Plan: | Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00024-0004 |
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag, en vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk, lpg, en munitie) over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Op grond van het Bevi zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor dergelijke bedrijven vaste veiligheidsafstanden opgenomen.
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De toetsings- en bebouwingsafstand zijn in besluit vervangen door een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico (PR) en een oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR).
Voor de opslag van vuurwerk gelden de bepalingen uit het Vuurwerkbesluit en dus niet het Bevi. Op grond van het Vuurwerkbesluit gelden voor de opslag van vuurwerk en munitie gelden veiligheidsafstanden. Bepalend hierbij is niet het risico (kans x effect), maar uitsluitend het effect.
Binnen het plangebied zijn geen Bevi-inrichtingen aanwezig. Het plangebied ligt ook niet binnen de invloedssfeer van een Bevi-inrichting. Het bestemmingsplan maakt evenmin de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen mogelijk. Er is geen lpg-tankstation aanwezig of gepland. Wel is binnen het naastgelegen en in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein Oosterhage een benzineverkooppunt zonder lpg-tankstation voorzien, maar waar ook de verkoop van aardgas is toegestaan. Aardgastankstations vallen niet onder het Bevi/Revi.
Voor routes (wegen, waterwegen, spoorwegen) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt zijn nog geen wettelijke normen betreffende de externe veiligheid vastgesteld. Het beleid berust hier vooralsnog op een aantal ministeriële en provinciale circulaires, zoals de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2012). In het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP-4) is een wettelijke verankering van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Bij deze wettelijke verankering zullen de resultaten van voormelde evaluatie worden betrokken. Tot het moment van realisatie van deze verankering wordt in deze circulaire het beleid met betrekking tot risiconormering geoperationaliseerd en verduidelijkt. Daarmee treedt deze circulaire in de plaats van de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Wanneer voornoemde wettelijke verankering wordt gerealiseerd, zal de circulaire echter worden ingetrokken.
Alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg moet plaatsvinden. Gezien de ligging van het plangebied en het ontbreken van inrichtingen waar transport van gevaarlijke stoffen een rol speelt kan worden aangenomen dat vervoer van gevaarlijke stoffen niet aan de orde is.
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. In de regeling staat aangegeven dat externe veiligheid alleen een rol speelt bij buisleidingen voor aardgas (uitwendige diameter van meer dan 50 mm) en aardolieproducten (uitwendige diameter van meer dan 70 mm) met een druk vanaf 1600 kPa. Deze leidingen zijn niet in of rond het plangebied aanwezig.
In het plangebied ligt wel een buisleiding van de NPM (met het kenmerk NPM_17.30273784291) die gebruikt wordt door OCAP voor het transport van CO2. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (van 1 januari 2011) is niet van toepassing op de CO2-buisleiding.
Voor deze leiding is door de gemeente Zoetermeer een vrijwillige m.e.r.-beoordeling opgesteld (zie Bijlage 3). De conclusie van de vrijwillige m.e.r.-beoordeling is dat er geen bijzondere nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn. De gemeenteraad heeft dan ook op 3 december 2012 besloten dat het opstellen van een milieueffectrapport niet noodzakelijk is.
De conclusie van de vrijwillige m.e.r.-beoordeling is gebaseerd op berekeningen van het RIVM. Ter plaatse van het plangebied ligt de CO2-leiding ondergronds. Voor het ondergrondse deel geldt dat de effecten van deze specifieke CO2-leiding (en daarmee ook de PR 10-6 contour) binnen de belemmeringenstrook van 5 meter blijven. Dit geldt ook voor het invloedsgebied van het ondergrondse deel van de leiding. Binnen het invloedsgebied van de leiding zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien.
Binnen het plangebied bevindt zich geen locatie met opslag van consumentenvuurwerk van meer dan 10.000 kg. Wel is de nabijheid van het plangebied een locatie met opslag van consumentenvuurwerk gelegen. Dit betreft het tuincentrum Groenrijk aan de Olof Palmelaan 15. Het bedrijf heeft een provinciale milieuvergunning op grond waarvan de opslag van 30.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen de kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten in het plangebied en deze locaties is echter dusdanig groot dat deze zich buiten de voor de vuurwerkopslagplaatsen geldende veiligheidsafstanden van maximaal 50 m bevinden.