direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Beneden-Leeuwen, Het Leeuwse Veld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BENBenedenLeeuwenZ-OH01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bebossing;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. waterlopen, waterpartijen, waterretentie en -filtratie en bijbehorende onderhoudspaden, met dien verstande dat waterberging in ieder geval plaatsvindt ter plaatse van de aanduiding 'waterberging';
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', en bestaande uit maximaal 25 parkeerplaatsen;

met daaraan ondergeschikt:

  • i. recreatief medegebruik;
  • j. beeldende kunstwerken;
  • k. evenementen;
  • l. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde en nutsgebouwen, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd, waaronder mede een sanitairgebouw;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m².
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende

bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 8 m bedragen;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 12 m bedragen;
  • d. voor geluidwerende voorzieningen geldt geen maximaal toegestane hoogte.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning nutsgebouwen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 4.2.2 teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van grotere nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • b. De hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. Het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke kwaliteit van de omgeving;
  • d. Vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de waterbeheerder over de vraag of door de voorgenomen activiteit het belang van de waterhuishouding niet onevenredig wordt aangetast en welke voorwaarden aan de omgevingsvergunning moeten worden gesteld.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend

het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.