direct naar inhoud van 4.9 Wonen
Plan: Buitengebied Giessenlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8001-vast

4.9 Wonen

4.9.1 Algemeen

Het wonen concentreert zich in de kernen. In het buitengebied kan beperkt aan de woningvraag worden tegemoetgekomen door intensievere bewoning van de linten zonder netto toename van bebouwing en zonder beperkingen voor omliggende agrarische bedrijven.

Dit is mogelijk door het toepassen van de Ruimte-voor-Ruimteregeling en het splitsen van (voormalige) boerderijen. Mits dit niet betekent dat de netto bebouwing toeneemt, de bestaande erfbeplanting gehandhaafd blijft, de auto's uit het zicht (het liefst binnen) worden gezet, de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing wordt gespaard en het geen belemmering betekent van omliggende agrarische bedrijven.

Aan bestaande (legale) burgerwoningen met de bijbehorende erven en tuinen wordt een bestemming Wonen (W) toegekend. Bij recht mag de inhoud van een woning maximaal 850 m³ bedragen, inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen (exclusief ondergrondse bouwlagen). Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan onder het hoofdgebouw. Het gezamenlijk oppervlak aan bijgebouwen mag ten hoogste 75 m² bedragen. Verruiming van de inhoudsmaat is niet mogelijk.

In principe wordt aan alle woningen een afzonderlijk bouwvlak toegekend en wordt in de regels aangegeven dat er per bouwvlak maximaal 1 woning gerealiseerd mag worden. In enkele situaties zijn er meer woningen binnen een bouwvlak aanwezig en maakt de kadastrale en eigendomssituatie het niet mogelijk hier een goede ruimtelijke scheiding aan te brengen. In die gevallen wordt aan het bouwvlak een cijfer toegevoegd dat aangeeft hoeveel woningen hier maximaal aanwezig mogen zijn.

Binnen het bouwvlak wordt gestreefd naar een concentratie van bebouwing. Indien sprake is van zeer grote tuinen (veelal het restant van een voormalig agrarische bedrijfscomplex) wordt aan die gronden een zodanige bestemming toegekend dat op gronden geen gebouwen kunnen worden opgericht.

Binnen de gemeente liggen nog enkele woonketen die gelegaliseerd gaan worden op hun huidige grootte (meestal zo'n 250 m³), indien passend binnen de randvoorwaarden. Langs de Linge liggen 3 woonboten. Deze worden in het bestemmingsplan bestemd. In het bestemmingsplan worden geen mogelijkheden opgenomen voor uitbreiding van het aantal woonboten.

4.9.2 Nevenfuncties bij woningen in de bebouwingslinten

Voormalige agrarische bedrijfscomplexen binnen de bebouwingslinten, die nu een woonfunctie hebben, bieden door de aanwezige (voormalige) bedrijfsbebouwing mogelijkheden voor diverse nevenfuncties. Indien dergelijke voormalige agrarische bedrijfscomplexen enkel als woning worden bestemd, wordt geen recht gedaan aan het meest doelmatige gebruik van gronden en gebouwen en aan de mogelijkheden voor behoud van de cultuurhistorische waarden. Om die reden worden ter plaatse van voormalige agrarische bedrijfslocaties waarin nu wordt gewoond nevenfuncties toegestaan. Deze woonlocaties zullen met een specifieke aanduiding als W(vab) worden bestemd.

De nevenfuncties die ter plaatse van deze bestemming zijn toegestaan, zijn opgenomen in tabel 4.2. Voor de toegestane maten wordt aangesloten bij de nevenfuncties in tabel B1.1 (bijlage 1). Indien gebruik wordt gemaakt van een bijgebouw met een groter oppervlak dan in tabel B1.1 genoemd, en het is niet reëel dat de nevenfunctie in een ander, kleiner, bijgebouw plaats kan vinden en het overgebleven deel van het bijgebouw kan niet voor een andere functie gebruikt worden, dan kan door middel van een omgevingsvergunning het gebruik van een groter oppervlak voor de nevenfunctie toe worden gestaan. Nieuwbouw van bedrijfsgebouwen ter plaatse van deze voormalige agrarische bedrijfslocaties is uitgesloten, tenzij bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Dan mag 50% met een maximum van 200 m² worden teruggebouwd (surplusregeling).

Daarnaast zullen enkele recreatieve nevenfuncties worden toegelaten voor burgerwoningen (W) in de zone Bebouwingslinten.

Tabel 4.2 Nevenfuncties bij burgerwoning W en W(vab) in zone Bebouwingslinten

nevenfunctie   W   W(vab)  
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten   --   R  
veearts/hoefsmederij/KI-station   --   R  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   --   R  
kano-, boot- of fietsenverhuur   A   A  
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (theeschenkerij, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij categorie 1a en 1b)   --   A  
theeschenkerij   A   --  
bed & breakfast/gastenverblijf   R   R  
kleinschalig kamperen (maximaal 15 standplaatsen, via afwijking tot 25 plaatsen)   R/A   R/A  
kleinschalige detailhandel (zoals verkoop antiek en curiosa)   --   A  

R Rechtstreeks toegestaan.

A Alleen toegestaan onder voorwaarden (via afwijking).

-- Niet toegestaan.

4.9.3 Aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Bij burgerwoningen en (agrarische) bedrijfswoningen is het uitoefenen van een beroep-aan-huis bij recht toegestaan. Dit houdt in dat zogenaamde vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningbesluit milieubeheer geldt, zonder meer vanuit de woning kunnen worden uitgeoefend.

Hierbij geldt als uitgangspunt dat de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft en dat maximaal 75 m² van het vloeroppervlak van het bestaande hoofdgebouw of bijgebouw wordt benut ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

De volgende voorwaarden zijn eveneens van toepassing:

  • er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • ten behoeve van de gewijzigde functie wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • er mag geen horeca of detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteiten;
  • één van de bewoners van het hoofdgebouw dient eigenaar/bedrijfsleider te zijn van het bedrijf.