direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen
Plan: Kapelle Wemeldinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.Wemeldinge-VAST

Artikel 21 Wonen

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in een woning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens een monumentaal gebouw;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend garages voor wonen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' tevens recreatiewoningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1': uitsluitend zorgafhankelijk wonen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 1': tevens dienstverlening uitsluitend in de vorm van een dierenkliniek;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 2' tevens maatschappelijke voorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' tevens horeca in ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. aan-, uit- en bijgebouwen worden op het bouwperceel gebouwd;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één woning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwd bouwen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapeld bouwen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneen bouwen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaand bouwen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is de tekening in bijlage 3 van de regels maatgevend voor de verticale geleding van de voorgevel ten behoeve van het beschermd dorpsgezicht;
  • i. van een hoofdgebouw bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste:
    • 1. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'vrijstaand' 3 meter;
    • 2. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen 3 meter;
  • j. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter;
  • k. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'vrijstaand' bedraagt de afstand van aan-, uit- en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens aan ten minste één zijde ten minste 3 meter, uitsluitend als de breedte van het bouwperceel aan de wegzijde ten minste 25 meter bedraagt;
  • l. van aan-, uit- en bijgebouwen ligt de voorgevel ten minste 1 m naar achteren ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • m. de afstand tussen de voorgevel van een aan-, uit- en bijgebouwen dat als garage wordt gebouwd en de naar de weg gekeerde perceelsgrens bedraagt ten minste 5 meter;
  • n. de totale oppervlakte van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt en hoogste 50% van het bouwperceel en bedraagt per perceel niet meer dan voor:
    • 1. percelen kleiner dan 450 m2 45 m2;
    • 2. percelen vanaf 450 m2 60 m2 ;
    • 3. percelen vanaf 800 m2 75 m2 .

21.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   woning   zie maatvoeringsaanduiding   4 meter hoger dan de goothoogte    
2   aan-, uit- en bijgebouwen, inclusief overkappingen   3,5 m   7 m   zie lid 21.2.1
onder n  
3   terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan     1 m    
4   overige terreinafscheidingen     2 m    
5   bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, alsmede de kapvorm, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het beeldkwaliteitsplan;
  • c. toetsing aan welstand.

21.4 Afwijken van de bouwregels
21.4.1 Versterking cultuurhistorische waarden Dorpsstraat

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 21.1 voor het toestaan van functies in woningen die de cultuurhistorische waarden aan de Dorpsstraat versterken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikt voor:
    • 1. kleinschalige verblijfsrecreatie: ten hoogste 3 verblijfseenheden logies en ontbijt per pand;
    • 2. kleinschalige dagrecreatieve horeca: automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom, traiteur;
    • 3. overige kleinschalige dienstverlening: museum / tentoonstellingsruimte, antiekhandel en kunsthandel;
    • 4. kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid: meubelmakerij / restauratie / meubelstoffeerderij, vervaardigen en reparatie sieraden, spinnen en weven van textiel, pottenbakkerij, natuursteenbewerking / beeldhouwerij, zeefdrukkerij;
    • 5. alsmede daarmee vergelijkbare functies;
  • b. detailhandel, anders dan verkoop van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in lid a, is niet toegestaan;
  • c. de vloeroppervlakte per bouwvlak voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 50 m2 en ten hoogste 30%;
  • d. het gebruik van de bevoegdheid tot afwijken leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen, functies en indien van toepassing cultuurhistorische waarden;
  • e. de bevoegdheid tot afwijken mag niet worden gebruikt voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt.

21.4.2 Versterking haven- en watergebonden activiteiten Westelijke Kanaalweg

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 21.1 voor het toestaan van functies in woningen die de haven- en watergebonden activiteiten aan de Westelijke Kanaalweg 47 tot en met 53 versterken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikt voor:
    • 1. kleinschalige verblijfsrecreatie: ten hoogste 3 verblijfseenheden logies en ontbijt per pand;
    • 2. kleinschalige dagrecreatieve horeca: automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom, traiteur;
    • 3. overige kleinschalige dienstverlening: detailhandel;
    • 4. kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid: kleinschalige reparatie van watersportartikelen;
    • 5. alsmede daarmee vergelijkbare functies;
  • b. de vloeroppervlakte per bouwvlak voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 50 m2 en ten hoogste 30%;
  • c. het gebruik van de bevoegdheid tot afwijken leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. de bevoegdheid tot afwijken mag niet worden gebruikt voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt;
  • e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.

21.4.3 Afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2.1 voor het bouwen van gebouwen op een kleinere afstand tot de perceelsgrens, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikt indien de vorm van het perceel onevenredig nadelig is voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van een perceel;
  • b. de afstand bedraagt ten minste 1 meter.

21.4.4 Oppervlakte bijgebouwen en aanbouwen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2.1 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen en aanbouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ter plaatse van percelen:
    • 1. kleiner dan 450 m2 tot een gezamenlijke oppervlakte van 60 m2;
    • 2. vanaf 450 m2 tot 800 m2 een gezamenlijke oppervlakte van 75 m2;
    • 3. percelen vanaf 800 m2 een gezamenlijke oppervlakte van 100 m2;
  • b. de bevoegdheid tot afwijken wordt gebuikt indien de gronden buiten het bouwvlak niet meer dan 50% wordt bebouwd.

21.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. logies en ontbijt is aan weerszijde van de Dorpsstraat en Wilhelminastraat toegestaan, met een omvang tot ten hoogste 50 m2;
  • b. logies en ontbijt is aan de zuidzijde van de Binnendijk, de zuidzijde van de Brouwerijweg en de Bonzijweg en de zuidzijde van de Chezeeweg toegestaan, voor zover de percelen zijn gelegen langs de plangrens, in hoofdgebouwen met een omvang van ten hoogste 50 m2 of in aan-, uit- en bijgebouwen met een oppervlakte:
    • 1. voor percelen kleiner dan 450 m2 45 m2;
    • 2. voor percelen vanaf 450 m2 60 m2;
    • 3. voor percelen vanaf 800 m2 75 m2.
  • c. logies en ontbijt is aan de zuidzijde van de Binnendijk, de zuidzijde van de Brouwerijweg en de Bonzijweg en de zuidzijde van de Chezeeweg toegestaan indien de bevoegdheid tot afwijken is gebruikt, zoals bedoeld in lid 21.4.4, voor zover de percelen zijn gelegen langs de plangrens, in hoofdgebouwen met een omvang van ten hoogste 50 m2 of in aan-, uit- en bijgebouwen met een oppervlakte:
    • 1. voor percelen kleiner dan 450 m2 60 m2;
    • 2. voor percelen vanaf 450 m2 75 m2;
    • 3. voor percelen vanaf 800 m2 100 m2.
  • d. Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijgebouwen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • e. de vloeroppervlakte voor het gebruik als bedoeld in lid 21.1 onder g bedraagt ten hoogste 30% van het bouwvlak, met een maximum van 50 m2;
  • f. een ander gebruik dan wonen is alleen toegestaan op de begane grond;
  • g. de vloeroppervlakte per bouwvlak voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 50 m2 en ten hoogste 30%.

21.6 Afwijken van de gebruiksregels
21.6.1 Afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.5onder d voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de afhankelijk woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2;
  • c. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

een en ander met dien verstande dat burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning tot afwijken intrekken, indien de bij het afwijken van de gebruiksregels bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

21.6.2 Kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 21.1 voor het uitoefenen van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen en / of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woonfunctie blijft de hoofdfunctie van het bouwperceel;
  • b. de gebruiker van de woning is tevens degene die de kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten uitvoert bij de woning;
  • c. het gebruik van de bevoegdheid tot afwijken leidt niet tot verkeersaantrekkende werking of onevenredige parkeerdruk;
  • d. detailhandel, anders dan verkoop van de beroeps of bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan;
  • e. de vloeroppervlakte per bouwvlak voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 50 m2 en ten hoogste 30%;
  • f. het gebruik van de bevoegdheid tot afwijken leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen, functies en indien van toepassing cultuurhistorische waarden;
  • g. de bevoegdheid tot afwijken mag niet worden gebruikt voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt;
  • h. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.

21.7 Wijzigingsbevoegdheid
21.7.1 aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen en bouwaanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functie- of bouwaanduiding of met een andere functie- of bouwaanduiding, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan, gelet op de aanwezige functies en woningtypen in de omgeving, tegen verandering van functie- of bouwaanduiding;
  • b. wijziging is toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.