Plan: | Woonbuurt te Arkel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP1004-vast |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdtuk 5, titrl 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) 1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg / m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10) 2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Op grond van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer kunnen gemeenten de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen slechts uitoefenen indien is aangetoond dat er als gevolg van de uitvoering van het bestemmingsplan geen sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Met dit bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van 67 woningen mogelijk gemaakt. In de huidige situatie zijn in het plangebied 64 woningen, een kerk en het dorpshuis Odina aanwezig. Ten opzichte van de bestaande situatie is er niet tot nauwelijks sprake van een extra verkeersaantrekkende werking. De bijdrage aan de luchtkwaliteit bedraagt in geen geval meer dan 3% van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zodat op het plan het besluit nibm van toepassing is. Toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de monitoringstool (www.monitoringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) kan voor diverse prognosejaren inzicht worden gegeven in de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 langs relevante wegen. In dit geval is nagegaan wat de concentraties zijn in de directe omgeving van de Dam/Schoolstraat aangezien dit een maatgevende weg vormt voor luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied. Uit de saneringstool blijkt dat in 2011 de jaargemiddelde concentratie NO2en PM10 ruimschoots beneden de grenswaarden zijn gelegen. De bijdrage van overige bronnen van de weg is in de achtergrondconcentratie verwerkt.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat in de directe omgeving van de Dam en de Schoolstraat ruimschoots aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit wordt voldaan. Dit zal ook het geval zijn in de directe omgeving van overige wegen in en om het plangebied aangezien op deze wegen een lagere verkeersintensiteit voorkomt en de concentraties van luchtverontreinigende stoffen afnemen naarmate de afstand tot de weg toeneemt. De Wet Milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen, staat de uitvoering van het plan niet in de weg.