direct naar inhoud van Artikel 17 Sport
Plan: Buitengebied Zwijndrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp15buitengebied-3002

Artikel 17 Sport

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': sportvelden ten behoeve van buitensporten met bijbehorende voorzieningen zoals kantines en toiletgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - manege 1': een manege;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondenvereniging': een hondenvereniging;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen;
  • f. met dien verstande dat dienstwoningen niet zijn toegestaan.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - manege 1' paardenbakken buiten het bouwvlak toegestaan;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 10 m;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • f. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • h. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - hondenvereniging' mag binnen het bouwvlak een gebouw met een oppervlak van ten hoogste 260 m² en een bouwhoogte van 3,5 m worden gebouwd;
  • i. met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangeduid hoeveel m2 aan gebouwen buiten het bouwvlak mag worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers bedraagt ten hoogste 6 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen, grenzend aan openbaar gebied, bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. ten behoeve van paardenbakken buiten het bouwvlak gelden de volgende bouwregels:
    • 1. er zijn maximaal 2 paardenbakken toegestaan;
    • 2. de maximale maatvoering van een paardenbak bedraagt 20 bij 40 m;
    • 3. paardenbakken dienen achter de bebouwing gerealiseerd te worden en binnen het bouwvlak;
    • 4. bij de paardenbak mogen ten hoogste 4 lichtmasten worden geplaatst met een maximale hoogte van 6 m;
    • 5. de lichtbundel van de lichtmasten dient volledig op de paardenbak gericht te zijn;
    • 6. de afstand tot woningen van derden bedraagt minimaal 75 m.