Plan: | Kapelle Wemeldinge |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.Wemeldinge-VAST |
Beleid
Met ingang van 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee is het verdrag van Valletta (ook bekend als het verdrag van Malta) verankerd in Nederlandse wetgeving. De nieuwe wet legt een duidelijke relatie tussen de zorg voor archeologie en de ruimtelijke ordening middels de verplichting om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Hierdoor krijgen de gemeenten een belangrijke taak in de zorg voor archeologisch erfgoed. De gemeente Kapelle gaat invulling geven aan die taak door het ontwikkelen van een eigen archeologiebeleid, in samenwerking met een aantal andere Zeeuwse gemeenten. Naar verwachting zal dit beleid, met daarbij behorende toetsingskaders, vanaf 2009 worden ontwikkeld en medio 2010 gereed zijn. Hierbij moet een balans worden gevonden tussen het belang van de archeologie en de plaats daarvan binnen het algemeen maatschappelijk belang. Zodra duidelijkheid ontstaat omtrent het gemeentelijk archeologiebeleid zal hieraan nader aandacht worden besteed.
Vooruitlopend op het gemeentelijk archeologiebeleid is op grond van de wet duidelijk dat geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is in de volgende situaties.
Uit het op te stellen archeologiebeleid zal moeten blijken of op basis van beargumenteerde keuzes van de genoemde maten en afmetingen kan worden afgeweken.
AMK en IKAW
Nog voordat de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking is getreden hebben het Rijk en de provincies interim-beleid ontwikkeld op basis van het verdrag van Malta. Met dit beleid streeft de provincie Zeeland naar een versterking van de relatie ruimtelijke ordening en archeologie. Concreet betekent dit dat de bescherming van het archeologisch erfgoed vastgelegd dient te worden en dat bij ruimtelijke afwegingen rekening gehouden wordt met archeologische kaarten.
Ter effectuering van dit beleid zijn de Archeologische monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) door Gedeputeerde Staten in mei 2001 vastgesteld als toetsingskader bij beoordeling van ruimtelijke plannen en projecten.
Op de AMK is een deel van de kern van Wemeldinge aangemerkt als kern met een hoge archeologische waarde. Dit gebied betreft de oudste kern van Wemeldinge en kan archeologische elementen bevatten die op grond van kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde behoudenswaardig zijn. Concreet betekent dit dat daar waar ingrijpende bodemverstoringen in het plangebied zijn voorzien, archeologisch onderzoek noodzakelijk is om vast te stellen of er inderdaad waarden aanwezig zijn. Het terrein van de kerk en de Vliedberg direct ten oosten van de kerk zijn aangemerkt als terrein van hoge archeologische waarde en vallen onder de wettelijke bescherming van de Monumentenwet 1988 (monumentnummer 46232).
Op de IKAW staan de gebieden aangegeven waar sprake is van een trefkans of verwachtingswaarde op archeologische resten in de bodem. Het plangebied staat op de kaart aangegeven als gebied waar sprake is van een lage tot middelhoge trefkans. Derhalve dient bij (omvangrijke) bouwplannen van meer dan 100 m² in het gebied met middelhoge trefkans rekening te worden gehouden met archeologisch onderzoek.
Tot het moment dat de gemeente Kapelle eigen archeologiebeleid en bijbehorende toetsingskaders, heeft vastgesteld, zijn de AMK en de IKAW de toetsingskaders voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.
Archeologie in het bestemmingsplan
Met het inwerking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg is archeologie stevig verankerd in het proces van ruimtelijke ontwikkeling. Het behoud en beheer van het bodemarchief geldt als de kerntaak. Bij concrete ruimtelijke ingrepen zoals bouwplannen zal, binnen de wettelijke kaders, rekening gehouden worden met de archeologische waarden in de ondergrond. In essentie is dit het te volgen traject:
Afhankelijk van de omvang en de locatie van de ruimtelijke ingreep:
Het bestemmingsplan vormt een goed instrument om dit proces vorm te geven. In het bestemmingsplan kunnen terreinen worden aangemerkt als archeologisch waardevol, eventueel worden beschermd, of onder voorwaarden (zoals onderzoek) worden vrijgegeven voor bodemingrepen. In de komende jaren vindt een actualisering plaats van bestemmingsplannen. Tevens zal een archeologiebeleid worden ontwikkeld met als doel dit beleid op te nemen in het bestemmingsplan. Dit biedt gelegenheid om in de bestemmingsplannen uitvoering te geven aan de wettelijke plicht tot rekening houden met archeologie.