direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Riool
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

Artikel 11 Leiding - Riool

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Doeleinden

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de aanleg, het gebruik en onderhoud van een ondergrondse rioolwatertransportleiding met een diameter van 1000 mm;

11.1.2 Dubbelbestemmingen

Secundair zijn de in lid 11.1.1 genoemde gronden, bestemd voor de doeleinden zoals omschreven in het eerste lid van respectievelijk Artikel 4, Artikel 5, Artikel 6, Artikel 8 en Artikel 9, met inachtneming van het bepaalde in 20.1.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Beschermingsstrook
  • a. Zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt ter weerszijden van de aangegeven leidingen, gemeten uit het hart van de desbetreffende leiding het volgende:

  Bestemmings-
breedte  
Bouwverbod   Beschermingsstrook/
aanlegvergunning  
Beheerder  
Rioolwatertransportleiding Ø 1000 mm  
5 m
 

5 m  

5 m  
Hoogheemraadschap Rijnland  
         

  • b. Op de gronden, zoals bedoeld in lid 11.1.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. primair: bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 11.1.1 genoemde bestemming met een maximale hoogte van 5 m;
    • 2. secundair: bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 11.1.2 genoemde onderscheiden bestemmingen, conform het bepaalde in de bouwregels van de onderscheiden bestemmingen;
    • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 11.1.1 en 11.1.2 mogen bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemming slechts worden gebouwd indien:
      • de belangen van de betrokken leidingen dat gedogen;
      • de betrokken leidingbeheerder binnen vier weken na indiening van een aanvraag wordt gehoord;
      • van het advies van de leidingbeheerder kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
11.3 Aanlegvergunning
11.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • b. het afgraven en/of het ophogen van gronden;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden, daaronder begrepen diepploegen en de aanleg van drainageleidingen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het permanent opslaan van goederen, daaronder begrepen het opslaan van afvalstoffen.
11.3.2 Geen vergunning vereist

Het in lid 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning.
11.3.3 Advies leidingbeheerder

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 11.3.1 kan slechts worden verleend, voor zover door de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheid de belangen van de leidingen niet in onevenredige mate worden geschaad en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of in onvoldoende mate kan worden tegemoetgekomen. Alvorens vergunning te verlenen, wordt hierover schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Van dit advies kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.