direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Nieuwe Driemanspolder - Roeleveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP291-0004

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Doeleinden

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding (bsd) de opslag van baggerspecie in de klasse 1 en 2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding (gm) een watergemaal;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen

met de daarbij behorende:

4.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 5.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemmingen Leidingenen Waterstaat - Waterkering is primair het bepaalde in artikel 13 van toepassing en subsidiair het bepaalde in artikel 12 van toepassing.

4.1.3 Archeologische waarden

Indien een gebied een aanduiding archeologische waarden heeft, dienen deze waarden zoals deze waren op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan, gehandhaafd te worden.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen een bouwvlak;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 3 m en de hoogte maximaal 5 m bedragen.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de aansluiting aan structurele groenelementen en waterelementen, en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van (consumenten)vuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van prostitutie.
4.5 Aanlegvergunning
4.5.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren in de gebieden met een aanduiding archeologische waarden.

4.5.2 Geen vergunning vereist

Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. worden uitgevoerd binnen een bouwvlak;
  • b. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • c. op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning.
4.5.3 Advies Rijksdienst voor de Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 4.5.1 kan slechts worden verleend, indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de te beschermen waarden dan wel in het geval van onevenredige afbreuk, door het stellen van voorwaarden daaraan voldoende tegemoet kan worden gekomen. Hiertoe overlegt de aanvrager een deskundigenrapport.

Alvorens vergunning te verlenen wordt schriftelijk advies gevraagd aan de Rijksadviseur voor archeologie, cultuurhistorie en monumenten. Van dit advies kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.