direct naar inhoud van 6.5 Niet-agrarische bedrijven
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

6.5 Niet-agrarische bedrijven

Beleid

In het buitengebied ligt een aantal niet-agrarische bedrijven. Een deel daarvan is ontstaan op locaties van voormalige agrarische bedrijven en heeft ook nog de ruimtelijke uitstraling van een agrarisch bedrijf. Veel van deze bedrijven verrichten ook activiteiten die gerelateerd zijn aan de agrarische functie van het buitengebied. Andere bedrijven hebben die relatie niet, maar er zijn toch goede argumenten aanwezig om gevestigd te blijven in het buitengebied. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn de scheepswerf bij Dreumel en de betonfabriek bij Appeltern.

De keuze om een bedrijf als niet-agrarisch bedrijf in het bestemmingsplan op te nemen is gebaseerd op het vigerende bestemmingsplan. Voor elk bedrijf zijn de onderstaande gegevens opgenomen in de lijst ´Bedrijven (niet agrarisch)´ die als bijlage 2 aan de regels van het bestemmingsplan is toegevoegd. De detailhandelsbedrijven zijn in deze lijst voorzien van een speciale vermelding.

nr.
 
adres   Soort bedrijf   Milieu-
categorie  
SBI
code  
Buitengebied gebonden ja/nee   Bedrijfswoning
ja/nee  
Oppervlakte bedrijfs-
gebouwen  
Bijzon-
derhe-
den  

Bestemmingsregeling

Elk bedrijf is op de verbeelding weergegeven met een bestemmingsvlak waarbinnen de bebouwing ligt en de eventuele buitenopslag plaatsvindt.

De bestemmingsvlakken van de scheepswerf bij Dreumel en de betonfabriek bij Appeltern zijn op de verbeelding voorzien van een aparte aanduiding omdat deze bedrijven groter zijn dan de andere niet-agrarische bedrijven en een sterk afwijkend karakter hebben.

De twee gasontvangstations zijn wegens het grote verschil in aard van de bedrijvigheid (het zijn immers nutsvoorzieningen) voorzien van een aparte bestemming, te weten de bestemming ´Bedrijf-Gasontvangstation´ (zie artikel 8).

De meeste bedrijven (behalve de scheepswerf en de betonfabriek en de twee gasontvangstations) zijn voorzien van beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Deze zijn afhankelijk van:

  • de ligging; wel of niet in de uiterwaarden;
  • de mate waarin een bedrijf gebonden is aan het buitengebied;
  • de landschappelijke kwaliteit van het gebied waar het bedrijf is gevestigd.

In de onderstaande tabel zijn de regels voor uitbreiding voor deze bedrijven samengevat. Deze regels verschillen per bedrijfscategorie. Zij zijn gebaseerd op het bestaande VAB-beleid.

Aard bedrijven   Bestemming   Mogelijkheid uitbreiding  
Buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 1 tot en met 4 van bijlage 7 Toegelaten functies   1. 'Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' en 'Agrarisch - Oeverwal';


2. Agrarisch met waarden -Uiterwaard  
1. Max. 40% van de bebouwde oppervlakte tot een maximum van 500 m² (mits noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf), horeca max. 250 m2;

2. Max. 10% van de bebouwde oppervlakte tot een maximum van 500 m² (mits noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf), horeca max. 250 m2  
Niet-buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 5 en 6 van bijlage 7 Toegelaten functies   1. In de EHS, voor zover gelegen binnen Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' ;

2. Agrarisch met waarden -Uiterwaard  
1. 20% van de bebouwde oppervlakte tot max. 375 m²;



2. 10% van de bebouwde oppervlakte tot max. 375 m²  
Niet-buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 5 en 6 van bijlage 7 Toegelaten functies   Buiten de EHS, voor zover gelegen binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' en 'Agrarisch - Oeverwal'

 
1. Bedrijven met een bebouwde oppervlakte tot max. 500 m²
Uitbreidingsmogelijkheid: maximaal 40% van de bebouwde oppervlakte.

2. Bedrijven met een bebouwde oppervlakte met meer dan 500 m².
Uitbreidingsmogelijkheid: maximaal 30% van de eerste 500 m² plus 10% van de resterende oppervlakte.  

Procedure uitbreiding bedrijven

De uitbreidingsmogelijkheden worden gerealiseerd met een afwijkingsregel. Voor de uitbreiding van bedrijven in de uiterwaarden is toestemming van de rivierbeheerder (Rijkswaterstaat) en het waterschap noodzakelijk.

Bestemmingsregeling aard niet-agrarisch bedrijf

Het bestemmingsplan laat bij recht alleen de bestaande niet- agrarische bedrijven toe die vermeld zijn in bijlage 2 ´Bedrijven (niet agrarisch)´. Op de locatie van de betonfabriek en de scheepswerf zijn bij recht echter ook andere bedrijven toegelaten in de milieucategorieën 1 tot en met 4 die zijn opgenomen in bijlage 8 van de regels 'Staat van bedrijfsactiviteiten´. Deze afwijkende regeling is in overeenstemming met de regels van het nu rechtsgeldige bestemmingsplan.

De lijst in bijlage 8 is ontleend aan de bedrijvenlijst van de brochure 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG. Daarin worden de verschillende bedrijfstypen ingedeeld in milieucategorieën.

Procedure wijziging aard bedrijf

De vestiging van een ander bedrijf op de locatie van een bestaand bedrijf is alleen mogelijk met een afwijkingsregel. Op de locaties van de betonfabriek en de scheepswerf kan dat al bij recht gebeuren (zie boven). Een mogelijkheid om op de locaties van de twee gasontvangstations een ander bedrijf te vestigen ontbreekt.

Het bedrijfstype en de ruimtelijke uitstraling van het andere bedrijf dienen wel te passen bij de omgeving van de bedrijfslocatie. De bedrijfstypen waaruit gekozen kan worden zijn opgenomen in bijlage 7 'Toegelaten bedrijven' als ´hoofdactiviteit´ (afgekort met de letter ´H´). De toegelaten bedrijven verschillen per gebiedsbestemming. Verder bestaan er in de EHS afwijkende mogelijkheden voor bedrijfsvestiging dan in de gebieden daarbuiten.

Burgemeester en wethouders hebben daarnaast de mogelijkheid een omgevingsvergunning te verlenen voor bedrijfsactiviteiten die niet op deze lijst voorkomen, maar er qua aard en invloed op de omgeving wel mee vergelijkbaar zijn.

Voor de betonfabriek en de scheepswerf bestaan nog meer extra mogelijkheden voor de vestiging van andere bedrijven op de bedrijfslocatie van deze fabrieken. Daarvoor moet een planafwijkingsprocedure. worden doorlopen. Middels een dergelijke procedure kunnen op deze locaties bedrijven worden gevestigd die passen in milieucategorie 4 die niet vermeld zijn in bijlage 8 'Staat van bedrijfsactiviteiten´, maar daar qua aard en invloed op de omgeving wel mee vergelijkbaar zijn.

Verder kunnen met de een afwijkingsprocedure ook bedrijven worden toegelaten die passen in milieucategorie 5 die opgenomen zijn in bijlage 8 en bedrijven in deze milieucategorie die er qua aard en invloed op de omgeving mee vergelijkbaar zijn. Ook deze regels zijn in overeenstemming met de regels van het nu rechtsgeldige bestemmingsplan.

Beleid functiewijziging van een niet-agrarisch bedrijf in wonen

Bij beëindiging van een niet-agrarisch bedrijf en een functie- en bestemmingswijziging in wonen worden dezelfde voorwaarden gehanteerd als bij functie- en bestemmingswijziging van een agrarisch bedrijf in wonen (zie paragraaf 6.3).

Procedure

Middels een planwijziging ex art. 3.6 Wro.

Bedrijfswoning niet agrarisch bedrijf

De bedrijfswoningen liggen binnen het bestemmingsvlak van het bedrijf. In een aantal gevallen maken de woningen deel uit van een van de bedrijfsgebouwen. Bij deze woningen gelden, net zoals dat het geval is bij burgerwoningen, beperkingen van de bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden van woningen die in de uiterwaarden gelegen zijn.

Bestemmingsregeling bedrijfswoningen op de oeverwal en in het komgebied

  • De maximale inhoud van een woning is 650 m3. Indien de inhoud van de woning groter is dan die maat, dan geldt de inhoud van de betreffende woning zoals die is ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan als de maximaal toelaatbare inhoud.
  • De maximale goothoogte bedraagt 5 meter en de maximale nokhoogte bedraagt 10 meter (een grotere hoogte is toegestaan indien de bestaande hoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan groter was).
  • Via een afwijkingsregel in het bestemmingsplan is een vergroting van de woning tot 800 m3 toegestaan.
  • Indien er sprake is van een bedrijfswoning die onder dezelfde kap ligt als een bedrijfsruimte is het mogelijk om middels een afwijkingsregel de inhoud van de woning uit te breiden tot maximaal de inhoud van het gehele gebouw waarbinnen de woning is gelegen, mits het aantal woningen beperkt blijft tot één.
  • Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van nieuw op te richten bebouwing/uitbreiding bij bedrijfswoningen in de boerderijstraat, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.

Bestemmingsregeling bedrijfswoningen in de uiterwaarden

Hiervoor geldt de volgende afwijkende regeling i.v.m. de Beleidslijn Grote Rivieren. De bestaande inhoud, hoogte en goothoogte van de bedrijfswoning zijn maatgevend. De bestaande oppervlakte van de woningen dient te worden geïnventariseerd op basis van de GBKN.

Bijgebouwen

Op de uitbreiding en de sanering van bijgebouwen zijn de beleidsregels van toepassing die voor gewone woningen gelden (zie paragraaf 6.4.2).

Overige bestemmingsregels bedrijfswoningen

De mogelijkheden die in paragraaf 6.4 Wonen voor de Meergeneratiewoning/mantelzorg (par. 6.4.4), de herbouw van de woning (par. 6.4.5) , aan huis gebonden beroep of bedrijf (par. 6.4.7) en paardenbakken (par.6.4.9) zijn opgenomen gelden ook voor bedrijfswoningen van niet-agrarische bedrijven. In afwijking van wat mogelijk is bij agrariërs en woningen (met de bestemming ´Wonen´) is het niet mogelijk om met een afwijkingsprocedure in de bedrijfswoning of in aansluiting op de bedrijfswoning een aan huis gebonden bedrijf of een recreatieve nevenfunctie te starten in de vorm van bed and breakfast en/of een theetuin.