Plan: | Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00024-0004 |
Op grond van het bepaalde in de Spoorwegwet dient voor het oprichten van bebouwing een bepaalde afstand in acht te worden gehouden tot een hoofdspoorweg. Op grond van artikel 19, eerste lid, onder a, van de Spoorwegwet is het verboden zonder vergunning bouwwerken op te richten binnen de begrenzing van de hoofdspoorweg. De afstand die in acht moet worden genomen is geregeld in artikel 20 van de Spoorwegwet en is afhankelijk of de spoorlijn is gelegen op maaiveldniveau, een talud dan wel op een viaduct. Ter hoogte van het plangebied ligt de HSL op een talud en op een viaduct. Op grond van artikel 20, eerste lid, onder c, wordt de begrenzing van de hoofdspoorweg in ophoging aan weerszijden gevormd door een lijn liggend op een afstand van 6 m gemeten uit de teen van het talud. Op grond van artikel 20, eerste lid, onder e, wordt de begrenzing van een hoofdspoorweg op of in een vaste constructie anders dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d, aan weerszijden gevormd door een lijn op 6 m gemeten vanaf een horizontale lijn die ligt op tweemaal de afstand tussen de bovenkant van de spoorstaaf en het maaiveld vanaf de buitenste rand van de constructie, waarbij deze grenzen ten minste gelegen zijn op 11 m uit het hart van het buitenste spoor.
Van de zijde van ProRail is per e-mail van 21 juni 2010 aangegeven dat ter plaatse van de HSL nabij Zoetermeer de breedte van begrenzingzone aan weerszijden van de HSL ongeveer 20 m uit het hart van de spoorlijn bedraagt (dit komt overeen met twee maal de hoogte plus 6 m). De ontwikkellocaties in de nabijheid van de HSL die de bestemming 'Woongebied' hebben, liggen op een grotere afstand dan 20 m. Op grond van dit bestemmingsplan is daarmee uitgesloten dat gebouwen binnen de begrenzing van de hoofdspoorweg worden opgericht. Hiermee wordt dus voldaan aan de afstanden zoals deze voortvloeien uit de Spoorwegwet.