   Ottoland   114 m2  

c Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" en uitsluitend één bedrijfswoning per aanduiding.

d Aan huis gebonden beroep

In deze bedrijfswoning mag ook een aan huis gebonden beroep worden uitgeoefend. Het aan huis gebonden beroep dient gezien de aard, omvang en intensiteit passend te zijn binnen de woonfunctie. Tevens dient de gebruiker van de woning ook de beroepsmatige activiteit te ontplooien. De totale vloeroppervlakte voor de aan huis gebonden beroepsactiviteit mag niet meer bedragen dan 60 m2. de activiteit mag uitsluitend inpandig plaatsvinden.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van voorzieningen passende bij de in de Staat van maatschappelijke functies opgenomen specifieke aanduidingen.

10.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. Indien binnen een bestemmingsvlak een "bouwvlak" is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
  • b. Het in de Staat van maatschappelijk aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen mag niet worden overschreden.
  • c. De inhoud van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van gebouwen.
  • d. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m)" de als zodanig aangeduide goothoogte als maximum goothoogte geldt.
  • e. De bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 10 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" de als zodanig aangeduide bouwhoogte als maximum bouwhoogte geldt.
  • f. De inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, mag maximaal 650 m3bedragen;
  • g. De goothoogte van bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag maximaal 3 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 5,5 m.
10.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mogen bedragen, daarachter maximaal 2 m.

10.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

10.3 Ontheffing van de bouwregels
10.3.1 Ontheffing inhoud en bebouwde oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 10.1.2 onder bopgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 10.2.2 opgenomen maximale inhoud van de bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing" is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • k. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van grond en opstallen;
  • b. detailhandel;
  • c. wonen, behoudens de dienstwoning als bedoeld onder 10.1.2 onder c.
10.5 Aanlegvergunning
10.5.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 10.5.4. opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren.

10.5.2 Uitzonderingen

Het onder 10.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
10.5.3 Verlening

De in 10.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 10.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 10.5.4de toetsingscriteria weergegeven.
Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door het College van burgemeester en wethouders van Graafstroom eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.

10.5.4 Schema aanlegvergunningen

Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”   door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen mogen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben.
Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:
a. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden
hersteld;
b. de karakteristieke hoofdvorm is niet te handhaven;
c. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden.
Ter afweging van het bovenstaande wordt advies ingewonnen bij de monumentencommissie.