direct naar inhoud van Artikel 22 Waterstaatswerken
Plan: Kapelle Wemeldinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.Wemeldinge-VAST

Artikel 22 Waterstaatswerken

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaatswerken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterkering en de waterbeheersing door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen voor de waterkering;
  • b. verkeer.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Op deze gronden zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

22.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   gebouwen     10 m   25 m2 per
gebouw  
2   terreinafscheidingen     2 m    
3   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    

22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op de in lid 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • e. het dempen van aanwezige waterlopen;
  • f. het vellen of rooien van struiken of bomen.

22.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 22.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

22.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 22.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

22.3.4 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering, over de voorwaarde zoals genoemd in lid 22.3.3.