Plan: | Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0643.BP1012BT004-VA01 |
Op 23 april 2004 heeft het kabinet de Nota Ruimte vastgesteld. De Nota Ruimte bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. Voor heel Nederland wordt een beperkt aantal generieke regels gehanteerd onder de noemer 'basiskwaliteit' dat zorgt voor een heldere ondergrens op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, milieu, verstedelijking, groen en water.
De vier doelen waar het kabinet zich op richt zijn:
· Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
· Bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
· Borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
· Borging van de veiligheid.
De gemeente Nederlek maakt onderdeel uit van het Groene Hart. Het Groene Hart is in de Nota Ruimte aangewezen als Nationaal landschap. Kernkwaliteiten zijn het verkavelingspatroon, het groene karakter met de beplante dijken en kaden en een grote mate van openheid. Deze kwaliteiten moeten worden behouden, duurzaam beheerd en waar mogelijk versterkt. Uitgangspunt is ’behoud door ontwikkeling’: mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt zijn binnen Nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk ("ja, mits" principe). Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid. Op basis hiervan maken provincies afspraken met gemeenten over de omvang en locatie van woningbouw.
De begrenzing van het nationale landschap Groene Hart is door het rijk in de Nota Ruimte vastgesteld en moet door provincies worden overgenomen. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen.
De actualisatie van het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat past binnen de doelstellingen van het Nationaal landschap.
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) geeft richtlijnen voor de inhoud van bestemmingsplannen voor zover het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen van nationaal belang. Deze vorm van normstelling sluit aan op de vroegere pkb's met concrete beleidsbeslissingen en beslissingen van wezenlijk belang die ook van betekenis waren voor de lagere overheden. Het besluit zal naar verwachting op 1 oktober 2011 in werking treden.
Het kabinet heeft een ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte opgesteld (SVIR) waarin een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau wordt gegeven. Deze SVIR zal een aantal rijksbeleidsnota's vervangen. Onder meer de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. In de ontwerp SVIR is vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote Rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische Hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied. In het SVIR wordt bepaald welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Barro bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken.
De normering uit het Barro werkt zoveel mogelijk direct door op het niveau van de lokale besluitvorming. Bij besluitvorming over bestemmingsplannen moeten de regels worden gerespecteerd. Het merendeel van de regels legt beperkingen op, daarin is een gradatie te onderkennen. Deze zijn geformuleerd als een 'ja-mits', een 'ja, voor zover', een 'nee-tenzij', een 'nee-als' of een stigente 'nee' bepaling.
Voor het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat" is het nationale belang "Grote Rivieren" van belang. Dit in verband met de ligging aan de Lek. Het beleid voor de grote rivieren is tot nu toe neergelegd in de Beleidslijn grote rivieren en in de pkb Ruimte voor de rivier (zie 4.2.4 en 4.2.5). In het Barro worden ten aanzien van de grote rivieren algemene eisen gesteld aan de inhoud van nieuwe bestemmingsplannen die betrekking hebben op gronden gelegen in het rivierbed. Deze strekken ertoe te voorkomen dat omgevingsvergunningen worden verleend voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van werkzaamheden die in het kader van het Waterbesluit niet of slechts onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan, bijvoorbeeld omdat ze een bedreiging vormen voor de waterafvoer of omdat zij de vergroting van de afvoercapaciteit feitelijk kunnen belemmeren.
Het bestemmingsplan is conserverend van aard waarin geen ontwikkelingen zijn opgenomen die een bedreiging vormen voor de waterafvoer of de afvoercapaciteit.
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: ‘de veroorzaker betaalt’.
De gemeente Nederlek heeft geen eigen archeologie beleid en sluit aan bij de regelgeving van de provincie Zuid-Holland. Het belangrijkste doel is de bescherming van archeologische waarden in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering.
Binnen de verdere toelichting en planregels wordt het bovenstaande verwerkt, zodat het voorliggende bestemmingsplan voldoende rekening houdt met de Wet op de archeologische monumentenzorg en lagere archeologische beleidsstukken.
Deze beleidsnota dateert uit 1997 en is een rechtstreeks gevolg van afspraken in Europees verband om het winterbed van de grote rivieren vrij van bebouwing te houden en daarmee de doorstroomcapaciteit van de rivieren te waarborgen. Via de beleidslijn Ruimte voor de Rivier worden op dertig plaatsen in Nederland maatregelen genomen om de veiligheid te vergroten en om daarmee in de toekomst het riviergebied te beschermen tegen overstromingen. Naast veiligheid investeert het programma Ruimte voor de Rivier in ruimtelijke kwaliteit: het riviergebied wordt mooier en aantrekkelijker gemaakt en biedt meer ruimte aan natuur en recreatie.
De maatregelen die getroffen worden zijn bijvoorbeeld het verder landinwaarts leggen van dijken. Zo wordt het winterbed van een rivier breder en kan dan meer water bevatten. Ook het afgraven van de uiterwaarden of het weghalen of stroomlijnen van bebouwing langs, in of over de rivier zijn maatregelen waardoor het water beter kan doorstromen. Waar geen andere mogelijkheden zijn, blijft het verhogen van de dijken wel één van de maatregelen.
Het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat" voorziet in regels teneinde de veiligheid te waarborgen en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse zoveel mogelijk in stand te houden.
Deze beleidslijn vervangt de beleidslijn Ruimte voor de Rivier, het kan worden gezien als een herziening van deze beleidslijn uit 1997. Het betreft een meer ontwikkelingsgerichte beleidslijn, waarmee invulling wordt gegeven aan de uitgangspunten van de Nota Ruimte. Het uitgangspunt van de Beleidslijn grote rivieren is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden.
Tevens geldt dat het bieden van mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen, binnen de randvoorwaarden die de veiligheid stelt, van belang is voor het behoud en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierbed.
Voor de Beleidslijn grote rivieren gelden twee concrete doelstellingen:
- De beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden;
- Ontwikkelingen tegen gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken.
Het toepassingsgebied van de Beleidslijn grote rivieren omvat het gehele rivierbed waarvoor vergunningplicht ingevolge de Waterwet van toepassing is. In de beleidslijn is een gebiedsdifferentiatie aangebracht, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een “stroomvoerend” en een “bergend” regime. Het plangebied van het bedrijventerrein Middelland/ Dorpsstraat valt onder het bergend regime. Voor activiteiten die onder dit regime vallen gelden rivierkundige randvoorwaarden om de effecten op de afvoer of bergingscapaciteit van het rivierbed volledig te compenseren.
Deze voorwaarden zijn verdisconteerd in de planregels van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat".
Het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat" is conserverend van aard en voldoet daarmee aan de doelstellingen van het Nationaal landschap en de Wet op de archeologische monumentenzorg. Daarnaast zal door middel van de planregels worden voldaan aan de beleidslijn "Grote rivieren" en "Ruimte voor de rivier" en ook aan het toekomstige "Besluit algemene regels ruimtelijke ordening". In paragraaf 3.4 zal op dit aspect nader worden ingegaan.