Plan: | Kapelle Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01 |
De voor Waterstaatswerken aangewezen gronden zijn bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen voor de waterkering, alsmede voor de bestemming Verkeer, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
0 | bedrijfsgebouwen Kanaalweg | 1.300 m² | ||
1 | overige bouwwerken | 10 m | 25 m² | |
2 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
3 | remmingswerken | 6 m | ||
3 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,voor waterbeheersing en scheepvaartbegeleiding | 10 m | 100 m² | |
4 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het is verboden op de in lid 25.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 25.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
25.3.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 25.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en wordt voldaan aan de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken.
Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 25.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en / of waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.