Plan: | Buitengebied Ouderkerk aan den IJssel 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0644.BP1320BU001-VG01 |
het bestemmingsplan Buitengebied Ouderkerk aan den IJssel 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0644.BP1320BU001-VG01 van de gemeente Ouderkerk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden.
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een woning dat door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt ten behoeve van een woning.
erf aan de achter- en zijkant op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.
een onderneming, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen van/of het houden van dieren, waaronder wordt begrepen een productiegerichte paardenhouderij.
bouwvlak voor de bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf, waaronder begrepen kassen, kuilvoerplaten, mestsilo's en sleufsilo's.
een bedrijf dat in opdracht werk verricht ten behoeve van een agrarisch bedrijf.
bedrijvigheid die voor een overwegend deel bestaat uit handwerk, het vervaardigen, bewerken, installeren of herstellen van goederen, die voornamelijk ter plaatse zijn vervaardigd ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker of verbruiker.
activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en waarbij de gezamenlijke oppervlakte van het niet agrarische gebruik per agrarisch bedrijf in elke geval niet meer mag bedragen zoals aangegeven in artikel 3.5.3 van deze regels.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het belang voor de archeologie en de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
inrichting voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten niet zijnde een agrarisch bedrijf zoals genoemd in 1.8.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanige exploitatie en beheer dat in de recreatiewoningen, kampeerverblijven en/of kampeermiddelen daadwerkelijke recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
Een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
de bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld is gelegen, waarop in de meeste gevallen de hoofdtoegang van het gebouw is gesitueerd, en waaronder zich een kruipruimte, kelder of souterrain kunnen bevinden.
het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefklimaat.
het aantal woningen, bedrijfswoningen of recreatiewoningen dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, met uitzondering van de woningen, bedrijfswoningen of recreatiewoningen die zijn gebouwd zonder bouwvergunning en in strijd met voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, met uitzondering van bebouwing die weliswaar bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar is gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
de geldende milieuvergunning ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een bij een woning behorend gebouw dat functioneel ondergeschikt is, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat niet voor bewoning is bestemd.
vormen van recreatie waarbij geen recreatief nachtverblijf mogelijk is.
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop of verhuur, het verkopen verhuren en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen en/of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.
stalvorm waarbij niet alleen de begane grond voor dierplaatsen wordt gebruikt, maar ook één of meer verdiepingen zijn ingericht voor dierplaatsen.
extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte.
de bebouwde oppervlakte van de huidige woning op maaiveld.
een bedrijf dat vanwege de aard van zijn bedrijfsvoering is aangewezen op de vestiging in het buitengebied, en dat gericht is op dienstverlening aan landbouw (agrarisch loonbedrijf), bosbouw, natuurbeheer, weg- en waterbouw of milieudienstverlening in dat buitengebied.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het trainen van paarden en de in- en verkoop van paarden, niet zijnde een manege.
een agrarisch bedrijf met een grondgebonden en een niet-grondgebonden bedrijfstak.
een agrarisch bedrijf dat voor de bedrijfsvoering afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond welke tot dat bedrijf behoort zoals een akkerbouwbedrijf, een grondgebonden veehouderij en een weidebouwbedrijf, met uitzondering van een intensieve kwekerij en glastuinbouwbedrijven.
het opnieuw vestigen van een agrarisch bedrijf op een bestaande agrarisch bouwvlak.
het opnieuw vestigen van een intensieve veehouderij op een bestaand agrarisch bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij'.
één of meer panden, of gedeelten daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste zijn.
het adres dat fungeert als het centrum van iemands sociale en maatschappelijke activiteiten en dat ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving als woonadres.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaakfunctie.
een bedrijf voor advies, ontwerp, beplantingsplannen, aanleg- en onderhoud van tuinen.
onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van boomteelt, fruitteelt, sierteelt en tuinbouw.
verkoop van artikelen via Internet, waarbij op het perceel alleen opslag/magazijnruimte voor deze artikelen aanwezig is en waarbij de artikelen (evt. per post) bij de klanten worden thuisbezorgd.
het houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen (bijna) zonder weidegang. Dit onafhankelijk van agrarische grond als productiemiddel.
het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden.
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten.
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan (met uitzondering van een stacaravan) dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, die blijkens hun inrichting bestemd zijn voor het houden van recreatief (nacht)verblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
onderkomen, geen kampeermiddel zijnde, dat is samengesteld uit lichte materialen, binnen 24 uur demontabel is, geen vaste fundering vindt in de grond, en bedoeld is voor recreatief nachtverblijf, waaronder begrepen een stacaravan.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten –geen detailhandelsbedrijf zijnde- en de ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de direct omgeving.
voorzieningen zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen en kanoën.
activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en waarbij de gezamenlijke oppervlakte van het niet agrarische gebruik per agrarisch bedrijf in elke geval niet meer mag bedragen zoals aangegeven in artikel 3.4.3 van deze regels.
inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
sportbeoefening die met veel lawaai gepaard gaat zoals bijvoorbeeld motor- en autosport, carten, modelvoer- en vaartuigen.
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg- en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, uitvaart/ begraafplaats en/of, bibliotheken en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven.
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het geven van gelegenheid tot het beoefenen van de paardensport en het verblijf en de verzorging van paarden al dan niet gecombineerd met fokken, africhten en verkopen van paarden.
een tijdelijke maar langer dan 3 maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
een reservoir voor de opslag van dunne mest in de vorm van een foliebassin of mestsilo.
het natuurvriendelijke beheer van een gebied of delen ervan met het doel om een hogere ecologische waarde te bereiken, zoals een bredere diversiteit van (autochtone) fauna en flora.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora- en fauna.
een bedrijf dat in overwegende mate gericht is op de teelt van agrarische producten zonder afhankelijk te zijn van agrarische grond als productiemiddel. Onder niet-grondgebonden agrarische bedrijven worden voor de toepassing van dit plan in ieder geval begrepen intensieve veehouderijen (waaronder pelsdierhouderijen), glastuinbouwbedrijven, champignonkwekerijen, witloftrekkerijen, viskwekerijen en intensieve kwekerijen.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het gebruik van de gronden ten behoeve van de productie van ruwvoedergewassen.
systeem van ondergrondse buizen ten behoeve van drainage in natte perioden en irrigatie in droge perioden dat wordt ingezet voor dynamisch slootpeilbeheer op veengronden met relatief hoge slootpeilen, met de bedoeling om maaivelddaling te minimaliseren.
het omschakelen van een grondgebonden of een gemengd bedrijf in een niet-grondgebonden bedrijf.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
niet-overdekte rijbaan voorzien van waterdoorlatend bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer bedragen dan 40 meter bij 20 meter.
een bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het houden van paarden van derden, waaronder mede begrepen wordt de verhuur van stalling met accommodatie en het verzorgen van paarden, een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals een paardenbak en weilanden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar.
een bedrijf dat is gericht op het (op)fokken en/of houden van pelsdieren ten behoeve van hun pels.
het gebruik van een kampeermiddel, kampeerverblijf of recreatiewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die in gevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegeven noopt tot inschrijving van de bewoners in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Ouderkerk, terwijl deze personen elders niet over een hoofdverblijf beschikken.
paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met (en daaraan ondergeschikte) trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden, een en ander niet zijn een manege.
een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor het houden van recreatief (nacht)verblijf door één of meer personen, die elders hun hoofdverblijf hebben, en dat niet bestemd is voor permanente bewoning.
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
(ruw)landbouwgewas zoals snijmaïs en weidegras, niet zijnde gras, ten dienste van het voederen van dieren.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met opstaande randen voor het opslaan van veevoeder.
een caravan die het gehele jaar aanwezig is op een recreatieterrein en die blijkens zijn inrichting bestemd is voor het houden van recreatief (nacht)verblijf.
een bestemmingsvlak bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
een onderkomen bestemd voor de verhuur aan wisselende (groepen van) recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben, ten behoeve het houden van recreatief nachtverblijf.
plaats die blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, en daarvoor het gehele jaar mag worden gebruikt.
een solitair gebouw voor agrarische doeleinden, dat buiten het agrarische bouwperceel op agrarische gronden is gesitueerd en geen relatie heeft met een ander hoofdgebouw.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit voor een periode van tenminste 10 jaar redelijkerwijs is te verwachten. Het bedrijf dient te voorzien in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De arbeidsbehoefte en –omvang dienen tenminste één arbeidskracht te omvatten die qua tijdsbesteding volledig (voltijds) werkzaam is en zal zijn in het bedrijf.
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
gevel van de voorkant van een gebouw.
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een gebouw loopt naar de zijdelingse perceelsgrenzen, zoveel mogelijk evenwijdig aan de openbare weg.
de zijde van het bouwperceel die naar de weg is gekeerd waarop het adres/huisnummer is gebaseerd.
oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer, aanvoer of berging van water.
gebied dat is aangewezen ter bescherming van het grondwater dat ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening wordt opgepompt en waar de verblijftijd van het grondwater tot de pompputten van het waterbedrijf, niet langer is dan 1 jaar.
een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een gebouw, of een gedeelte van een gebouw dat gebruikt wordt voor detailhandel.
een al dan niet volwaardig agrarisch bedrijf waar dagbesteding wordt geboden aan personen die niet zelfstandig kunnen werken en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten gelden de volgende aanvullende regels:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximum bouwhoogte (m) |
Sleufsilo's, kuilvoerplaten, mestplaten | 2,5 meter |
Mestsilo's | 8,5 meter |
Voedersilo's (behoudens afwijking) | 12 meter |
Windturbine (behoudens afwijking) | 15 meter |
Overkappingen | 4 meter |
Verlichtings- en vlaggenmasten | 4 meter |
Overige | 3 meter |
Terreinafscheidingen binnen het bouwvlak | 1 meter voor de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning; 2 meter achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning. |
Terreinafscheidingen buiten het bouwvlak achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning en rond op de verbeelding aangeduide paardenbakken | 1,5 meter |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels:
alvorens toepassing te geven aan de afwijkingsbevoegdheid in 3.2.2, onder d, kunnen burgemeester en wethouders met betrekking tot de noodzaak/ doel-matigheid schriftelijk advies inwinnen bij een agrarisch deskundige.
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandel' is het gebruik als veehandel toegestaan, mits het terrein landschappelijk wordt ingepast met gebiedseigen beplanting en in overleg met het waterschap zorg wordt gedragen voor voldoende watercompensatie.
Ter plaatse van de aanduiding 'opslag', is het gebruik voor opslag ten behoeve van infrastructurele werken als nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf toegestaan, mits deze wordt omgeven door gebiedseigen beplanting.
Bij een agrarisch bedrijf zijn, onder voorwaarden als bedoeld in lid 3.4.4, de volgende kleinschalige nevenactiviteiten toegestaan:
De onder 3.4.3 genoemde kleinschalige nevenactiviteiten zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Onder de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt tevens verstaan het gebruik van de agrarische gronden ten behoeve van ondersteunende teelt voor ten hoogste 20% van het oppervlak van de bij het agrarisch bedrijf behorende agrarische gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3 en de volgende nevenactiviteiten toestaan:
met dien verstande dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning de voorwaarden in lid 3.5.3 in acht genomen moeten worden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.4, onder d, voor een vergroting van de oppervlakte van een bedrijf waar nevenactiviteiten worden uitgevoerd, mits wordt aangetoond dat de bestaande bebouwing vanwege bouwtechnische, milieutechnische of andere redenen niet geschikt meer is voor de beoogde agrarische functie voor deze bebouwing op het perceel.
De onder 3.5.1 genoemde andere nevenactiviteiten zijn slechts toegestaan onder volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.4 sub d en lid 3.5.3 sub c ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 en de aanleg van nieuwe paardenbakken toestaan, onder volgende voorwaarden:
Het is verboden om op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde ' de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 3.6.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' geheel of gedeeltelijk te wijzigen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' en de situering van de bouwgrens wijzigen dan wel het agrarische bouwvlak uitbreiden tot een oppervlakte van ten hoogste 1,5 ha, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is en waarbij de intensieve neventak niet wordt vergroot, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden aangewezen als 'Agrarisch' geen agrarisch bedrijf meer kan worden gevestigd, de bestemming van de gronden te wijzigen in 'Wonen' . De hieronder aangegeven bepalingen dienen daarbij in acht genomen te worden:
Burgemeester en wethouders kunnen, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden aangewezen als 'Agrarisch' geen agrarisch bedrijf meer kan worden gevestigd, de bestemming geheel of gedeeltelijk wijzigen in 'Wonen', 'Tuin', 'Tuin - Landschapswaarden' en/of 'Agrarisch met waarden'. De hieronder aangegeven bepalingen dienen daarbij in acht genomen te worden:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op de voor 'Agrarisch met waarden' bestemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met dien verstande dat de bestaande veldschuren in hun huidige omvang mogen worden gehandhaafd.
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | Maximum bouwhoogte (m) |
Speeltoestellen | 5 meter |
Andere bouwwerken | 1,5 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximum bouwhoogte (m) |
Terreinafscheidingen | 1,5 meter |
Bruggen, sluizen, stuwen e.d. | 3 meter |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Kerkweg 139a' is de volgende bebouwing toegestaan:
mits de overige bebouwing op het perceel wordt gesloopt en het bedrijfsgebouw genoemd onder c landschappelijk wordt ingepast met gebiedseigen beplanting.
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' is 1 plantenkastje of gereedschapsberging toegestaan met een oppervlakte van maximaal 6 m2 en een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Ter plaatse van de aanduiding 'steiger' is een gedeelte van een steiger toegestaan met een totale oppervlakte van maximaal 4 m².
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels:
alvorens toepassing te geven aan de afwijkingsbevoegdheid in 4.3.1, onder b, kunnen burgemeester en wethouders met betrekking tot de noodzaak/ doel-matigheid schriftelijk advies inwinnen bij een agrarisch deskundige.
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden om op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde ' de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 4.5.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch
met waarden' geheel of gedeeltelijk te wijzigen:
naar de bestemming 'Agrarisch' en de situering van de bouwgrens wijzigen dan wel het agrarische bouwvlak uitbreiden tot een oppervlakte van ten hoogste 1,5 ha, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is en waarbij de aanduidingen als bedoeld in lid 3.1 sub h en 3.1 sub i niet worden vergroot, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
en de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-vrijkomende agrarische bebouwing' te schrappen, indien de desbetreffende veldschuren zijn gesloopt ten behoeve van de bouw van een woning elders in het kader van artikel 3.7.3 van deze regels.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf' bestemde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | maximum bouwhoogte (m) | ||
Verlichtingsmasten | 4 meter | ||
Maximaal 3 vlaggenmasten | 8 meter | ||
Terreinafscheidingen | 2 meter | ||
Andere bouwwerken | 3 meter | ||
Overkappingen | 3 meter |
Van het bedrijf mag maximaal 10% van de vloeroppervlakte voor kantoor worden opgericht.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' bestemde gronden zijn:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | Maximum bouwhoogte (m) |
Terreinafscheidingen en andere bouwwerken | 1,5 meter |
De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Natuur' bestemde gronden zijn geen gebouwen toegestaan en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor lawaaisporten.
Het is verboden om op de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 7.4.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Tuin' bestemde gronden zijn:
uitsluitend de navolgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde |
Maximum bouwhoogte (m) voor de voorgevelrooilijn |
Maximum bouwhoogte (m) achter de voorgevelrooilijn | |
Verlichting | 4 meter | 2 meter | |
Maximaal 1 vlaggenmast | 8 meter | niet toegestaan | |
Speelvoorzieningen | 3 meter | 3 meter | |
Terreinafscheidingen en andere bouwwerken | 1 meter | 2 meter |
De voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor de gronden behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw, met landschapswaarden in de vorm van openheid en groene inrichting die hoort bij een overgangszone van wonen naar het open veenweidegebied, en die om deze reden niet mogen worden gebruikt ten dienste van het hoofdgebouw.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden om op de voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde ' de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 10.4.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden zijn:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | maximum bouwhoogte (m) |
Terreinafscheidingen | 2 meter |
Andere bouwwerken | 3 meter |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Water' bestemde gronden zijn:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | Maximum bouwhoogte (m) |
Bruggen, sluizen, stuwen e.d. | 3 meter |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op de voor 'Wonen' bestemde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken geen gebouw zijnde | maximum bouwhoogte (m) |
Overkappingen en pergola's | 3 meter |
Terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van de woning | 2 meter |
Hekwerk rond een paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak' | 1,5 meter |
Overige terreinafscheidingen | 1 meter |
Overige andere bouwwerken | 5 meter |
Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Een woning met bijgebouwen mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-vrijkomende agrarische bebouwing' is, behoudens afwijking onder 13.5 tevens volgend gebruik toegestaan:
mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.4.2 en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-vrijkomende agrarische bebouwing' de volgende activiteiten toestaan:
met dien verstande dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning de voorwaarden in lid 13.5.2 in acht genomen moeten worden.
Het onder 13.5.1 genoemde ander gebruik zijn slechts toegestaan onder volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Gas' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Leiding -
Gas' mede bestemde gronden.
Het onder 14.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bebouwing ten behoeve van de gasleiding met een maximale bouwhoogte van 4 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 14.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de gasleiding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.
Het is verboden om op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden':
Het in 14.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 14.4.1 genoemde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, wordt slechts verleend indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Leiding -
Hoogspanningsverbinding' mede bestemde gronden.
Het onder 15.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bebouwing ten behoeve van de hoogspanningsverbinding met een maximale bouwhoogte van 80 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 15.2.1, voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de hoogspanningsverbinding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.
De gronden mogen niet worden gebruikt voor functies waarbij kinderen van 0 t/m 15 jaar langdurig verblijven onder de hoogspanningsverbinding.
Het is verboden om op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden':
Het in 15.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 15.5.1 genoemde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, wordt slechts verleend indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 15.4 mits daardoor geen schadelijke effecten voor de volksgezondheid kunnen ontstaan.
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een hoge archeologische verwachtingswaarde, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde
- Archeologie - 1' mede bestemde gronden.
Het onder 16.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 16.2.1, voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.3.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het onder 16.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen (waaronder mede wordt verstaan het aanbrengen van onderwaterdrainage), of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, of die het archeologisch onderzoek betreffen.
De vergunning wordt verleend, indien de in 16.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om een vergunning dient te overleggen.
Het overleggen van een dergelijk rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in 16.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde
- Archeologie - 2' mede bestemde gronden.
Het onder 17.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 17.2.1, voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in 17.3.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het onder 17.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen (waaronder mede wordt verstaan het aanbrengen van onderwaterdrainage), of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, of die het archeologisch onderzoek betreffen.
De vergunning wordt verleend, indien de in 17.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om een vergunning dient te overleggen.
Het overleggen van een dergelijk rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in 17.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in 17.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van een kade met een waterkerende functie en landschappelijke waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Landschap' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Landschap' mede bestemde gronden.
Het onder 18.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming Waarde - Landschap, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 18.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de belangen van het landschap, en de beheerder van de waterkering daarover heeft geadviseerd.
Voor het gebruik van de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Het in 18.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor herstel van voornoemde waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie, waarbij de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waterstaat - Waterkering' mede bestemde gronden.
Het onder 19.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterstaat en/of waterkering, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 19.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering daarover heeft geadviseerd.
Het is verboden om op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag :
Het in 19.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 19.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming en de overige regels. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval verstaan:
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regel:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn bestemd voor het voorkomen en beperken van geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Elektriciteitscentrale Krimpen aan den IJssel en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding voor:
Een afwijking als bedoeld in 24.1 kan niet worden verleend indien enig aangrenzend terrein of gebouw in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met de regels van het plan en/of de verwezenlijking van de bestemming volgens het plan of de handhaving van de verwerkelijkte bestemming overeenkomstig het plan onmogelijk maakt en dit niet door het stellen van voorschriften aan de afwijking kan worden voorkomen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1' conform het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Recreatie-Dagrecreatie' met de volgende bestemmingsomschrijving: intensieve en extensieve dagrecreatie, fiets- en voetpaden, lig- en speelweiden, vis- en kanovijvers, sport- en trimbaan, parkeren met daarbij horende voorzieningen, zoals sanitairgebouwen, zitbanken e.d. en groenvoorzieningen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2' conform het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, in die zin dat maximaal een twee-aaneengebouwde woning is toestaan, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 3' conform het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen in de bestemming 'Agrarisch', waarbij een bouwperceel met inbegrip van een daarbinnen gelegen bouwvlak ter plaatse wordt aangebracht, mits:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Ouderkerk aan den IJssel 2013'.