De mate waarin het geluid, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige objecten worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving. In de Wgh worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh):
- woningen;
- geluidsgevoelige terreinen (terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan categorale en academische ziekenhuizen, verpleeghuizen, woonwagenstandplaatsen);
- andere geluidsgevoelige gebouwen, waaronder onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen die zijn aangegeven in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh):
- verzorgingstehuizen;
- psychiatrische inrichtingen;
- medisch centra;
- poliklinieken;
- medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen.
Planspecifiek
Voorliggend bestemmingsplan betreft een hoofdzakelijk consoliderend bestemmingsplan. Er wijzigt t.a.v. het aspect verkeerslawaai dan ook niets. Onderzoek naar de geluidsbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai is derhalve achterwege gebleven.
Voorts zijn in het plan een aantal kleine ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen. Deze ontwikkelingen hebben allen hun eigen planologische procedure reeds doorlopen waarin de consequenties voor het aspect geluid verantwoord zijn.
Tot slot is nog een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een woonzorgcomplex in het plan. Gesteld is dat wanneer gebruik gemaakt wordt van de wijzigingsbevoegdheid de (milieu-)technische inpasbaarheid aangetoond dient te worden.
Er worden geen nieuwe inrichtingen mogelijk gemaakt, het aspect industrielawaai speelt dan ook geen rol in onderhavig plan.