direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen - 3
Plan: Buitengebied Zwijndrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp15buitengebied-3002

Artikel 26 Wonen - 3

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen;
  • c. met dien verstande dat per bouwvlak één woning is toegestaan, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' anders is aangegeven.

26.2 Bouwregels
26.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en geldt de volgende regel:

  • de oppervlakte van een bouwperceel dient minimaal 4.000 m² te bedragen.

26.2.2 Woning (inclusief aan- en uitbouwen)
  • a. de inhoud van een woning, inclusief uitbouwen, mag niet meer dan 1.500 m³ bedragen, met dien verstande dat een kelder-/souterrainruimte, als onderdeel van de woning, en voorzover gelegen beneden het peil, niet wordt meegerekend;
  • b. de voorgevel van een woning dient op een afstand van ten hoogste 5 m uit de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van een woning mag ten hoogste 7 m bedragen, met dien verstande dat het aantal bouwlagen ten hoogste twee mag bedragen;
  • d. de diepte van beneden peil gelegen ruimten mag ten hoogste 4 m bedragen, met dien verstande dat het aantal bouwlagen ten hoogste één mag bedragen;
  • e. de afstand van een woning tot de beide zijdelingse perceelsgrenzen dient ten minste 5 m te bedragen.

26.2.3 Bijgebouwen en overkappingen
  • a. de afstand van uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de beide zijdelingse perceelsgrenzen alsmede de achterste perceelsgrens dient ten minste 5 m te bedragen;
  • b. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 75 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van uitbouwen en bijgebouwen, alsmede de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • d. uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en schotelantennes dienen op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning te worden gebouwd.

26.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. per woning mag één onoverdekte paardenbak worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 800 m²;
  • b. per woning mag één onoverdekte tennisbaan worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 612 m²;
  • c. per woning mag één onoverdekt zwembad worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 200 m²;
  • d. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van paardenbakken, tennisbanen en zwembaden mag ten hoogste 40% van het perceel bedragen;
  • e. de paardenbakken, stapmolens, mestplaten, tennisbanen en zwembaden mogen uitsluitend achter de woning worden gebouwd;
  • f. de afstand van paardenbakken, stapmolens, mestplaten en tennisbanen tot woningen van derden dient ten minste 25 m te bedragen;
  • g. de afstand van paardenbakken, stapmolens, mestplaten, tennisbanen en zwembaden tot de perceelsgrenzen dient ten minste 5 m te bedragen;
  • h. de hoogte van de bij de paardenbakken behorende hekken mag ten hoogste 1,5 m bedragen;
  • i. er mogen geen lichtmasten worden opgericht;
  • j. de maximale toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
    • 1. erfafscheidingen die zijn gelegen tussen de voorgevels van hoofdgebouwen en de openbare weg: 1 m;
    • 2. elders gebouwde erf- en perceelsafscheidingen: 2 m;
    • 3. antennes ten behoeve van telecommunicatie, uitgezonderd schotelantennes: 15 m;
    • 4. schotelantennes: 5 m;
    • 5. lichtmasten ten behoeve van de openbare verlichting: 15 m;
    • 6. overkappingen met een open constructie: 3 m;
    • 7. tuinmeubilair: 2 m;
    • 8. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

26.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 40 m².