direct naar inhoud van 4.7 Cultuurhistorie
Plan: Kern Borssele 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0654.BPBS2012-vo02

4.7 Cultuurhistorie

In november 2009 stemde de Tweede Kamer in met de beleidsbrief Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo). Deze beleidsbrief geeft de nieuwe visie van de minister van het toenmalige OCenW op de monumentenzorg weer. De visie is geschreven mede namens de ministers van het toenmalige LNV en VROM.

In de beleidsbrief staan drie pijlers centraal:

  • cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening;
  • krachtiger en eenvoudiger regels;
  • herbestemmen van cultuurhistorisch waardevolle objecten die hun functie verliezen.

Hierna wordt kort ingegaan op de eerste pijler.

Door MoMo vindt een omslag in het rijksbeleid over monumentenzorg plaats: van object- naar gebiedsgericht. De cultuurhistorische belangen worden niet langer beperkt tot die gebouwen en gebieden die tot 'monument' zijn aangewezen. Cultuurhistorie moet integraal onderdeel worden van alle overwegingen die komen kijken bij ruimtelijke ordeningsopgaven. Borging van cultuurhistorie in structuurvisies en in beleid maakt meer afgewogen keuzes mogelijk.

De beweging is, kort getypeerd, minder sectorale regelgeving achteraf en een meer generieke borging vooraf. Om dit mogelijk te maken heeft het rijk het Besluit ruimtelijke ordening zodanig aangepast dat de gemeente bij het vaststellen van een bestemmingsplan met cultuurhistorie rekening moet houden, zowel voor objecten als structuren en gebieden. Dit is analoog aan de regelgeving die enkele jaren geleden in werking trad op het gebied van archeologie.

In deze paragraaf Cultuurhistorie wordt achtereenvolgens ingegaan op de Monumenten en het Beschermd Dorpsgezicht.

4.7.1 Monumenten

Onderzoek

De gemeente heeft geen specifieke regeling opgenomen om de monumenten planologisch te beschermen. Geldende wettelijke regelingen voorzien in een afdoende bescherming.

De volgende monumenten zijn aanwezig.

monument   aard   periode   adres  
Berg van Troje   Archeologisch monument mottekasteel   11e-13e eeuw   Monsterweg  
Orgel   Vanwege onderdelen kerk   1794, J. P. Schmidt   Oostsingel 14  
Huis met witgekalkte tuitgevel aan het plein   Woonhuis   1639   Plein 1  
L-vormig hoekpand, bepleisterd   Woonhuis   17e eeuw (kern)   Plein 28  
Dwarshuis met onregelmatig ingedeelde gepleisterde gevel aan het plein   Woonhuis   18e eeuw   Plein 29  
Pand met aan het plein tuitgevel en aansluitend een gedeelte met dwarsgevel   Woonhuis   18e-19e eeuw   Plein 30  
Dwarspand, langs gevel met schuiframen met houten schuurtje   Woonhuis     Plein 31  
  Bijgebouwen     Plein 40  
Dwarshuis, met 9-ruits schuifvensters met aansluitend schuurtje   Woonhuis     Plein 56  
Dwarshuis met 12-ruits schuiframen in de gevel aan het plein   Woonhuis   18e eeuw (voordeur)   Plein 58  
Viskot   Maatschappelijk   19e eeuw   Plein tegenover 1  
Boerderij onder zadeldak   Boerderijcomplex   1754 (jaartalankers)   Zuidsingel 16  

Conclusie

Wettelijke regelingen voorzien reeds in afdoende bescherming. Er is in het bestemmingsplan, behoudens vastleggen van goot- en bouwhoogte en nokrichting niet voorzien in een specifieke regeling ten behoud van de monumentale waarden van individuele gebouwen.

4.7.2 Beschermd Dorpsgezicht

Onderzoek

In paragraaf 3.1 is reeds ingegaan op het Beschermd Dorpsgezicht. In deze paragraaf worden de te beschermen waarden (zoals beschreven in bijlage 1 en 2) samengevat weergeven.

De te beschermen waarden in het Beschermd Dorpsgezicht zijn de volgende:

  • het beschermingsbelang beperkt zich tot de historisch ruimtelijke structuur:
    • 1. het historisch patroon van straten, wegen en dorpsplein;
    • 2. hoofdverkaveling in samenhang met de schaal van de bebouwing.
  • Buiten de singels wordt het beschermingsbelang bepaald door:
    • 1. geringere bebouwingsdichtheid;
    • 2. groene karakter.

Conclusie

In het bestemmingsplan is aan het gehele Beschermd Dorpsgezicht de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toegekend. Het stratenpatroon en de kenmerkende open gebieden zijn in het bestemmingsplan bevestigd door aan de wegen de bestemming Verkeer toe te kennen en aan de open gebieden in de kwadranten de bestemmingen Groen en / of agrarisch. Het bebouwingsbeeld is vastgelegd binnen de diverse bestemmingen door gebruik te maken van bouwvlakken en gevellijnen. Om specifiek het ruimtelijk beeld te beschermen zijn voorts aanduidingen opgenomen voor:

  • 1. de goot- en bouwhoogte (afgestemd op de geldende regeling);
  • 2. de nokrichting. Kenmerkend vooral evenwijdig aan de straat (nokrichting 1) en incidenteel loodrecht erop (nokrichting 2);
  • 3. incidenteel de bouwdiepte;
  • 4. het verkavelingspatroon (onder andere vrijstaand, aaneengesloten, lintbebouwing).

4.7.3 Eindconclusie

De cultuurhistorisch waardevolle elementen worden door wettelijke regelingen voldoende veilig gesteld. Specifieke onderdelen, zoals het Beschermd Dorpsgezicht, zijn met een dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie en de diverse bestemmingen (waaronder Verkeer en Groen) en de diverse aanduidingen voldoende veilig gesteld.