direct naar inhoud van 3.3 Visie op gewenste ontwikkeling
Plan: Woonzorgcomplex Hoornaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP3003-vast

3.3 Visie op gewenste ontwikkeling

Het beoogde programma

Voor de locatie wordt de ontwikkeling van een woonzorgcomplex beoogd. De aanwezigheid van een dergelijk complex is belangrijk in een kern zoals Hoornaar en een aanvulling op de bestaande maatschappelijke voorzieningen.

Het voornemen is om het complex voor meerdere doelgroepen geschikt te maken zoals ouderen, ouderen met dementie en verstandelijk gehandicapten. Deze bewoners hebben een verschillende zorgvraag en het complex zal daarom uit verschillende onderdelen bestaan.

Het programma bestaat uit een complex met twee functionele eenheden bestaande uit:

  • 13 appartementen bestemd voor in totaal 13 mensen met een verstandelijke beperking in de sfeer van intramuraal wonen;
  • 20 appartementen bestemd voor in totaal 20 dementerende ouderen, in de sfeer van intramuraal wonen (kleinschalige verpleeghuiszorg);
  • 24 appartementen bestemd voor zelfstandig wonen van 55+-ers met een indicatie voor AWBZ- en/of Wmo-zorg;
  • een wijkservicepunt/ontmoetingsruimte van 150 m² bedoeld voor de bewoners van de appartementen, zelfstandig wonen en ouderen uit het dorp.

Aangezien hier sprake is van intramurale zorgverlening zullen er 24 uur per dag zorgverleners aanwezig zijn. In de nacht zullen er 1 á 2 en overdag zullen er (op piekmomenten) 6 zorgverleners aanwezig zijn.

Stedenbouwkundige inpassing

Het nieuwe zorgcomplex wordt in twee bouwmassa's op de kavel ingepast, waarbij de gebouwen worden ingebed in de bestaande stedenbouwkundige structuur.

In het lint van de Lage Giessen staan de woningen min of meer in een rooilijn. Een afwijking hierop is de woning ten oosten van de locatie. Deze ligt iets terug. Het is van belang om de rooilijn te respecteren waarbij de nieuwe bebouwing een overgang is in deze verspringing. Dit betekent dat de afzonderlijke gebouwen zich aanpassen aan de bestaande rooilijn van de naastgelegen woning. Het gebouw aan de oostzijde wordt daarom iets teruggelegd. Hierdoor ontstaat tevens wat ruimte tegenover de twee fraaie vrijstaande woningen aan de overzijde.

De route voor langzaam verkeer over de kavel naar het groengebied blijft belangrijk en is in het ontwerp tussen de twee gebouwen ingepast. Deze route wordt vanaf de Lage Giessen duidelijk herkenbaar en is goed toegankelijk. Deze route vormt tevens de opgang naar de parkeergelegenheid op het terrein.

Ten behoeve van het beeld van de continue groene oever langs de Kromme Giessen, het zicht vanuit de kavels ten oosten van de locatie en het beheer van de watergang, wordt ruimte gehouden tussen de bebouwing en het water. Er wordt daarom een afstand van circa 5 m uit de oever aangehouden. De bebouwing richt zich ook op het natuurgebied en het water, ook aan deze zijde wordt een representatief front gemaakt en tevens geprofiteerd van het fraaie uitzicht.

Om voor het relatief grote complex een dorpse sfeer te kunnen realiseren, is het van belang dat volume en hoogte aansluiten bij de bestaande bebouwing in de kern. De oorspronkelijke bebouwing in het lint gaat uit van kleinere eenheden voorop de kavel (woonhuizen) en grotere volumes achterop de kavel (schuren en andere agrarische bedrijfsbebouwing). Voor de volumes en de hoogten van het zorgcomplex is daarom uitgegaan van de volgende randvoorwaarden:

  • bebouwing is samengesteld uit afzonderlijk herkenbare volumes;
  • duidelijk kleinere herkenbare architectonische eenheden;
  • de lange wanden zijn opgedeeld in kleinere eenheden;
  • verscheidenheid in volumes en vorm op de kavel;
  • dorpse maat met langs de Lage Giessen maximaal 2 lagen met kap;
  • maximale bouwhoogte achterop de kavel: 3 bouwlagen met een lage kap;
  • volumes worden afgedekt met kappen; deze kappen kunnen verschillende goot- en nokhoogten hebben om de volumes afzonderlijk herkenbaar te maken, te differentiëren en accenten te creëren.

De nieuwe ontwikkeling richt zich primair op de Lage Giessen. De bebouwing voegt zich qua vorm en verhouding, schaal en maat in het beeld langs het lint met twee lagen en een kap. Daarnaast is het van belang dat het gebouw zich tevens goed oriënteert op de belangrijkste ruimte op de kavel zelf: de nieuwe openbare ruimte en de route naar het groengebied. Deze ruimte is de entree van het complex.

Om de privacy op de naastgelegen woonkavels te waarborgen, is het van belang dat de bebouwing aan deze zijden niet te uitbundig wordt vormgegeven. De balkons geven een kwaliteit aan de beleving en de omgeving. De balkons dienen echter een beperkte diepte (tot 1 m uit de gevel) te hebben. Een deel van de buitenruimte wordt hierbij inpandig opgelost (zoals met kleine loggia's). Daarnaast moet de hoogte langs de randen worden beperkt tot maximaal 2 bouwlagen met kap of eventueel drie bouwlagen met een lage kap om de massa beperkt te houden.